Fiscale invorderingsbijstand binnen de Europese Unie versterkt

Een wet van 9 januari 2012 zet ?richtlijn 2010/24/EU over de wederzijdse bijstand bij de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen' om in Belgisch recht. Die richtlijn vervangt vanaf 1 januari 2012 de bestaande ?invorderingsrichtlijn' (richtlijn 2008/55/EG). De nieuwe wet geldt voor schuldvorderingen die voortvloeien uit alle vormen van belastingen en rechten en zorgt er onder meer voor dat het bankgeheim doorbroken wordt.

Toepassingsgebied

De wet van 9 januari 2012 is van toepassing op schuldvorderingen die voortvloeien uit alle vormen van belastingen en rechten, geheven:

door of ten behoeve van België of een andere EU-lidstaat;

door of ten behoeve van een territoriaal of een staatkundig onderdeel, inclusief lokale overheden, van België of een andere EU-lidstaat;

ten behoeve van de Europese Unie.

Ze is ook van toepassing op administratieve sancties, boetes, heffingen en toeslagen in verband met de schuldvorderingen waarvoor om bijstand kan worden verzocht, en op interesten en kosten die verbonden zijn aan deze schuldvorderingen.

Gaat het om belastingen en rechten geheven door of ten behoeve van een territoriaal of een staatkundig onderdeel van België, dan is de wet van 9 januari 2012 enkel van toepassing op die belastingen en rechten waarvoor de FOD Financiën de inning en invordering verzekert.

Ten slotte is de wet is ook van toepassing op:

restituties, interventies en andere federale maatregelen die deel uitmaken van het stelsel van volledige of gedeeltelijke financiering door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), inclusief de in het kader van deze maatregelen te innen bedragen;

heffingen en andere rechten uit hoofde van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker.

Uitsluitingen

De nieuwe wet geldt niet voor:

de verplichte socialezekerheidsbijdragen;

contractueel verschuldigde bedragen, zoals betalingen voor openbare nutsvoorzieningen;

strafrechtelijke sancties die zijn opgelegd op grond van een strafvordering.

Uitwisseling van inlichtingen zonder voorafgaand verzoek

Lidstaten kunnen ook zonder voorafgaand verzoek inlichtingen uitwisselen over teruggaaf van belastingen of rechten aan belastingplichtigen die gevestigd zijn of hun woonplaats hebben in een andere EU-lidstaat. Dit met uitzondering van de btw, omdat informatie-uitwisseling over de btw al mogelijk is op basis van richtlijn 2008/9/EG.

Belgisch verzoek om inlichtingen

De Belgische autoriteit kan aan een buitenlandse autoriteit alle inlichtingen opvragen die voor haar dienstig kunnen zijn bij de invordering van haar schuldvorderingen.
Belgische belastingambtenaren kunnen aanwezig zijn in de kantoren van de bevoegde autoriteit van de aangezochte lidstaat en er deelnemen aan administratieve onderzoeken (ondervraging van personen, controle van dossiers). Ze kunnen ook de ambtenaren van de aangezochte lidstaat bijstaan in rechtszaken die in deze lidstaat worden gevoerd. De Belgische gemachtigde ambtenaren moeten op elk moment een schriftelijke opdracht kunnen voorleggen waarin hun identiteit en officiële bevoegdheid zijn vermeld.

Belgisch verzoek tot notificatie

De Belgische autoriteit kan voor een schuldvordering of de invordering daarvan, een verzoek richten aan een buitenlandse autoriteit tot notificatie van alle, ook gerechtelijke, documenten die uitgaan van de Belgische overheid.
Het verzoek tot notificatie moet vergezeld zijn van een standaardformulier met daarop een aantal minimumgegevens (art. 8, §2 wet van 9 januari 2012).

De Belgische autoriteit doet alleen een verzoek tot notificatie als de Belgische overheid niet kan notificeren volgens de regels die in België gelden voor de notificatie van het betrokken document of wanneer een dergelijke notificatie buitensporige problemen zou veroorzaken.

De bevoegde Belgische overheid kan documenten ook rechtstreeks per aangetekende brief of elektronisch notificeren aan een persoon op het grondgebied van een andere lidstaat.

