Wetgever regelt seksediscriminatie bij verzekeringen
Het Grondwettelijk Hof heeft op 30 juni 2011 een wet vernietigd die discriminatie tussen vrouwen en mannen bij levensverzekeringen mogelijk maakte. De gevolgen van die wet bleven maar van kracht tot 21 december 2012, en toch is de noodzakelijke aanpassingswet nu pas in het Staatsblad verschenen ...
Nieuwe wet
De nieuwe wet zet Richtlijn 2004/113 om, ?ten gevolge van het arrest C-236/09 van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 1 maart 2011'. Dit betekent dat artikel 10 van de Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007 vervangen wordt met ingang van 21 december 2012.
Artikel 12 van diezelfde Antidiscriminatiewet wordt aangevuld. Op die manier brengt de wetgever preciseringen aan in het verantwoordingssysteem voor het directe onderscheid op grond van geslacht, voor bepaalde contracten of regelingen die onder het begrip ?aanvullende regeling voor sociale zekerheid' vallen. Deze contracten of regelingen worden immers ook beïnvloed door het arrest van het Hof van Justitie.
Nieuwe overeenkomsten
Binnen de nieuwe regeling grijpt de wetgever terug naar een ?proportioneel direct onderscheid op grond van het geslacht'. Dit onderscheid is namelijk toegestaan voor de bepaling van verzekeringspremies en -prestaties in levensverzekeringsovereenkomsten die ten laatste op 20 december 2012 werden afgesloten, en op voorwaarde dat het geslacht een bepalende factor is bij de beoordeling van de risico's.
Logischerwijs voegt de wetgever daar nu aan toe dat deze afwijking niet geldt voor nieuwe levensverzekeringsovereenkomsten die afgesloten zijn vanaf 21 december 2012! En daarbij wordt ook verduidelijkt wat ?nieuwe overeenkomsten? in de praktijk betekent.
Een ?nieuwe overeenkomst' impliceert onder andere het sluiten of het wijzigen van een overeenkomst waarvoor het uitdrukkelijke akkoord van alle partijen vereist is. Dit betekent dat de laatste instemming die vereist is voor het sluiten of het wijzigen van de overeenkomst betuigd moet zijn vanaf 21 december 2012. De verlenging van overeenkomsten die vóór die datum werden gesloten en die anders afgelopen zouden zijn, zijn ook ?nieuwe overeenkomsten', aldus de wetgever.
Het direct onderscheid waarvan sprake is enkel toegestaan als het geslacht een bepalende factor is bij de beoordeling van de risico's ?op basis van relevante en nauwkeurige actuariële en statistische gegevens'. Het is de bedoeling dat Nationale Bank van België (NBB) die informatie verzamelt en op haar website publiceert vóór 31 december 2013. Om de 2 jaar komt er een update.
Geen nieuwe overeenkomsten
De wet van 19 december 2012 geeft zelf ook een paar voorbeelden van overeenkomsten die binnen deze regeling niet beschouwd worden als ?nieuwe overeenkomst?:
de automatische verlenging van een verzekeringsovereenkomst volgens de wettelijke bepalingen en de algemene voorwaarden indien geen van de partijen de overeenkomst heeft opgezegd;
de aanpassing van een bestaande overeenkomst op basis van tevoren vastgestelde parameters, als de instemming van de verzekeringnemer niet vereist is;
de uitbreiding van de verzekeringsdekking of het afsluiten van een aanvullende verzekering waarvan de voorwaarden al zijn overeengekomen in een voorakkoord vóór 21 december 2012, zodat deze aanpassing door de eenzijdige wil van de verzekeringnemer intreedt;
de gewone overdracht van een verzekeringsportefeuille van een verzekeraar naar een andere zonder dat de inhoud van de verzekeringsovereenkomsten van die portefeuille wordt gewijzigd.
Net als voordien mogen kosten die verband houden met zwangerschap en moederschap in geen geval tot verschillen in premies en prestaties leiden. En verzekeringsovereenkomsten die in het kader van een aanvullende regeling voor sociale zekerheid worden gesloten, zijn nog steeds uitgesloten. Zij vallen onder een aparte regeling die aangevuld wordt door de nieuwe wet.
Aanvullende SZ-regelingen
De aparte regeling voor ?aanvullende regelingen voor sociale zekerheid? is opgenomen in artikel 12, § 2 van de Antidiscriminatiewet van 10 mei 2007. Enkel binnen die regeling is een direct onderscheid op grond van geslacht te verantwoorden in de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid.
Volgens de wetgever gaat het hier om regelingen die aan werknemers of zelfstandigen ?prestaties verstrekken in aanvulling op de prestaties uit hoofde van de wettelijke regelingen op het gebied van de sociale zekerheid of in de plaats daarvan, ongeacht of aansluiting bij deze regelingen verplicht is of niet'.
Denk bijvoorbeeld aan individuele en collectieve pensioenregelingen. De beslissende criteria bij de beoordeling zijn de band met de beroepsactiviteit en het aanvullende karakter van de uitkering in vergelijking met de uitkeringen van de wettelijke regelingen voor sociale zekerheid.
