Verbod op gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
In 2011 besliste Europa om strenger op te treden tegen het gebruik van gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparaten (EEA). Dat leidde tot richtlijn 2011/165. Die tekst wordt nu omgezet in nationaal recht.
Toepassing
Oorspronkelijk moest de nieuwe EEA-richtlijn tegen 22 juli 2013 worden omgezet in nationaal recht. Maar een ?rectificatie' heeft die deadline verschoven naar 2 januari 2013. Vandaar dat het KB van 17 maart 2013 retroactief in werking treedt op 3 januari 2013.
De tekst omschrijft het toepassingsgebied van de nieuwe nationale regeling in detail. Een eerste bijlage bevat de apparaten die onder de nieuwe regeling vallen. Het gaat om:
Grote huishoudelijke apparaten
Kleine huishoudelijke apparaten
IT- en telecommunicatieapparatuur
Consumentenapparatuur
Verlichtingsapparatuur
Elektrisch en elektronisch gereedschap
Speelgoed, ontspannings- en sportapparatuur
Medische hulpmiddelen
Meet- en regelapparatuur (met inbegrip van industriële meet- en regelapparatuur)
Automaten
Andere EEA die niet onder een van de bovenstaande categorieën vallen (restcategorie)
Uitzondering
De apparaten die niet onder de nieuwe regeling vallen, worden in de tekst van het besluit opgesomd. Het gaat om:
Apparatuur die nodig is voor de staatsveiligheid
Ruimteapparatuur
Apparatuur als deel van apparatuur die uitgesloten is of buiten het toepassingsgebied valt
Grote, niet verplaatsbare industriële installaties
Grote vaste installaties
Vervoermiddelen (met uitzondering van elektrische tweewielers zonder typegoedkeuring)
Mobiele machines (niet voor de weg bestemd en uitsluitend beroepsmatig)
Actieve, implanteerbare medische hulpmiddelen
Fotovoltaïsche panelen (permanent gebruik voor openbare, commerciële, industriële en residentiële toepassingen)
Apparatuur voor onderzoek en ontwikkeling (door een bedrijf aan een ander bedrijf)
Verbod
Het KB van 17 maart 2013 bevat een omvangrijke lijst met definities. Zo wordt ?elektrische en elektronische apparatuur' (EEA) omschreven als ?apparaten die afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1.000 volt bij wisselstroom en 1.500 volt bij gelijkstroom'.
Na de definities behandelt het nieuwe KB het verbod op het in de handel brengen van apparatuur die bepaalde gevaarlijke stoffen bevat. Die stoffen worden opgenomen in een tweede bijlage. Het gaat om bepaalde stoffen waarvoor maximumconcentraties in homogene materialen (gewichtspercentage) gelden:
Lood (0,1%)
Kwik (0,1%)
Cadmium (0,01%)
Zeswaardig chroom (0,1%)
Polybroombifenylen (PBB's) (0,1%)
Polybroomdifenylethers (PBDE's) (0,1%)
Ook eventuele kabels en reserveonderdelen voor de reparatie, het hergebruik, het aanpassen van functionele aspecten, of het verbeteren van de capaciteit van de apparatuur vallen onder dit verbod. Logischerwijs is dit niet het geval voor onderdelen die vóór de aangegeven data in de handel gebracht zijn.
Dit verbod zal in de toekomst uitgebreid worden tot:
Medische hulpmiddelen en meet- en regelapparatuur (vanaf 22 juli 2014)
Medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (vanaf 22 juli 2016)
Industriële meet- en regelapparatuur (vanaf 22 juli 2017)
De nieuwe EEA-richtlijn heeft er namelijk voor gezorgd dat de verbodsnormen voor meer producten gelden. De lijst met gevaarlijke stoffen is niet veranderd.
Uitzondering
Het verbod is niet van toepassing op:
kabels of reserveonderdelen van apparaten die vóór 1 juli 2006 in de handel gebracht zijn;
kabels of reserveonderdelen van apparaten waarvoor een vrijstelling is verleend, en die voor het verstrijken van die uitzondering in de handel zijn gebracht, voor zover het die specifieke vrijstelling betreft;
hergebruikte reserveonderdelen uit apparatuur die vóór 1 juli 2006 in de handel is gebracht, en gebruikt wordt in apparatuur die vóór 1 juli 2016 in de handel is gebracht. Maar dan moet het hergebruik wel plaatsvinden in controleerbare, gesloten business-to-business inruilsystemen. Bovendien moet de consument ingelicht worden over het hergebruik;
de in de bijlagen III en IV genoemde toepassingen. Het gaat hier bijvoorbeeld om kwik in (compacte) fluorescentielampen met enkelvoudige lampvoet en loden lagers in röntgenbuizen.
Een aanvraag voor verlening, verlenging of intrekking van een vrijstelling moet worden ingediend bij de Europese Commissie. De manier van werken komt aan bod in bijlage V. De aanvraag moet een reeks gegevens vermelden.
Fabrikanten
Het verbod zorgt voor verplichtingen voor de marktdeelnemers. Zo moeten fabrikanten die de apparatuur in de handel brengen, waarborgen dat hun producten voldoen aan de nieuwe eisen. Ze moeten de vereiste technische documentatie opstellen en ze zorgen voor een interne productiecontrole. Ze moeten ook een EU-conformiteitsverklaring opstellen en de CE-markering aanbrengen op het eindproduct. De verklaring moet samen met de technische documentatie bewaard worden tot 10 jaar nadat de apparatuur in de handel is gebracht.
