Bedrog bewijzen? Nee, bewijzen dat je niet bedriegt!

A geeft 65.000 euro aan B, die er voor hem een huis mee zou bouwen in Kosovo. B beweert echter dat hij het geld heeft geïnvesteerd, maar dat het huis nog niet werd opgeleverd door problemen met de aannemer.

Bedrog bewijzen? Nee, bewijzen dat je niet bedriegt!

A heeft een sterk vermoeden dat het om bedrog gaat, en dagvaardt B. Hij wil zijn geld terugkrijgen. In eerste aanleg krijgt A gelijk, maar wanneer B in beroep gaat, oordeelt de rechter dat A moet bewijzen dat B slechte bedoelingen had. 

Het Hof van Cassatie heeft de geldende regels in herinnering gebracht.  

De schuldeiser (A) moet het bestaan van een contractuele verbintenis bewijzen. Eens het bewijs geleverd, moet de schuldenaar (B) bewijzen dat hij de verbintenis heeft uitgevoerd. 

Wanneer de lastgever (A) aanvoert dat de lasthebber (B) de opdracht niet heeft uitgevoerd en om terugbetaling vraagt, moet de lasthebber het bewijs leveren dat hij de opdracht heeft uitgevoerd. 

In dit geval moet B dus bewijzen dat hij zijn opdracht heeft uitgevoerd, aangezien A al heeft aangetoond dat hij 65.000 euro heeft betaald. B zal dus moeten aantonen dat hij het geld niet voor zichzelf heeft gebruikt.