Meer instapstages voor schoolverlaters
Op 1 januari 2013 wordt de regeling voor instapstages grondig bijgestuurd. Op die manier moeten er meer instapstages komen voor jongeren met hoogstens een diploma of getuigschrift hoger secundair onderwijs.
Instapstage
Instapstages bieden jongeren de kans om bij een stagegever kennis te maken met de arbeidsmarkt. Dit kan een onderneming, een vzw, of een administratieve overheid zijn. In het nieuwe systeem kan de jonge niet-werkend werkzoekende - ?de stagiair' - op die manier gedurende hoogstens 6 maanden één of meer instapstages doorlopen. De stages worden dus langer.
De stagiair kan ervaring opdoen, en hij ontvangt hiervoor sneller een uitkering, aangevuld met een vergoeding van de stagegever. De stagegever van zijn kant krijgt de kans om te zien wat de stagiair in zijn mars heeft, zonder aanwervingsverplichting. Hij moet wel zorgen voor voldoende begeleiding. Maar de verplichting om de werknemer onmiddellijk na het einde van de instapstage in dienst te nemen met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur is verdwenen.
Vroegtijdige beëindiging
De instapstage duurt minstens 3 en hoogstens 6 maanden. Bij vroegtijdige beëindiging van de stage komt de stagiair in aanmerking voor een volgende instapstage indien het verschil tussen het maximum (6 maanden) en de al doorlopen duurtijd van alle vorige instapstages samen minstens 90 dagen bedraagt. De voorziene duurtijd van elke andere instapstage dan de eerste mag wel niet minder bedragen dan dit verschil.
Er zal sprake zijn van een ?vroegtijdige beëindiging' bij een stopzetting om redenen onafhankelijk van de wil van de stagiair, en wanneer de stagiair de overeenkomst beëindigt:
om een dringende reden;
in geval van faillissement, overname of fusie van de onderneming van de stagegever;
omdat de stagegever het opleidingsplan niet naleeft.
Voorwaarden
De stagiair heeft tijdens zijn instapstage voortaan recht op een stage-uitkering onder volgende voorwaarden (cumulatief):
De stagiair is ingeschreven als niet-werkend werkzoekende bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. In Vlaanderen is dat de VDAB.
De stagiair heeft hoogstens een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.
De stagiair mag vóór de start van zijn stage geen negatieve vermelding gekregen hebben bij zijn begeleiding en opvolging. Men heeft het hier over een zogenaamde ?gegevenstransmissie van het bevoegde gewest naar de rijksdienst?. Het kan bijvoorbeeld gaan om de weigering van een diagnosegesprek.
De instapstage begint ten vroegste op de 156e dag van de beroepsinschakelingstijd, en ten laatste op de 310e dag van die periode.
De instapstage is voltijds! De ?maatman? die dezelfde functie uitoefent in de onderneming is hier de referentie. Hoogstens de helft van de stage kan doorgaan buiten de onderneming in een opleidings- of begeleidingsproject. In het huidige regime volstaat het als de instapstage minstens halftijds is en voorziet in een duurtijd van 2 maanden.
De instapstage duurt 3 tot 6 maanden.
De instapstage wordt geregeld door een overeenkomst tussen de stagiair, de stagegever en de betrokken tewerkstellingsdienst. Het systeem is geïnspireerd op de regeling voor de individuele beroepsopleiding.
Bovenop de stage-uitkering krijgt de stagiair van de stagegever een maandelijkse vergoeding van 200 euro! Maar die vergoeding is enkel verschuldigd voor de uren die de stagiair effectief in de onderneming, instelling, organisatie of dienst van de stagegever doorbrengt in het kader van zijn instapstage. De minister kan het bedrag jaarlijks aanpassen.
De stagiair moet elke maand via zijn uitbetalingsinstelling een getuigschrift van aanwezigheid indienen. Hij krijgt geen stage-uitkering voor dagen waarop hij ongewettigd afwezig is.
Let op! Wanneer de bevoegde dienst voor beroepsopleiding bij een vroegtijdige beëindiging attesteert dat de stopzetting ?onvoldoende gerechtvaardigd is en te wijten is aan de stagegever', dan moet de stagegever de vergoeding betalen die hij verschuldigd is, voor de resterende, niet-uitgevoerde overeengekomen duurtijd van de instapstage op voltijdse basis.
Aanvraag
De stagiair zal via zijn uitbetalingsinstelling een uitkeringsaanvraag moeten indienen bij de aanvang van de stage. Hij zal ook een dossier moeten indienen waarin een exemplaar van de stageovereenkomst zit. De aanvraag moet toekomen op het werkloosheidsbureau binnen een termijn van 4 maanden volgend op de maand waarin de stage start.
Uitkering
Het wijzigingsbesluit van 10 november 2012 pint het dagbedrag van de stage-uitkering vast op 26,82 euro. Maar de minister van Werk kan dit bedrag jaarlijks aanpassen op basis van het gemiddeld dagbedrag van de inschakelingsuitkeringen, de vroegere wachtuitkeringen. Net als voordien, leidt arbeid of inkomen niet tot de vermindering van het aantal uitkeringen of tot de verlaging van het dagbedrag van de uitkering.
Indien de stagiair recht heeft op een inschakelingsuitkering die hoger is dan de stage-uitkering, dan heeft de stagiair recht op een stage-uitkering waarvan het dagbedrag gelijk is aan dat van die inschakelingsuitkering. In heel wat gevallen wordt de stage-uitkering gelijkgesteld met een inschakelingsuitkering.
Tot slot moeten we nog meegeven dat het KB van 10 november 2012 ervoor zorgt dat een instapstage kan gevolgd worden door een beroepsopleiding, en omgekeerd.
Bron: Koninklijk besluit van 10 november 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering op het stuk van de instapstages, BS 23 november 2012