Personen die opleiding en werk combineren beter beschermd tegen beroepsrisico's
Op 21 december 2018 besliste de wetgever om alle personen die arbeid verrichten onder een gereglementeerd stelsel van opleiding tot betaalde arbeid, op te nemen in het algemene arbeidsongevallen- en beroepsziekteregime voor de privé- en overheidssector. Deze personen met een zogenaamd 'klein statuut' genieten dus principieel dezelfde bescherming als de andere werknemers. Al wordt hun sociale bescherming onder de 'bijzondere regeling' wel ingeperkt.
In een uitvoerings-KB van 29 juli 2019 laat de federale regering deze bescherming ingaan op 1 januari 2020. Het KB lijst ook de statuten op die onder de 'bijzondere regeling' vallen en het wijst de personen aan die de verplichtingen van de werkgever moeten vervullen.
Wie treedt op als werkgever?
In principe neemt het orgaan dat de opleiding organiseert, de verplichtingen op van de werkgever op het vlak van arbeidsongevallen en beroepsziekten. Dat is dus: de VDAB, Actiris, Forem, Phare,...
Maar dat is niet zo bij 14 types van overeenkomsten. Diegene die de persoon in opleiding effectief tewerk stelt, zal dan zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. In het Vlaamse gewest is dat het geval bij de overeenkomsten voor een:
individuele beroepsopleiding in de onderneming
beroepsinlevingsstage
instapstage
zeegewenningsreis
beroepsinleving
stage in het kader van een ondernemerschapstraject.
Wie zijn de personen die onder de bijzondere regeling vallen?
Onder het stelsel van de bijzondere regeling worden géén vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid uitbetaald. Er gelden nog andere beperkingen.
Het uitvoeringsbesluit wijst binnen de privésector 19 categorieën van personen aan waarvoor die bijzondere regeling geldt.
Aan Vlaamse kant zijn dat:
de stagiairs met een passend of specifiek gezondheidstoezicht, die een onbezoldigde arbeid verrichten
de personen met een overeenkomst voor een beroepsverkennende stage
de kandidaat-ondernemers in een activiteitencoöperatie
de personen verbonden door een overeenkomst voor een landbouwstage
de personen met een stageovereenkomst alternerende opleiding
de personen met een overeenkomst voor een praktijkstage in het kader van een ondernemerschapstraject
de personen met een beroepsinlevingsovereenkomst
de personen die deelnemen aan een zeegewenningsreis
de personen verbonden door een stageovereenkomst voor beroepskennismaking in het kader van een beroepsoriëntering onder regie van de Gemeenschaps- en Gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling
de personen die verbonden zijn door een overeenkomst voor opleidingsstage
de personen die een overeenkomst voor beroepsinlevingsstage hebben
de personen die een overeenkomst voor een activeringsstage gesloten hebben.
In de overheidssector zijn dat enkel de personen met een van oorsprong federale beroepsinlevingsovereenkomst of een overeenkomst voor een Vlaamse beroepsinlevingsstage.
Vanaf 1 januari 2020
De demissionaire federale regering laat het nieuwe regime op de laatst mogelijke dag in werking treden. Dat is op 1 januari 2020, voor alle ongevallen die op of na die datum plaats vinden.
Bron: Koninklijk besluit van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten', BS 2 september 2019.
Zie ook:
Wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken, BS 17 januari 2019, art. 2-24.