Verder moeten de fabrikanten ervoor zorgen dat:
ze beschikken over procedures om de conformiteit van hun serieproductie te blijven waarborgen;
ze een register bijhouden van non-conforme producten en teruggeroepen apparaten;
ze op hun product een type-, partij- of serienummer, of een ander identificatiemiddel aanbrengen (dit kan ook op de verpakking of in een bijgevoegd document);
ze hun naam, geregistreerde handelsnaam of hun geregistreerde merknaam en het contactadres op hun product vermelden (dit kan ook op de verpakking of in een bijgevoegd document). Het adres moet één enkele plaats aangeven waarop de fabrikant kan worden gecontacteerd!
ze onmiddellijk corrigerende maatregelen nemen om de apparatuur conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Indien nodig brengen ze de overheid op de hoogte;
ze op verzoek alle informatie en documentatie bezorgen aan de overheid om de conformiteit van de apparatuur aan te tonen;
gebruikers in particuliere huishoudens via de gebruiksaanwijzing gratis informatie krijgen over de gevolgen voor het milieu, de recyclage ? Er wordt een specifiek symbool gebruikt voor apparaten die na 13 augustus 2005 in België op de markt zijn gebracht.
Importeurs
Het nieuwe KB bevat ook specifieke verplichtingen voor importeurs:
Ze mogen alleen apparaten in de handel brengen die voldoen aan de normen.
Ze zien erop toe dat de fabrikant de juiste conformiteitsbeoordeling heeft uitgevoerd.
Ze zorgen ervoor dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld, dat de apparaten de vereiste CE-markering bevatten en vergezeld gaan van de vereiste documenten, en dat de fabrikant aan de eisen voldoet.
Ze vermelden hun naam, geregistreerde handelsnaam of hun geregistreerde merknaam en het contactadres op het apparaat (dit kan ook op de verpakking of in een bijgevoegd document).
Ze houden een register bij van non-conforme producten en teruggeroepen apparaten.
Ze nemen onmiddellijk corrigerende maatregelen om de apparatuur conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Indien nodig brengen ze de overheid op de hoogte.
Ze houden gedurende 10 jaar na het in de handel brengen van de apparatuur een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de markttoezichthouder, en ze zorgen ervoor dat ze de technische documentatie op verzoek kunnen tonen. Op verzoek moeten ze ook andere informatie en documentatie kunnen voorleggen om de conformiteit aan te tonen.
Niet-conforme apparaten komen niet in de handel alvorens ze conform zijn gemaakt. De importeur brengt de fabrikant en de markttoezichthouder hiervan op de hoogte.
De marktdeelnemers delen, op verzoek, aan de markttoezichthouder gedurende een periode van 10 jaar na het in de handel brengen van de apparatuur mee:
welke marktdeelnemer bepaalde apparatuur aan hen heeft geleverd;
aan welke marktdeelnemer zij bepaalde apparatuur hebben geleverd.
Ook voor de distributeurs zijn er gelijkaardige verplichtingen.
Let op! Een importeur of een distributeur wordt hier als een fabrikant beschouwd wanneer:
hij apparatuur onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt; of
hij al in de handel gebrachte apparaten zodanig wijzigt dat de conformiteit met de toepasselijke eisen in het gedrang kan komen.
Markering
De EU-conformiteitsverklaring vermeldt dat het aangetoond is dat aan de eisen is voldaan. De structuur van de verklaring komt aan bod in een aparte bijlage en wordt voortdurend bijgewerkt. Ze wordt opgesteld in een taal die de bevoegde overheid en de markttoezichthouder gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek moet het document worden vertaald in het Nederlands, in het Frans of in het Duits.
Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het apparaat met de bepalingen van het KB van 17 maart 2013 op zich.
De CE-markering wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar op het afgewerkte apparaat of op het gegevensplaatje aangebracht. Dit kan ook op de verpakking en in de begeleidende documenten. De markering wordt aangebracht voordat het apparaat in de handel wordt gebracht. Oneigenlijk gebruik van de CE-markering is verboden.
Indien het bewijs van het tegendeel ontbreekt, wordt de apparatuur met CE-markering geacht aan de eisen van dit besluit te voldoen.
Voor het opsporen en bestraffen van de inbreuken op de nieuwe regeling verwijst men onder andere naar de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming.
In werking
Het KB van 17 maart 2013 treedt retroactief in werking op 3 januari 2013. Het KB van 12 oktober 2004 inzake het voorkomen van gevaarlijke stoffen in elektrische en de elektronische apparatuur wordt opgeheven.
Let op! Apparaten waarvoor vroeger geen normen bestonden, mogen nog met gevaarlijke stoffen op de markt gebracht worden tot 22 juli 2019, ook al voldoen ze niet aan de nieuwe eisen.
Bron: Koninklijk besluit van 17 maart 2013 tot beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, BS 17 april 2013
Zie ook:
? Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende de beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur, Pb.L. 1 juni 2011, afl. 174 (EEA-richtlijn)