Collectieve schuldenregeling bezorgt griffies arbeidsrechtbanken minder werk (art. 78-84 DB Justitie)
Goed nieuws voor de griffies van de arbeidsrechtbanken. De wetgever neemt maatregelen om de werklast die de procedures voor collectieve schuldenregeling met zich meebrengen, iets te verminderen.
Geen nieuwe procedure binnen vijf jaar
Bij de herroeping van de aanzuiveringsprocedure - om welke reden dan ook - moet iederen voortaan vijf jaar wachten om een nieuw verzoekschrift voor collectieve schuldenregeling in te dienen. Die wachttermijn van vijf jaar bestond al, maar was eigenlijk alleen van toepassing op fraudegevallen. Hij gold niet voor mensen die hun verplichtingen in het kader van de schuldenregeling niet nakwamen. Die konden op elk moment een nieuw verzoekschrift indienen. Nu dus niet meer.
Recht op bijkomende informatie
Schuldenaar en andere personen moeten voortaan aan de schuldbemiddelaar - als die daarom vraagt - alle informatie bezorgen over de door de schuldenaar uitgevoerde verrichtingen en over de samenstelling en de vindplaats van zijn vermogen.
Tot nu moest de schuldbemiddelaar - als de rechter dat informatierecht niet in zijn beschikking van toelaatbaarheid heeft voorzien - zich daarvoor steeds opnieuw tot de rechter wenden. Nu put hij zijn informatierecht rechtstreeks uit de wet.
De schuldenaar en de derden kunnen zich wel verzetten tegen die vraag van de schuldbemiddelaar. Dit bij de rechter waar de collectieve schuldenregeling aanhangig is. Een eenvoudige schriftelijke verklaring aan de griffie volstaat.
Kennisgeving beschikking van toelaatbaarheid
De griffier moet de beschikking waarbij de collectieve schuldenregeling wordt toegestaan aan heel wat mensen meedelen. Ook bv. aan schuldeisers en personen die een persoonlijke zekerheid hebben gesteld. Tot nu moest de griffier onder meer ook een afschrift van het verzoekschrift bij die kennisgeving voegen. Omdat dat weinig nut heeft, hoeft dat afschrift niet meer.
De schuldeisers kunnen wel zelf rechtstreeks een afschrift van het verzoekschrift bij de griffie vragen.
Ontwerp minnelijke aanzuiveringsregeling
De griffier bezorgt het ontwerp van de minnelijke aanzuiveringsregeling aan de schuldenaar en aan de schuldeisers. Dat moet nog steeds gebeuren bij aangetekende brief. Maar niet meer tegen ontvangstbewijs.
Dat levert een aantal voordelen op: de rechter moet tijdens de procedure niet maar nagaan of alle ontvangstbewijzen binnen zijn. En het leidt ook tot een daling van de kosten.
Einde op vraag van schuldenaar
Voortaan - en dat is volledig nieuw - kan de schuldenaar zelf vragen om een eind te maken aan de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling. Tot nu kon dat alleen op vraag van de schuldbemiddelaar of op vraag van de schuldeiser (herroeping). De schuldenaar zou de beëindiging bv. kunnen vragen als hij zelf vindt dat de aanzuiveringsregeling geen zin meer heeft.
De schuldenaar die de aanzuiveringsregeling wil laten beëindigen vraagt dat via een eenvoudige schriftelijke verklaring neergelegd bij of toegezonden aan de griffie. De rechter behoudt wel zijn beoordelingsbevoegdheid.
Bemiddelingsrekening
De rechter beslist - bij de herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid of van de aanzuiveringsregeling of bij de beëindiging van de aanzuiveringsregeling op vraag van de schuldenaar - meteen ook over de verdeling en de bestemming van de bedragen die op de bemiddelingsrekening beschikbaar zijn.
Administratieve beslissingen
Voortaan kan de griffier bij gewone brief kennisgeven van een aantal pure administratieve beslissingen. Bv. over de staat der kosten van de schuldbemiddelaar. Een aangetekende brief is niet nodig. Dit soort beslissingen heeft maar weinig invloed op de bemiddeling en komen betrekkelijk automatische tot stand. Een gewone brief doet de werklast en de verzendingskosten dalen.
Vervanging schuldbemiddelaar
De griffie brengt enkel de vervangen schuldbemiddelaar, de vervangende schuldbemiddelaar en de schuldenaar op de hoogte van de vervanging van de schuldbemiddelaar. Dat gebeurt bij aangetekende brief.
Het is aan de vervangende schuldbemiddelaar om de vervangingsbeslissing bekend te maken aan de schuldeisers en aan de schuldenaars van de inkomsten (bv. een werkgever). Ook dat gebeurt met een aangetekende brief. De griffie komt hier niet meer tussen.
Andere nieuwigheid is dat de schuldbemiddelaar bij zijn vervanging niet meer vooraf moet gehoord worden. Het kan nog wel. In veel gevallen heeft het immers weinig nut om hem vooraf te horen. Bv. wanneer hij vervangen wordt omdat hij met zijn activiteiten stopt.
Inwerkingtreding
De nieuwe regels treden in werking op 1 september 2013. Maar een KB kan een eerdere datum vastleggen.
Bron: Wet van 14 januari 2013 houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie, BS 1 maart 2013 (art. 78-84 DB Justitie)
Zie ook:
Gerechtelijk Wetboek, art. 1675/2, 1675/8, 1675/9, 1675/10, 1675/15, 1675/16, 1675/17