Aanvulling
Met de wet van 19 december 2012 vult de wetgever dit apart regime voor aanvullende SZ-regelingen aan. Binnen de regeling voor aanvullende SZ-regelingen is een proportioneel direct onderscheid op grond van het geslacht namelijk toegestaan bij de bepaling van premies en prestaties, als het geslacht een bepalende factor is bij de beoordeling van het risico.
En volgens de wetgever is dat enkel mogelijk als het gaat om een overeenkomst of regeling die ten laatste op 20 december 2012 werd gesloten! Bovendien kan dit enkel voor:
Individuele overeenkomsten van zelfstandigen.
Regelingen voor zelfstandigen die slechts één lid tellen.
Verzekeringsovereenkomsten waarbij de werkgever geen partij is (in het geval van werknemers).
Facultatieve bepalingen van aanvullende regelingen voor sociale zekerheid die de deelnemers individueel worden aangeboden voor aanvullende prestaties, of voor de keuze van het tijdstip waarop de normale prestaties voor zelfstandigen zullen ingaan of de keuze tussen verscheidene prestaties.
Aanvullende regelingen voor sociale zekerheid waarin de prestaties worden gefinancierd door middel van bijdragen die door de werknemers op vrijwillige basis worden betaald.
De wetgever lijst zelf verder op welke overeenkomsten en regelingen beantwoorden aan deze omschrijving.
Parallel met het gewijzigde artikel 10, geldt het afwijkend regime niet voor nieuwe contracten of regelingen die gesloten zijn vanaf 21 december 2012. Dezelfde preciseringen geven aan wat er met ?nieuwe contracten of regelingen' precies bedoeld wordt.
Ook de verzameling, de bekendmaking en bijwerking van de ?actuariële en statistische gegevens' komt aan bod. Voor de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening is deze opdracht in handen van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. Voor de verzekeringsmaatschappijen staat de Nationale Bank van België (NBB) in voor de verzameling, publicatie en bijwerking van de gegevens.
Discriminatie
Zoals gezegd, gaat aan de wet van 19 december 2012 een geschiedenis vooraf.
Richtlijn uit 2004/113 verbiedt namelijk discriminatie tussen mannen en vrouwen voor verzekeringen. Het geslacht mag bij de berekening van premies en uitkeringen voor verzekeringsdiensten en aanverwante financiële diensten niet leiden tot verschillen in de premies en uitkeringen van individuele personen.
Maar tegelijk laat de richtlijn uitzonderingen toe. Een wet van 21 december 2007 heeft van die mogelijkheid gebruik gemaakt om een proportioneel direct onderscheid op grond van het geslacht toe te laten als het geslacht een bepalende factor is bij de beoordeling van het risico.
Test-Aankoop
Het ging om een beperkte uitzondering, maar volgens Test-Aankoop ging de wetgever zijn boekje toch te buiten. Dus stapte de consumentenorganisatie samen met twee particulieren naar het Grondwettelijk Hof om de wet van 21 december 2007 te laten vernietigen.
Om een en ander uit te klaren, stelde het hof twee prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie. Die hogere instantie besloot op 1 maart 2011 dat in heel de Europese Unie de laatste verschillen tussen verzekeringspremies voor mannen en vrouwen moeten verdwijnen. Dit betekent dat de uitzonderingsbepaling in richtlijn 2004/113, die als basis diende voor de wet van 21 december 2007, zelf ongeldig is sinds 21 december 2012.
Grondwettelijk Hof
Het Grondwettelijk Hof volgt die zienswijze in zijn arrest. Omdat het verschil in behandeling op grond van het geslacht hier niet redelijk te verantwoorden is, heeft het hof op 30 juni 2011 de artikelen 3 en 4 van de wet van 21 december 2007 vernietigd. Ook de andere bepalingen van die wet konden niet blijven bestaan omdat ze met die artikelen samenhangen. Maar de gevolgen van de vernietigde akte bleven wel behouden tot uiterlijk 21 december 2012.
Het was dus aan de wetgever om een nieuwe regeling uit te werken en uit te maken op elke polissen die van toepassing zal zijn. Dat is nu gebeurd met een wijzigingswet van 19 december 2012. De wetgever liet zich daarbij inspireren door de richtsnoeren die op 13 januari 2012 in het Europees Publicatieblad verschenen zijn.
In werking
De wet van 19 december 2012 treedt retroactief in werking op 21 december 2012.
Bron: Wet van 19 december 2012 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat het geslacht op het gebied van goederen en diensten en van aanvullende regelingen voor sociale zekerheid betreft, BS 25 januari 2013
Zie ook:
Wet van 21 december 2007 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat betreft het geslacht in verzekeringsaangelegenheden, BS 31 december 2007
Arrest 116/2011 - Wet van 21 december 2007 tot wijziging van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen wat betreft het geslacht in verzekeringsaangelegenheden - Vernietiging - Handhaving van de gevolgen