Vlaams integratiebeleid van de toekomst krijgt definitieve vorm

Vlaamse steden en gemeenten krijgen meer autonomie bij de invulling van hun lokaal integratiebeleid. Door het Planlastendecreet maakt het voortaan integraal deel uit van de strategische meerjarenplanning. Er zijn bovendien een pak minder administratieve verplichtingen. De procedure die werd ingevoerd via het decreet van 6 juli 2012 wordt nu verder uitgewerkt in een besluit.

Vijf beleidsprioriteiten

Gemeenten die op basis van het gewijzigde Integratiedecreet een integratiesubsidie willen krijgen, moeten in hun strategische meerjarenplanning aangeven hoe ze op lokaal vlak invulling geven aan de Vlaamse beleidsprioriteiten. Het is nu ook duidelijk wat die prioriteiten zijn. De gemeente

versterkt de sociale samenhang door wederzijdse kennis, openheid en respect tussen mensen te bevorderen, deelname aan het gemeenschapsleven te stimuleren, ontmoeting en samenwerking tussen personen van diverse herkomst en levensbeschouwingen mogelijk te maken en door een consequente aanpak van discriminatie en racisme;

voert een taalbeleid met als doel de gelijke kansen en Nederlandse deelname aan de samenleving te verhogen;

voert een diversiteitsbeleid bij haar eigen diensten. Hierin heeft de gemeente aandacht voor een divers personeelsbeleid, een informatie- en communicatiebeleid met oog voor een correcte beeldvorming en een voldoende gedifferentieerd en toegankelijk aanbod om een kwaliteitsvolle dienstverlening voor alle burgers te garanderen;

versterkt en/of stimuleert de niet-gemeentelijke organisaties en voorzieningen in de verschillende relevante domeinen bij het bereiken van de bijzondere doelgroepen binnen het Integratiedecreet en vergoot hun betrokkenheid in het kader van gelijke kansen voor alle burgers;

maakt structurele participatie van de bijzondere doelgroepen aan het lokale beleid mogelijk.

De procedure om de lokale invulling van de Vlaamse beleidsprioriteiten te beoordelen, zal nog bij ministerieel besluit worden vastgelegd.

Andere subsidievoorwaarden

Verder gelden ook volgende voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie:

uit de meest recente datareeks van de Studiedienst van de Vlaamse regering blijkt dat minstens 10% van de inwoners of minstens 1.000 inwoners van vreemde herkomst is;

de gemeente neemt de regierol over het integratiebeleid op zijn grondgebied op zich;

in de strategische meerjarenplanning worden indicatoren geformuleerd voor de opvolging van het lokale integratiebeleid;

de gemeente staat op de ministeriële lijst van gemeenten die al een integratiesubsidie ontvangen.

Berekening subsidie

Ook de berekening van de subsidie ligt vast. Per gemeente wordt

25% van de middelen verdeeld volgens het aantal personen van vreemde herkomst die in de gemeente wonen;

35% van de middelen verdeeld volgens het aantal personen van vreemde herkomst die in de gemeente wonen, ten opzichte van het totale aantal inwoners van die gemeente;

10% van de middelen verdeeld volgens het aantal kansarme geboorten met een moeder van vreemde herkomst die in de gemeente woont, ten opzichte van het totale aantal kansarme geboorten in die gemeente. Daarbij wordt uitgegaan van het gemiddelde over 3 jaar;

15% van de middelen verdeeld volgens het aantal niet-werkende werkzoekenden jonger dan 25 jaar van vreemde herkomst die in de gemeente wonen, ten opzichte van het totale aantal niet werkende werkzoekenden jonger dan 25 die in de gemeente wonen. Daarbij wordt uitgegaan van het maandgemiddelde over een jaar;

10% van de middelen verdeeld volgens het aantal leerlingen in het gewoon kleuter-, lager- en secundair onderwijs die in de gemeente wonen en die het Nederlands niet als thuistaal hebben, ten opzichte van het totale aantal leerlingen in het gewoon kleuter-, lager- en secundair onderwijs die in de gemeente wonen;

5% van de middelen verdeeld volgens het aantal erkende standplaatsen op residentiële woonwagenterreinen en op doortrekkersterreinen in de gemeente.

Elke gemeente ontvangt minstens 50.000 euro aan subsidies. De verdeling wordt pas vanaf 2016 volledig gerealiseerd. In 2014 en 2015 wordt een geleidelijke overgang voorzien tussen de subsidie die de gemeenten in 2013 ontvingen en de berekende lokale integratiesubsidie. De steden en gemeenten gebruiken de subsidie vóór het einde van de strategische meerjarenplanning.

1 januari 2014

De nieuwe gemeentebesturen zijn volop gestart met de opstelling van hun strategische meerjarenplanning voor de komende 6 jaar. Een aantal bepalingen van het besluit van 26 oktober 2012 treden daarom retroactief in werking op 30 oktober 2012. De uitvoering van de meerjarenplannen start op 1 januari 2014. De meeste bepalingen van het decreet van 6 juli 2012 en het besluit van 26 oktober 2012 treden daarom pas dan in werking.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2012 tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 28 april 1998 betreffende het Vlaamse integratiebeleid, BS 8 februari 2013.

Zie ook
Decreet van 6 juli 2012 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 28 april 1998 betreffende het Vlaamse integratiebeleid en het decreet van 30 april 2009 tot wijziging van het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden, BS 30 juli 2012.
Decreet van 28 april 1998 betreffende het Vlaamse integratiebeleid, BS 19 juni 1998. (Integratiedecreet)