Er is een wettelijke bescherming zodra een persoon niet langer in staat is om te beslissen

Het komt voor dat een persoon niet langer voldoende bekwaam is om bepaalde belangrijke beslissingen voorzichtig en zorgvuldig te nemen. In dergelijke gevallen kan justitie een bewindvoerder aanstellen om de belangen van de persoon te behartigen.

Er is een wettelijke bescherming zodra een persoon niet langer in staat is om te beslissen

De vrederechter heeft de bevoegdheid om één of meerdere bewindvoerders te benoemen. Het verdient de voorkeur om iemand te benoemen die dicht bij de persoon staat. Vanaf dan spreken we over een beschermde persoon. 

Twee stelsels zijn voorzien: 

- de bijstand (de persoon mag zelf bepaalde handelingen verrichten, maar de bewindvoerder moet hiermee instemmen); 

- de vertegenwoordiging (de bewindvoerder handelt in naam van de beschermde persoon). 

De vrederechter moet een op maat gemaakte lijst opstellen van de omvang van de bescherming. Hij geeft aan tot welke handelingen de beschermde persoon niet in staat is. Hij houdt rekening met wat de beschermde persoon zelf nog kan doen. De beschermde persoon mag dus handelingen blijven verrichten die niet in de beslissing van de rechter zijn opgenomen.