Schoolverlaters behouden kinderbijslag tijdens beroepsinschakelingstijd

Wachttijd en wachtuitkeringen bestaan niet meer. Sinds begin dit jaar zijn dat ?inschakelingsuitkeringen' die toegekend worden na een ?beroepsinschakelingstijd'. De uitkeringen worden minder snel toegekend en beperkt in de tijd.

Nu wordt de kinderbijslagregeling afgestemd op die nieuwe situatie zodat de schoolverlaters hun recht op kinderbijslag behouden tijdens de volledige beroepsinschakelingstijd.

Langer wachten

De inschakelingsuitkering is sinds 1 januari 2012 in principe beperkt tot 3 jaar (36 maanden). En de beroepsinschakelingstijd bedraagt 310 dagen (12 maanden in de werkloosheidsreglementering) voor alle nieuwe werkzoekenden. Vroeger was dat 6, 9 of 12 maanden, afhankelijk van de leeftijd op het ogenblik van de aanvraag.

Schoolverlaters moeten dus langer wachten op een uitkering. Bovendien verliezen ze tijdens die extra dagen hun recht op kinderbijslag, terwijl ze nog geen recht hebben op een uitkering. Want de kinderbijslagregeling is op dit moment nog niet aangepast aan de nieuwe regeling.

Kinderbijslagregeling

Het recht op kinderbeslag loopt nu al door tijdens de beroepsinschakelingstijd. Schoolverlaters behouden het recht op kinderbijslag tot hun 25ste verjaardag, zo lang ze niet aan de slag zijn en geen uitkering krijgen. Maar dit recht is niet rechtstreeks gekoppeld aan de beroepsinschakelingstijd.

Want het KB op de Kinderbijslag voor Loonarbeiders hanteert een vaste wettelijke termijn. 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het kind de leeftijd van 18 jaar al dan niet heeft bereikt op het ogenblik dat de uitkering aangevraagd wordt. Conform de vroegere ?wachttijd' voor schoolverlaters dus.

Vandaar dat een KB van 29 maart 2012 de kinderbijslagregeling nu afstemt op de werkloosheidsreglementering. De verlenging van de beroepsinschakelingstijd wordt namelijk opgevangen door de periode waarin de schoolverlater recht heeft op kinderbijslag uniform op te trekken tot ?360 kalenderdagen'. Een 30-dagenstelsel dus. Daardoor zijn beide regimes opnieuw op elkaar afgestemd.

Studentenarbeid

Net als voordien moet de schoolverlater zich inschrijven als werkzoekende en mag hij niet werkloos zijn om redenen afhankelijk van zijn wil. De modaliteiten blijven nagenoeg ongewijzigd. Maar de periode van 360 kalenderdagen begint onder andere op 1 augustus na het laatste school- of academiejaar.

Vroeger begon de kinderbijslagperiode op 1 juli of 1 augustus, naargelang het kind op de dag van zijn inschrijving als werkzoekende jonger dan 18 jaar dan wel 18 jaar of ouder is. Dat onderscheid is immers weggevallen. En er is telkens sprake van 360 kalenderdagen, in plaats van 270 of 180 kalenderdagen.

Let op! De bepaling die de impact van studentenarbeid in de kinderbijslagregeling regelt, wordt geschrapt. Dat is logisch, want in het nieuwe regime wordt de beroepsinschakelingstijd ook niet verlengd of verkort door studentenarbeid tijdens de studies.

In werking

Het wijzigings-KB van 29 maart 2012 treedt retroactief in werking op 1 januari 2012. Op die manier ontstaat er geen rechtsonzekerheid.

Bron: Koninklijk besluit van 29 maart 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 5, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en het koninklijk besluit van 25 februari 1994 tot bepaling van de toekenningsvoorwaarden van de gezinsbijslag in hoofde van de werklozen, BS 26 april 2012

Zie ook:
? Koninklijk besluit van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 5 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, BS 21 augustus 1985 (art. 1 en art. 4 van KB op de Kinderbijslag voor Loonarbeiders)
? Ministerieel besluit van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 1, 38bis, 62 en 87 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering in het kader van de inschakelingsuitkering, BS 30 december 2011
? Koninklijk besluit van 28 december 2011 tot wijziging van de artikelen 27, 36, 36ter, 36quater, 36sexies, 40, 59quinquies, 59sexies, 63, 79, 92, 93, 94, 97, 124 en 131septies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, BS 30 december 2011