Nieuwe Wet Verenigingswerk: federale regering concretiseert toezicht door sociale inspectie
De sociale inspecteurs van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), de Algemene Directies ?Toezicht op de Sociale Wetten? en ?Toezicht op het Welzijn op het Werk? van de FOD Werkgelegenheid, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) en het Rijksinstituut voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) zien erop toe dat de bepalingen uit de Wet op het Verenigingswerk van 24 december 2020 en de bijhorende uitvoeringsbesluiten worden nageleefd. In de praktijk is dat al zo sinds de inwerkingtreding van de nieuwe regels op 1 januari 2021, maar hun aanwijzing wordt nu bij KB formeel bevestigd.
Het oude Toezichtbesluit van 21 december 2018 in uitvoering van de door het Grondwettelijk Hof vernietigde Bijkluswet, wordt opgeheven.
De Wet op het Verenigingswerk van 24 december 2020 heeft in navolging van de vernietiging een nieuw, aangepast juridisch kader voorzien voor het verenigingswerk. De bepalingen zijn echter alleen van toepassing op de sportsector en gelden slechts tijdelijk: van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Sinds begin dit jaar bestaat verenigingswerk alleen nog uit 'betaalde diensten die volwassenen in hun vrije tijd leveren voor verenigingen zonder winstoogmerk, feitelijke verenigingen of openbare besturen actief in de sportsector'. De betrokkene mag op kwartaalbasis maximaal gemiddeld 50 uur per maand prestaties als verenigingswerker verrichten. In dat statuut mag de verenigingswerker tot 6.390 euro per jaar bijverdienen. De inkomsten uit verenigingswerk mogen niet meer dan 532,5 euro per maand bedragen. Een vereniging die verenigingswerkers in dienst neemt, is een solidariteitsbijdrage van 10% van de overeengekomen vergoeding verschuldigd aan de RSZ en een belastingheffing van 10%. Tal van elementen uit de nieuwe wet moesten nog verder worden uitgewerkt in een besluit. Zo ook het toezicht op de nieuwe regels waarin het huidige KB van 1 juni 2021 voorziet.
In werking: 20 juni 2021 (10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad)
Bron: 1 JUNI 2021. - Koninklijk besluit houdende toezicht op de naleving van de bepalingen van de wet van 24 december 2020 betreffende het verenigingswerk, BS 10 juni 2021, bl. 57740.