Grondwettelijk Hof vernietigt antiwitwastoezicht op niet-gecertificeerde belastingadviseurs door ITAA
Het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (?Institute for Tax Advisors and Accountants?, ITAA) mag niet langer instaan voor het toezicht op de naleving van de antiwitwasverplichtingen door niet-gecertificeerde belastingadviseurs. Op 18 november 2021 heeft het Grondwettelijk Hof de procedure die door de Wet van 20 juli 2020 met diverse antiwitwasbepalingen werd toegevoegd aan de Wet accountant en belastingadviseur van 17 maart 2019 integraal vernietigd. Maar de gevolgen van de vernietigde bepalingen blijven wel nog een tijdje gehandhaafd, tot uiterlijk 31 maart 2022. Dat moet de wetgever de nodige tijd geven een nieuw toezichtsorgaan aan te duiden en een nieuw controlekader uit te werken én moet vermijden dat er geen antiwitwascontrole meer wordt uitgeoefend op de betrokken beroepsgroep.
Met de wet van 20 juli 2020 werd het preventief toezicht op de naleving van de antiwitwasregels door niet-gecertificeerde belastingadviseurs toegewezen aan het ITAA. Maar dat kan niet volgens het Hof. Ten aanzien van de niet-gecertificeerde belastingadviseurs - en in tegenstelling tot de gecertificeerde belastingadviseurs die al langer onder controle van het ITAA vallen - kan het ITAA niet worden beschouwd als 'een zelfregulerend orgaan'. En dat is voor het toezicht op de antiwitwasverplichtingen een absolute must op basis van de Antiwitwasrichtlijn van 2015 (Richtlijn 2015/849). Volgens die richtlijn is een zelfregulerend orgaan een 'orgaan dat leden van een beroepsgroep vertegenwoordigt en betrokken is bij de opstelling en handhaving van regels voor die leden en bepaalde toezichthoudende of controlerende functies uitoefent'. Het Hof stelt in arrest 166/2021 uitdrukkelijk dat dat niet het geval is t.a.v. niet-gecertificeerde belastingadviseurs: 'Het Instituut is niet op structurele wijze betrokken bij de opstelling en handhaving van regels voor de niet-gecertificeerde belastingadviseurs. De niet-gecertificeerde belastingadviseurs zijn niet aan dezelfde regels onderworpen als de gecertificeerde belastingadviseurs, en zijn evenmin gehouden door dezelfde beroepsgeheimhoudingsplicht'.
Bovendien is het volgens het Hof niet redelijk verantwoord om de niet-gecertificeerde belastingadviseurs voor de organisatie van het toezicht, op straffe van beroepsverbod, te verplichten om zich in te schrijven op een aparte lijst in het openbaar register dat door het ITAA wordt bijgehouden. Dat kan verkeerdelijk de indruk wekken dat de betrokkenen verplicht zijn om lid te worden van het ITAA.
Het Hof heeft de betrokken bepalingen, namelijk artikel 32, eerste lid, 1°, n), en de artikelen 153 tot 170 van de wet van 20 juli 2020 daarom vernietigd. Maar handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen tot een nieuwe wettelijke regeling in werking treedt en uiterlijk tot en met 31 maart 2022.
Bron: GwH 18 november 2021,
nr. 166/2021.
Zie ook
Wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur, BS 27 maart 2019.