Belgisch verzoek tot invordering of bewarende maatregelen

De Belgische autoriteit kan een verzoek tot invordering van de schuldvorderingen, waarvoor een uitvoerbare titel bestaat, richten aan een buitenlandse autoriteit. Deze schuldvordering en/of uitvoerbare titel mogen niet in België betwist worden (met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 25, § 2, wet van 9 januari 2012).

Bovendien moeten eerst de invorderingsmogelijkheden in België uitgeput worden vooraleer er een beroep kan gedaan worden op de wederzijdse invorderingsbijstand. Er bestaan twee uitzonderingen (art. 10, §2, wet van 9 januari 2012) op deze verplichting om de Belgische autoriteit toe te laten sneller een verzoek tot invordering in te dienen.

Bij het verzoek tot invordering moet er altijd een uniforme uitvoerbare titel gevoegd worden die de enige basis vormt voor het nemen van invorderingsmaatregelen in de aangezochte lidstaat. De wet van 9 januari 2012 somt op welke informatie deze uniforme titel minstens moet bevatten (art. 11, §1) en legt de verplichtingen vast van de Belgische autoriteit als zij haar verzoek tot invordering wijzigt of intrekt (art. 12).

De Belgische autoriteit kan bewarende maatregelen vragen als de schuldvordering of uitvoerbare titel in België betwist wordt of als er voor de schuldvordering nog geen uitvoerbare titel bestaat, voor zover bewarende maatregelen op grond van het Belgische recht en administratieve praktijk in een soortgelijke situatie eveneens mogelijk zijn.

Buitenlands verzoek om inlichtingen

De Belgische autoriteit verstrekt op verzoek aan een buitenlandse autoriteit alle inlichtingen die voor die buitenlandse autoriteit dienstig kunnen zijn bij de invordering van haar schuldvorderingen.

De Belgische autoriteit is echter niet verplicht om inlichtingen te verstrekken:

die zij niet zou kunnen verkrijgen voor de invordering van soortgelijke schuldvorderingen die in België zijn ontstaan;

waarmee een handels-, bedrijfs-, nijverheids- of beroepsgeheim zou worden onthuld;

waarvan de mededeling een aantasting zou kunnen vormen van de veiligheid of in strijd zou kunnen zijn met de openbare orde in België.

De Belgische autoriteit mag niet weigeren inlichtingen te verstrekken, louter omdat de inlichtingen bij een bank, een andere financiële instelling of een als vertegenwoordiger, agent of trustee optredende persoon berusten, of omdat de inlichtingen betrekking hebben op eigendomsaandelen van een persoon (doorbreking bankgeheim).

Buitenlandse belastingambtenaren kunnen aanwezig zijn in de kantoren van de Belgische autoriteit en er deelnemen aan administratieve onderzoeken (ondervraging van personen, controle van dossiers). Ze kunnen ook de ambtenaren van de Belgische autoriteit bijstaan in rechtszaken die in België worden gevoerd. De buitenlandse ambtenaren moeten op elk moment een schriftelijke opdracht kunnen voorleggen waarin hun identiteit en officiële bevoegdheid zijn vermeld.

Buitenlands verzoek tot notificatie

De Belgische autoriteit gaat op verzoek van een buitenlandse autoriteit over tot notificatie aan de geadresseerde van alle, dus ook gerechtelijke documenten met betrekking tot een schuldvordering of de invordering daarvan, die uitgaan van een in de verzoekende lidstaat gevestigde autoriteit. Dit op voorwaarde dat het verzoek tot notificatie voldoet aan de wettelijke voorwaarden (art. 8, §2 wet van 9 januari 2012).

Ze houdt de verzoekende buitenlandse autoriteit hiervan op de hoogte, en deelt de datum mee waarop het document aan de geadresseerde is genotificeerd. Die kan van belang zijn voor de aanvang van bepaalde termijnen.

Buitenlands verzoek tot invordering of bewarende maatregelen

Op verzoek van een buitenlandse autoriteit gaat de Belgische autoriteit over tot invordering van de schuldvorderingen waarvoor een uitvoerbare titel in de verzoekende lidstaat bestaat.

Een verzoek tot invordering gaat vergezeld van een uniforme uitvoerbare titel die voldoet aan de voorwaarden opgesomd in artikel 11, § 1. Deze uniforme titel maakt tenuitvoerlegging en het leggen van bewarend beslag in België mogelijk en vormt de enige grondslag voor invorderingsmaatregelen en bewarende maatregelen die in België worden genomen op basis van dit verzoek tot invordering.

