Brussel wijzigt voorwaarden voor verlaagd schenkingstarief woningen
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de voorwaarden gewijzigd om te kunnen genieten van het verlaagd schenkingstarief voor woningen. Bovendien geldt het verlaagd schenkingstarief van 6,6% niet meer alleen voor schenkingen aan de Brusselse gemeenten en hun openbare instellingen, en aan bepaalde andere openbare instellingen, maar ook voor schenkingen aan ?gelijkaardige rechtspersonen die opgericht zijn volgens en onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere EER-lidstaat, en die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de EER hebben?. En het tarief van 3% bij de schenking van aandelen of deelbewijzen van een vennootschap waarvan de zetel van haar werkelijke leiding is gevestigd in een EU-lidstaat, wordt uitgebreid tot soortgelijke schenkingen aan vennootschappen wiens zetel van werkelijke leiding gevestigd is in een EER-lidstaat.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest paste deze regels aan na een berisping van de Europese Commissie (inbreuken nrs. 2008/4445, 2008/4566 en 2009/4592).
Verlaagd schenkingstarief voor woningen
Brussel voorziet een verlaagd schenkingstarief voor woningen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest liggen. Het gaat om schenkingen in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden (art. 131bis Br. W.Reg.).
Aan de toepassing van dat verlaagd schenkingstarief zijn bepaalde voorwaarden verbonden. Zo moest onder meer minstens één van de begiftigden gedurende 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van vestiging, zijn hoofdverblijfplaats in de geschonken woning goed in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behouden. Deze voorwaarde wordt vanaf 12 februari 2012 geschrapt (schrapping punt b), 3°, 4de lid, art. 131bis Br. W.Reg.).
De voorwaarde dat minstens één van de begiftigden die het voordeeltarief vragen zich in de akte moet verbinden om zijn hoofdverblijfplaats te vestigen op het adres van de geschonken woning, en dit binnen de twee jaar na de datum van de registratie van het document dat het schenkingsrecht opeisbaar maakt, blijft gelden (nieuw punt 3°, 4de lid, art. 131bis Br. W.Reg.).
Behalve wanneer die niet-nakoming te wijten is aan overmacht zijn de begiftigden die deze verbintenis niet nakomen, elk gehouden tot betaling van de aanvullende rechten over hun eigen aandeel in de schenking, vermeerderd met de wettelijke interest tegen de rentevoet bepaald in burgerlijke zaken te rekenen van de datum van registratie van de schenking.
Bovendien zijn zij ondeelbaar gehouden tot betaling van alle aanvullende rechten over de aandelen van hun medebegiftigden die de verbintenissen niet hebben aangegaan, tenzij er een medebegiftigde rest die wel de door hem aangegane verbintenissen is nagekomen.
Deze ondeelbare aansprakelijkheid geldt ook voor de begiftigden die een onjuiste verklaring (zoals bedoeld in punt 2) hieronder) hebben afgelegd, maar de aansprakelijkheid voor de aanvullende rechten van medebegiftigden niet hebben opgelopen omdat er een of meer begiftigden restten die wel nog de aangegane verbintenissen konden nakomen.
Aan de toepassing van het voordeeltarief blijven ook nog volgende voorwaarden verbonden:
1) de begiftigden die het voordeeltarief willen genieten, moeten uitdrukkelijk om de toepassing ervan vragen in de akte van schenking of in de akte van aanvaarding van de schenking;
2) in die akte moet elke begiftigde die om de toepassing van het voordeeltarief verzoekt, verklaren dat hij daarvan niet uitgesloten is.
En het voordeeltarief blijft, net zoals voordien, ook niet van toepassing op de schenking van een bouwgrond. Een begiftigde die op datum van de schenking al volle eigenaar is van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd, kan ook nog altijd het voordeeltarief niet vragen.
Verlaagd schenkingstarief ook voor EER-instellingen
Brussel verlaagde al eerder het schenkingstarief:
tot 6,6% voor schenkingen aan gemeenten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun openbare instellingen, aan de door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij erkende maatschappijen, aan de cvba Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de intercommunales van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en aan stichtingen van openbaar nut;
tot 7% voor de schenkingen, inclusief inbrengen om niet, van onroerende goederen aan vzw?s, aan ziekenfondsen en landsbonden van ziekenfondsen, aan beroepsverenigingen, aan ivzw?s en aan private stichtingen;
tot 100 euro voor schenkingen, inclusief inbrengen om niet, gedaan aan stichtingen van openbaar nut of aan rechtspersonen bedoeld in punt 2), als de schenker zelf een van deze stichtingen of rechtspersonen is;
tot 1,10% voor de schenkingen met inbegrip van de inbrengen om niet, gedaan door de gemeenten aan de pensioenfondsen die zij onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk hebben opgericht in uitvoering van een door de voogdijoverheid goedgekeurd saneringsplan.
Het verlaagd schenkingstarief van 6,6% geldt vanaf 12 februari 2012 niet meer alleen voor schenkingen aan de Brusselse gemeenten en hun openbare instellingen, en aan bepaalde andere openbare instellingen, maar ook bij schenkingen aan ?gelijkaardige rechtspersonen die opgericht zijn volgens en onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere lidstaat van de EER, en die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de EER hebben? (wijziging art. 140, 2de lid, Br. W.Reg.).
De verlaagde tarieven van 7% en 100 euro golden al voor zo'n gelijkaardige buitenlandse rechtspersonen.
Schenkingen van ondernemingen
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest breidt het bestaande voordeeltarief van 3% bij de schenking van aandelen of deelbewijzen van een vennootschap waarvan de zetel van haar werkelijke leiding is gevestigd in een EU-lidstaat, en die de uitoefening van een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, een vrij beroep, of een ambt of post tot doel heeft, uit tot soortgelijke schenkingen aan vennootschappen wiens zetel van werkelijke leiding gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (wijziging art. 140bis, 2° W.Reg.).
Behalve in geval van overmacht wordt het verschuldigde schenkingsrecht vermeerderd met de wettelijke interest, tegen de rentevoet bepaald in burgerlijke zaken te rekenen van de datum van registratie van de schenking, opeisbaar ten laste van de begiftigde. Dit indien deze laatste binnen de 5 jaar (te rekenen van de datum van de authentieke schenkingsakte) de aandelen of deelbewijzen geheel of gedeeltelijk heeft overgedragen of de zetel van werkelijke leiding van de vennootschap heeft overgebracht naar een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte (i.p.v. Europese Unie) (wijziging art. 140quinquies, 1ste lid, c) W.Reg.).
In werking
De ordonnantie van 16 december 2011 treedt in werking op 12 februari 2012.
Bron: Ordonnantie van 16 december 2011 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, BS 2 februari 2012 (ed. 1), 8.054.
Zie ook:
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten van 30 november 1939, BS 1 december 1939.