Gerechtsdeurwaarder moet kennisgeving betekening niet langer aangetekend versturen (art. 74 DB Justitie)

Uiterlijk vanaf 1 september 2013 moeten gerechtsdeurwaarders de brieven waarin ze geadresseerden inlichten over de betekening van een exploot, niet meer aangetekend versturen. De maatregel uit de verzamelwet Justitie van 14 januari 2013 moet zorgen voor een aanzienlijke daling van de gerechtskosten.

In burgerlijke zaken wordt al langer aangenomen dat de aangetekende brief geen enkele meerwaarde meer biedt. Nu wordt die redenering ook gevolgd in strafzaken.

In de praktijk komt het er op neer dat een gerechtsdeurwaarder die zijn exploot niet op de normale manier kan betekenen (vb. geadresseerde is niet aanwezig), een afschrift van het exploot in gesloten omslag achterlaat aan de woonplaats (of verblijfplaats van de geadresseerde). Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de betekening, brengt hij de geadresseerde met een brief op de hoogte van de datum en het uur van zijn bezoek. Hij meldt ook dat de geadresseerde of zijn volmachthebber een afschrift van het exploot kan afhalen op zijn kantoor gedurende maximum drie maanden vanaf de betekening. Die brief mag nu met de gewone post verstuurd worden.

De verzamelwet Justitie pint de inwerkingtreding van deze nieuwe bepaling vast op 1 september 2013. Maar de Koning kan deze datum vervroegen.

Bron: Wet van 14 januari 2013 houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie, BS 1 maart 2013. (art. 74)

Zie ook
Gerechtelijk Wetboek (art. 35 en 37)
Wet van 6 april 2010 tot wijziging van diverse bepalingen wat de betekening en de kennisgeving bij gerechtsbrief betreft, BS 23 april 2010.
Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering en informatiseringsvooruitgang binnen justitie, Verslag, Parl. St. Kamer 2011, 53K1804/016.