Meer mogelijkheden voor identificatie gebruikers Nationaal Pandregister
Vanaf 15 augustus 2019 kunnen àlle gebruikers van het Nationaal Pandregister geïdentificeerd en geauthentiseerd worden via ?andere elektronische identificatiemiddelen? dan de authenticatiemodule van de eID. Tot nog toe was zo?n ander systeem alleen toegelaten voor de ?geregistreerde gebruikers?.
Dat zijn de gebruikers die een overeenkomst hebben afgesloten met de bewaarder van het pandregister (de dienst Patrimoniumdocumentatie van de FOD Financiën). Met in die overeenkomst afspraken over de toegang tot het register, de inbreng en raadpleging van gegevens en de manier waarop retributies worden betaald. Maar ook met regels voor de identificatie en authenticatie van de geregistreerde gebruiker. Daarbij kon een ander identificatie- en authenticatiesysteem worden voorzien dan de gebruikelijke authenticatiemodule van de eID.
De regering wil nu afstappen van die individuele afspraken over 'andere identificatiesystemen'. Ze kiest voor een algemene regeling én trekt het systeem ook meteen verder open. Voortaan kunnen àlle gebruikers - geregistreerd of niet - geïdentificeerd en geauthentiseerd worden via
de authenticatiemodule van de eID of
een ander elektronisch identificatiemiddel met ene gelijkwaardig identificatie- en authenticatieniveau. Voorwaarde is wel dat de FOD Beleid en Organisatie zijn fiat geeft voor dit andere systeem.
In werking: 15 augustus 2019
Bron: Koninklijk besluit van 16 juli 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 2017 tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het nationaal pandregister betreffen, BS 5 augustus 2019.
Zie ook
Koninklijk besluit van 14 september 2017 tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen, BS 26 september 2017.