Planologisch attest altijd aanvragen bij gemeente
Bedrijven die een planologisch attest willen, dienen vanaf 1 augustus 2013 hun aanvraagdossier altijd in bij de gemeente. Zij zal dan - indien nodig - het dossier overmaken aan het Vlaams gewest of de deputatie. Maar in de meeste gevallen zal de gemeente het dossier zelf verder afhandelen.
Indienen bij gemeente
Bedrijven dienen hun aanvraagdossier voortaan altijd in bij de gemeente waar het bedrijf ligt. Meer bepaald bij het schepencollege. Tot nu moesten de dossiers bezorgd worden aan de Vlaamse gedelegeerde planologische ambtenaar. Maar omdat die de meeste dossiers toch moest overmaken aan de gemeente, is gekozen om de gemeentelijke overheid bevoegd te maken voor de ontvangst van de dossiers.
Aanvraag
De aanvraag gebeurt met een specifiek aanvraagformulier. De regering heeft een voorlopig formulier opgesteld, in afwachting van het definitieve formulier dat minister Muyters nog moet opmaken.
In het aanvraagdossier moeten heel wat documenten steken.
Het bedrijf moet aantonen dat het ofwel onderworpen is aan de milieuvergunningsplicht of de milieumeldingsplicht ofwel een volwaardig land- of tuinbouwbedrijf is.
Het voegt ook een aantal recente kadastergegevens toe.
In het dossier steken drie plannen:
een plan met de bestaande toestand van het bedrijf, van de gronden waarop een eventuele gewenste uitbreiding plaats zou vinden en van de onmiddellijke omgeving. Met aanduiding van een aantal specifieke elementen;
een overzichtsplan van de stedenbouwkundige vergunningstoestand van het bedrijf, met aanduiding van de constructies, de functies en het grondgebruik die vergund zijn of die geacht worden vergund te zijn en met aanduiding van niet-vergunde elementen; en
een plan van de gewenste toestand van het bedrijf, met een duidelijk onderscheid tussen ontwikkelingen op korte en lange termijn. Ook hier met specifieke aanduidingen.
Bedrijven met verschillende vestigingen, meerdere in gebruik genomen sites of gronden in reserve voegen hiervan een overzichtskaart bij.
Het dossier is ook met foto's gedocumenteerd. Minstens 10. Die moeten een duidelijk zicht geven van de bestaande toestand van het bedrijf, de gronden waarop een eventuele uitbreiding zal gebeuren en de onmiddellijke omgeving.
Daarnaast moeten ook documenten toegevoegd worden die de stedenbouwkundige vergunningstoestand aantonen. Het kan bv. gaan om uittreksels uit het vergunningenregister of afschriften van stedenbouwkundige vergunningen.
Belangrijk zijn ook de toelichting en motivering van de aanvraag. En de documenten waaruit blijkt dat voldoen is aan de milieueffectrapportageverplichtingen.
Indien nodig, moet ook een passende beoordeling (speciale beschermingszones) of verscherpte natuurtoets bijgevoegd worden, met het advies hierover van de bevoegde instanties.
Ruimtelijke planners
De opmaak van de aanvraag moet voortaan gebeuren onder de verantwoordelijkheid van een ruimtelijke planner.
Analoge en digitale exemplaren
De aanvraag wordt ingediend in twee analoge exemplaren en een digitaal exemplaar. Als het bedrijf in meer dan één gemeente ligt, komen er per bijkomende gemeente twee extra analoge exemplaren bij
Ontvankelijkheid
De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvraag. In negen gevallen moet hij de aanvraag onontvankelijk verklaren. De aanvraag zal onontvankelijk zijn als ze bv. niet is meeondertekend door een ruimtelijke planner of als ze niet per beveiligde zending is ingediend.
Naar bovengemeentelijk niveau
In principe handelt de gemeente de aanvraag zelf af. Maar in een aantal gevallen gebeurt dit op bovengemeentelijk niveau: door het gewest of door de deputatie. Daar kunnen drie redenen voor zijn: de ligging, het type bedrijf en de omvang.
Ligging
De ligging van het bedrijf kan ervoor zorgen dat niet de gemeente, maar wel de minister voor ruimtelijke ordening of de deputatie over de aanvraag moet beslissen.
Hieronder vindt u een overzicht van de bevoegdheden die gebaseerd zijn op de ligging.
Ligging
Bevoegde overheid
Percelen liggen binnen een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (of ontwerp) en gewenste werken of handelingen zijn in strijd met de voorschriften hiervan
Vlaams minister van ruimtelijke ordening
Percelen liggen binnen een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (of ontwerp) en gewenste werken of handelingen zijn in strijd met de voorschriften hiervan
Deputatie
Percelen liggen voor meer dan een halve hectare in het VEN of in een habitatrichtlijngebied
Vlaams minister van ruimtelijke ordening
Aanvraag door een recreatief bedrijf actief op een locatie die in een provinciaal ruimtelijke structuurplan (PRS) geselecteerd is als behorend tot toeristisch-recreatieve structuur op provinciaal niveau
Deputatie
Aanvaag door een bedrijf in een gebied met kleinhandelsbedrijven of een concentratie van kleinhandelsbedrijven waarin de provincie in haar PRS beslist heeft dat ze er een planningsinitiatief voor neemt
Deputatie
Op die eerste twee regels is wel een uitzondering: de gemeente zal toch beslissen als de gewestelijke of provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen toelaten dat de gemeente een plan vaststelt voor gebouwen en constructies waarvan de functie geen verband houdt met de algemene bestemming van het gebied. Die ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten tevens bepalen dat de voorschriften van de gemeentelijke plannen voorrang hebben op de gewestelijke of provinciale plannen.
