Voorloping hechtenis: dossier elektronisch beschikbaar bij handhavingsprocedure (art. 12-14 DBJ)

Een bevel tot aanhouding van de onderzoeksrechter is maximum 5 dagen geldig. Vóór het verstrijken van die termijn beslist de raadkamer of de voorlopige hechtenis gehandhaafd moet blijven. Maar dit kan enkel nadat de procureur des Konings, de verdachte en/of zijn raadsman zijn gehoord.

Daarom wordt het dossier gedurende de laatste werkdag vóór de verschijning ter beschikking gehouden van de verdachte en zijn raadsman. De Voorlopige Hechteniswet bepaalt dat die terbeschikkingstelling kan gebeuren in de vorm van afschriften die door de griffier voor eensluidend zijn verklaard.

Maar de wet houdende diverse bepalingen betreffende justitie van 27 december 2012 gaat een stap verder. Voortaan zal het dossier vóór de verschijning voor het onderzoeksgerecht namelijk elektronisch ter beschikking gesteld kunnen worden van de verdachte en zijn raadsman. De wetgever verwoordt dit als volgt: ?Deze terbeschikkingstelling kan gebeuren in de vorm van afschriften, in voorkomend geval in elektronische vorm, die door de griffier voor eensluidend zijn verklaard'.

Dezelfde aanpassing wordt herhaald op verschillende punten in de procedure waarop het dossier ter beschikking gehouden wordt.

Deze aanpassingen treden in werking op 10 februari 2013. Dat is 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Bron: Wet van 27 december 2012 houdende diverse bepalingen betreffende justitie, BS 31 januari 2013 (art. 12-14 DBJ)

Zie ook:
Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, BS 14 augustus 1990 (Voorlopige Hechteniswet)