Halftijds brugpensioen dooft uit

Het halftijds brugpensioen zal langzaam verdwijnen. Vanaf 1 januari 2012 wordt het stelsel opgeheven. Er worden geen nieuwkomers meer aanvaard, maar de bestaande rechten blijven wel verworven. En er gelden overgangsmaatregelen.

Het gaat om één van de kleinere pensioenmaatregelen uit het regeerakkoord. Het conventioneel halftijds brugpensioen wordt weinig gebruikt. Uit cijfers van de RVA blijkt dat in oktober 2011 slechts 649 werknemers onder dit regime vallen.

Overgangsmaatregelen

De stopzetting gaat in op 1 januari 2012. Maar wie vroeger al in het stelsel stapte, blijft buiten schot. Bovendien zijn nieuwkomers tot 1 april 2012 toegelaten op voorwaarde dat er een akkoord werd gesloten met de werkgever vóór 28 november 2011.

Dit betekent dat het stelsel enkel nog aangevat of voortgezet kan worden in twee gevallen:

De werknemer zit op 31 december 2011 al in het stelsel. Werknemers die al in halftijds brugpensioen zijn, kunnen in het stelsel blijven tot het einde. Dat is tot ze het werk opnieuw voltijds hervatten, of tot het einde van hun arbeidsovereenkomst.

De werknemer heeft vóór 28 november 2011 een akkoord gesloten met zijn werkgever om zijn arbeidsprestaties te halveren. Enkel die werknemers kunnen nog met halftijds brugpensioen na 31 december 2011, maar dat moet wel gebeuren vóór 1 april 2012.

De wet houdende diverse bepalingen van 28 december 2011 last overgangsbepalingen in in de wetten van 30 maart 1994 en 26 maart 1999, en in het KB van 27 januari 1997.

Bijhorend KB

De verzamelwet van 28 december 2011 wordt geflankeerd door een KB dat dezelfde datum draagt. Dit besluit heft het KB van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen op. Het treedt in werking op 1 januari 2012.

Er gelden gelijkaardige overgangsmaatregelen. De bepalingen van het opgeheven KB blijven van toepassing op de werknemers die er voordien al van genoten. Dit geldt ook voor werknemers die vóór 28 november 2011 een akkoord gesloten hebben met hun werkgever om hun arbeidsprestaties te halveren, voor zover het halftijds brugpensioen start vóór 1 april 2012.

Let op! Er is een klein verschil tussen de overgangsregeling in de verzamelwet en die in het uitvoerings-KB. Volgens de wet moet het akkoord met de werkgever gesloten zijn vóór 20 november 2011. In het KB is dat 28 november 2011. De RVA heeft het op haar website ook over 28 november.

Halftijds brugpensioen

Het conventioneel halftijds brugpensioen geeft sommige oudere werknemers vanaf 55 jaar de kans om halftijds te werken met een inkomen tussen het inkomen dat ze zouden ontvangen als voltijds bruggepensioneerde en het loon dat ze ontvangen in hun voltijdse arbeidsregeling. Daar zorgt een toeslag voor die bestaat uit een werkloosheidsuitkering en een aanvullende vergoeding van de werkgever.

Het systeem steunt op de kader-CAO nr. 55. Dat wil zeggen dat de sector of de onderneming zelf nog een CAO moeten sluiten om de CAO nr. 55 uit te voeren.

In werking

Het KB van 28 december 2011 treedt samen met de relevante bepalingen uit de verzamelwet van 28 december 2011 in werking op 1 januari 2012.

Bron: Koninklijk besluit van 28 december 2011 tot opheffing van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen, BS 30 december 2011

Bron: Wet houdende diverse bepalingen van 28 december 2011, BS 30 december 2011 (art. 79-82 en 84 WDB)

Zie ook:
? Koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen, BS 10 augustus 1994
? Art. 132, eerste lid van de wet houdende sociale bepalingen van 1 augustus 1985, BS 6 augustus 1985
? Art 46 van de wet houdende sociale bepalingen van 30 maart 1994, BS 31 maart 1994
? Koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen met betrekking tot het halftijds brugpensioen met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, BS 13 februari 1997 (art. 1 van het KB op het Halftijds Brugpensioen)
? Art. 112 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, BS 1 april 1999