Iedere schuldvordering waarvoor een buitenlands verzoek tot invordering is ingediend, wordt behandeld alsof het om een Belgische schuldvordering gaat, tenzij in de wet van 9 januari 2012 anders is bepaald. De Belgische overheid gebruikt de bevoegdheden en procedures waarover zij beschikt volgens de Belgische wettelijke, bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen ter zake van schuldvorderingen met betrekking tot dezelfde belasting of hetzelfde recht, of bij gebrek daaraan, een soortgelijke belasting of soortgelijk recht.

Indien de Belgische overheid vindt dat op haar grondgebied dezelfde noch soortgelijke belastingen of rechten worden geheven, maakt zij gebruik van de bevoegdheden en procedures waarover zij beschikt volgens de Belgische wettelijke, bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen ter zake van schuldvorderingen met betrekking tot de inkomstenbelastingen.

De buitenlandse schuldvorderingen waarvoor om bijstand is verzocht, genieten geen enkel voorrecht.
De Belgische overheid vordert de schuldvordering in euro in.

De Belgische autoriteit stelt de buitenlandse autoriteit op de hoogte van het gevolg dat zij aan het verzoek tot invordering heeft gegeven. Met ingang van de datum waarop het verzoek tot invordering is ontvangen, brengt de Belgische autoriteit de toepasselijke verwijlinteresten in rekening.

De Belgische autoriteit kan aan de schuldenaar uitstel van betaling verlenen of een betaling in termijnen toestaan, en kan daarvoor interesten aanrekenen. Ten slotte zal ze de door haar ingevorderde bedragen met betrekking tot de buitenlandse schuldvordering (incl. interesten) aan de verzoekende buitenlandse autoriteit overmaken.

De Belgische autoriteit gaat, voor zover de Belgische wetgeving dit toelaat en overeenkomstig haar administratieve praktijk, over tot het nemen van bewarende maatregelen wanneer de schuldvordering of uitvoerbare titel in de verzoekende lidstaat betwist wordt, of wanneer voor de schuldvordering nog geen uitvoerbare titel bestaat, voor zover bewarende maatregelen op grond van het nationale recht en de administratieve praktijk van de verzoekende lidstaat in een soortgelijke situatie eveneens mogelijk zijn.
De Belgische autoriteit mag geen erkenning, aanvulling of vervanging vragen van het document dat is opgesteld voor het nemen van bewarende maatregelen in de verzoekende lidstaat.

Indien de buitenlandse autoriteit een aangepaste uniforme uitvoerbare titel aan de Belgische autoriteit bezorgt, handelt de Belgische autoriteit de invorderingsmaatregelen verder af op basis van die aangepaste titel.

Begrenzing verplichtingen aangezochte Belgische autoriteit

De Belgische autoriteit is in volgende gevallen niet verplicht om invorderingsbijstand te verlenen:

indien de invordering van de schuldvordering door de situatie van de schuldenaar, ernstige moeilijkheden van economische of sociale aard zou opleveren in België, voor zover de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve praktijk een dergelijke uitzondering voor Belgische schuldvorderingen toelaten;

indien het verzoek betrekking heeft op schuldvorderingen die meer dan vijf jaar oud zijn, te rekenen vanaf de datum waarop de schuldvordering opeisbaar is geworden tot de datum van het initiële verzoek om bijstand. Het vertrekpunt van de vijfjarige termijn verschilt naargelang de schuldvordering of de oorspronkelijke uitvoerbare titel wordt betwist, of als de verzoekende buitenlandse autoriteit betalingsfaciliteiten heeft toegekend.

het totale bedrag van de buitenlandse schuldvorderingen waarvoor om bijstand wordt verzocht, bedraagt minder dan 1.500 euro. Voor het bepalen van deze ondergrens moet ook rekening gehouden worden met de schuldvorderingen waarvoor de Gemeenschappen, de Gewesten en de lokale overheden bevoegd zijn om invorderingsbijstand te verlenen.