Type bedrijf
Ook het type bedrijf kan het gewest of de provincie bevoegd maken voor het planologisch attest.
Een overzicht
Type bedrijf
Bevoegde overheid
Herstemming naar ontginningsgebied
Vlaams minister van ruimtelijke ordening
Behoud, uitbreiding of vestiging van een verwerkingseenheid voor delfstoffen
Vlaams minister van ruimtelijke ordening
Behoud of ontwikkeling van een terrein voor het vliegen met ULM of sportvliegtuigen
Vlaams minister van ruimtelijke ordening
Behoud of ontwikkeling van een golfterrein van meer dan 9 holes of met een oppervlakte van 40 ha of meer
Vlaams minister van ruimtelijke ordening
Behoud of ontwikkeling van een golfterrein van maximum 9 holes en een oppervlakte van meer dan 8 hectare en minder dan 40 hectare
Deputatie
Behoud of ontwikkeling van een gereglementeerd terrein voor lawaaisporten
Deputatie
Aanvraag door een bedrijf met meer dan de helft van de omzet uit kleinhandel (bestaand of beoogd), dat de kleinhandelsoppervlakte met meer dan 50 procent wil uitbreiden waardoor die meer dan 0,5 hectare bedraagt en waarvan de percelen (of een deel ervan) liggen buiten de grenzen van een stedelijk gebied
Deputatie
Omvang
Ook de omvang van een bedrijf kan ervoor zorgen dat het bovengemeentelijk niveau over het planologisch attest beslist.
Het gaat dan om aanvragen die een uitbreiding beogen van de voor de bedrijfsvoering gebruikte terreinoppervlakte met meer dan 100 procent of met meer dan 15 procent. In het eerste geval moet de gebruikte terreinoppervlakte na uitbreiding groter zijn dan 3 hectare, in het tweede geval groter dan 5 hectare.
Als dergelijke percelen in een gemeente liggen die volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen deel uitmaken van een groot- of regionaalstedelijk gebied, het Economisch Netwerk Albertkanaal of het buitengebied maar niet geselecteerd is als specifiek economisch knooppunt, beslist de minister voor ruimtelijke ordening.
De deputatie beslist over de aanvraag als de percelen liggen in ofwel
een gemeente die ? volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ? in een kleinstedelijk gebied ligt of geselecteerd is als specifiek economisch knooppunt; of
een concentratiegebied van bedrijven dat volgens het Structuurplan geselecteerd is als bijzonder economisch knooppunt.
Volgorde
Wanneer een aanvraag voldoet aan de criteria die een toewijzing aan zowel het gewest als de provincie veronderstellen, moeten de criteria in de volgorde van ?ligging', ?type' en ?omvang' toegepast worden.
Procedure
De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bezorgt binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag een ontvangstbewijs aan het bedrijf, met kennisgeving van de overheid die bevoegd is voor de beslissing. Uiteraard enkel als het dossier ontvankelijk en volledig is.
Als de gemeente niet bevoegd is, stuurt de ambtenaar onmiddellijk na de afgifte van het ontvangstbewijs een papieren exemplaar en het digitale exemplaar daar naar de Vlaamse Regering of de deputatie.
De bevoegde overheid organiseert een openbaar onderzoek. En dat start uiterlijk de zestigste dag na de afgifte van het ontvangstbewijs. Bekendmaking gebeurt door een bericht van aanplakking. Alle eigenaars van aangrenzende percelen krijgen een aangetekende brief.
Als de Vlaamse Regering of de deputatie de bevoegde overheid is, dan meldt ze de gemeente de start- en einddatum van het openbaar onderzoek.
Het exemplaar van de aanvraag ligt tijdens het openbaar onderzoek altijd ter inzage bij het gemeentebestuur. Is een andere overheid bevoegd, dan kan men het ook inkijken bij haar.
Adviezen
Alle instanties die over het eventueel op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan advies moeten geven, krijgen van de bevoegde overheid een adviesvraag. Het digitaal exemplaar is bij de adviesvraag gevoegd. Of de adviesvragen vermelden het adres van de beveiligde webpagina waar de adviesinstanties de aanvraag kunnen raadplegen.
De adviesinstanties bezorgen - uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek - hun advies aan de gemeentelijke of provinciale commissie voor ruimtelijke ordening of aan de Vlaamse minister voor ruimtelijke ordening. Afhankelijk van wie de bevoegde overheid is. Het college van burgemeester en schepen en de deputatie doen hetzelfde
De gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar (als de gemeente bevoegd is) en de gedelegeerde planologische ambtenaar (als de deputatie of het gewest bevoegd is) versturen hun advies naar de bevoegde overheid - ook ten laatste op de laatste dag van het openbaar onderzoek.
Beslissing
De bevoegde overheid beslist binnen 120 dagen na het einde van het openbaar onderzoek. Wanneer de beslissingsbevoegdheid bij de gemeente ligt, is het voortaan de gemeenteraad die beslist en niet meer het college van burgemeester en schepenen.
De Vlaamse Regering heeft een voorlopig modelformulier voor het planologisch attest opgemaakt. Ook hier is het nog aan de minister van ruimtelijke ordening om een definitief model op te stellen.
Planologisch attest
Nog even ter herinnering. Een planologisch attest vermeldt of een bedrijf kan behouden worden op de plaats waar het gevestigd is. En wat zijn ontwikkelingsmogelijkheden zijn op het vlak van ruimtelijke ordening. Het attest maakt ook duidelijk of er een planwijziging wordt opgestart of niet.
Inwerkingtreding
De nieuwe regeling treedt in werking op 1 augustus 2013. Aanvragen die voordien zijn ingediend worden nog afgehandeld volgens de oude regels.
Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2013 tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest, BS 2 juli 2013.
Zie ook:
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, art. 4.4.25