Praktijkregels voor ontslaguitkering
Werknemers die ontslagen worden, met of zonder het respecteren van een opzeggingstermijn, hebben recht op een ontslaguitkering wanneer hun ontslag ter kennis gebracht wordt vanaf 1 januari 2012. Toch is het bijhorende uitvoeringsbesluit nu pas verschenen in het Belgisch Staatsblad.
Aanvraag
De ontslaguitkering is de opvolger van de crisispremie voor ontslagen arbeiders. Ze wordt volledig betaald door de RVA, is vrijgesteld van belastingen en is cumuleerbaar met werkloosheidsuitkeringen.
De uitkering wordt aangevraagd aan de hand van een ?werkloosheidsbewijs - formulier C4', afgeleverd door de werkgever.
Dit kan pas na de periode die gedekt is door loon of door een verbrekingsvergoeding. In het KB van 2 juni 2012 heeft men het over de indiening van de aanvraag die kan plaatsvinden, ?ten vroegste vanaf de eerste werkdag, gerekend in het zesdaagse stelsel, volgend op de periode die gedekt is door loon of door een verbrekingsvergoeding'.
De werknemer kan de aanvraag indienen bij een uitbetalingsinstelling naar keuze. Dit is een hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of de uitbetalingsinstelling van een vakbond. De uitbetalingsinstelling stuurt de aanvraag door naar de RVA.
Let op! Er is een deadline. De aanvraag moet bij de RVA toekomen binnen de 6 maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de einddatum van de periode die door loon (of door een verbrekingsvergoeding) gedekt is.
Beroep
De uitkering wordt pas toegekend indien het volledig dossier tijdig toekomt bij het bevoegde werkloosheidsbureau. Tenzij de werknemer overmacht kan inroepen.
Beslist de RVA uiteindelijk om de uitkering niet toe te kennen, dan kan de werknemer daartegen in beroep gaan bij de arbeidsrechtbank. Hij heeft hiervoor 3 maanden de tijd. Bij niet-toekenning van de uitkering moet de werknemer niet opgeroepen worden om gehoord te worden.
Deeltijds werk
Zoals bekend staat de ontslaguitkering open voor arbeiders, dienstboden en werknemers met een arbeidsovereenkomst voor dienstencheques. Het moment waarop de arbeidsovereenkomst aanvangt, is bepalend voor het bedrag van de ontslaguitkering.
Werknemers die onder de ?nieuwe' ontslagregeling vallen, hebben recht op een ontslaguitkering van 1.250 euro. In principe zijn dit de arbeidsovereenkomsten die aangevangen zijn na 31 december 2011.
Is dit niet het geval, dan bedraagt de uitkering:
1.250 euro bij een anciënniteit in de onderneming van minder dan 5 jaar;
2.500 euro bij een anciënniteit in de onderneming van minstens 5 jaar maar minder dan 10 jaar;
3.750 euro bij een anciënniteit in de onderneming van minstens 10 jaar bedraagt.
Anciënniteit staat hier voor de periode dat de werknemer ononderbroken in dienst is gebleven in dezelfde onderneming.
Gaat het om deeltijdse arbeid, dan wordt de uitkering verminderd ?in verhouding tot de arbeidsprestaties voorzien in de arbeidsovereenkomst'. Een voltijdse werknemer in een vergelijkbare situatie is de referentie. Het uitvoeringsbesluit voegt daar nu aan toe dat men bij die vermindering tot de hogere of lagere cent afrondt met een spil van 0,5.
Betaling
Voor de betaling van de uitkering verwijst men naar de klassieke regels uit het werkloosheidsbesluit van 25 november 1991. Ze vindt plaats binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op het tijdstip waarop de beslissing tot toekenning van de uitkering aan de uitbetalingsinstelling werd meegedeeld.
In bepaalde gevallen is de ontslaguitkering niet verschuldigd. Dit is het geval wanneer de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd door de werkgever:
om dringende reden;
tijdens de proefperiode;
met het oog op pensionering of brugpensionering;
voordat de werknemer een anciënniteit van 6 maanden in de onderneming verworven heeft.
De uitkering is ook niet verschuldigd wanneer de werkgever recht heeft op een terugbetaling van een deel van de inschakelingsvergoeding door de RVA.
En de om misbruiken te voorkomen, kan de uitkering naar aanleiding van een ontslag bij dezelfde werkgever slechts één keer per jaar aan de werknemer worden betaald. Het uitvoeringsbesluit verduidelijkt dat in dit geval de betaling geacht wordt verricht te zijn op de eerste werkdag, gerekend in het zesdaagse stelsel, volgend op de periode die gedekt is door loon of door een verbrekingsvergoeding. Het moment dus waarop de aanvraag mogelijk is.
In werking
Het uitvoerings-KB van 2 juni 2012 treedt net als de basisregeling in werking op 1 januari 2012.
Bron: Koninklijk besluit van 2 juni 2012 tot uitvoering van Hoofdstuk 6 van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, BS 14 juni 2012
Zie ook:
? Wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord, BS 28 april 2011 (art. 38 ev. van de IPA-wet)
? Koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, BS 31 december 1991