Geschillen

Terwijl de invorderingsprocedure in de aangezochte lidstaat loopt, kan de betrokkene de schuldvordering, de door de verzoekende autoriteit verrichte notificatie of de uitvoerbare titel betwisten.
In deze gevallen moet de betrokkene een rechtsgeding aanhangig maken bij de bevoegde instantie van de verzoekende lidstaat. De aangezochte autoriteit moet, tenzij de verzoekende autoriteit anders verzoekt, de door haar ingezette invorderingsprocedure schorsen totdat de bevoegde instantie van de verzoekende lidstaat een beslissing heeft genomen.

Verjaring

De schorsing, stuiting of verlenging van verjaringstermijnen worden geregeld bij de rechtsregels die gelden in de verzoekende lidstaat.
De invorderingsmaatregelen die de aangezochte buitenlandse autoriteit ingevolge een verzoek om bijstand heeft genomen, en die tot gevolg hebben dat de verjaringstermijn volgens de in de aangezochte lidstaat geldende rechtsregels wordt geschorst, gestuit of verlengd, worden geacht hetzelfde gevolg te hebben in België. Dit op voorwaarde dat de in België geldende rechtsregels in het overeenkomstig gevolg voorzien.
Indien de in de aangezochte lidstaat geldende rechtsregels geen schorsing, stuiting of verlenging van de verjaringstermijn toelaten, en de Belgische rechtsregels hier wel in voorzien, dan worden de invorderingsmaatregelen geacht (voor wat het gevolg betreft) te zijn genomen in België.

De verzoekende Belgische autoriteit mag nog altijd zelf maatregelen nemen om de verjaringstermijn overeenkomstig het Belgische recht te schorsen, te stuiten of te verlengen.

Kosten

De aangezochte Belgische autoriteit kan de aan de invordering verbonden kosten op de schuldenaar verhalen.

Standaardformulieren en elektronisch indienen verzoeken

Verzoeken om inlichtingen, verzoeken tot notificatie, verzoeken tot invordering, en verzoeken om bewarende maatregelen worden met een standaardformulier elektronisch ingediend, tenzij dit om technische redenen niet mogelijk is. Die formulieren worden, indien mogelijk, ook gebruikt voor iedere mededeling in verband met het verzoek.

Taalregeling

Verzoeken om bijstand, standaardformulieren voor notificatie en uniforme titels worden verzonden of gaan vergezeld van een vertaling, in de officiële taal of een van de officiële talen van de aangezochte lidstaat. De verzoekende Belgische autoriteit kan met de buitenlandse autoriteit overeenkomen om sommige delen van deze documenten op te stellen in een andere taal dan de officiële taal of een van de officiële talen van de aangezochte lidstaat.

De documenten waarvoor om notificatie wordt verzocht, kunnen in een officiële taal van de verzoekende Belgische Staat aan de buitenlandse autoriteit worden toegezonden.

Gebruik inlichtingen

De ontvangen inlichtingen vallen onder de geheimhoudingsplicht en genieten de bescherming waarin voor soortgelijke inlichtingen wordt voorzien overeenkomstig het Belgische recht.

Inlichtingen die in het kader van de wederzijdse bijstand zijn verstrekt, mogen in de lidstaat die de inlichtingen ontvangt, gebruikt worden voor andere doeleinden dan deze bepaald in richtlijn 2010/24/EU, mits dit is toegestaan bij de nationale wetgeving van zowel de lidstaat die de inlichtingen verstrekt als de lidstaat die de inlichtingen ontvangt. Ook de geldigheid van het doorgeven van informatie aan een derde lidstaat wordt principieel bevestigd.

In werking

De wet van 9 januari 2012 treedt in werking op 1 januari 2012.

Ze heft volgende akten vanaf op 1 januari 2012 op:

de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen;

het KB van 20 februari 1980 houdende aanwijzing van de bevoegde autoriteiten voor toepassing van de wet van 20 juli 1979 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten, belastingen en andere maatregelen.

Bron: Wet van 9 januari 2012 houdende omzetting van Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, BS 26 januari 2012 (ed. 2), 6.253.

Zie ook:
? Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen, Pb.L. 31 maart 2010, afl. 84, p. 1.
? Richtlijn 2008/9/EG van de Raad tot vaststelling van nadere voorschriften voor de in Richtlijn 2006/112/EG vastgestelde teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan belastingplichtigen die niet in de lidstaat van teruggaaf maar in een andere lidstaat gevestigd zijn, Pb.L. 20 februari 2008, afl. 44 (Teruggaafrichtlijn).