Hogere vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor wetenschappelijk onderzoek (art. 3, art. 4 en art. 7, DB Fiscaal)

Universiteiten, hogescholen, erkende wetenschappelijke instellingen en ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan wetenschappelijke onderzoekers moeten slechts 25% van de bedrijfsvoorheffing (BV) op deze bezoldigingen doorstorten naar de Schatkist. Ze mogen dus 75% voor zichzelf houden, maar ze moeten de BV wel voor 100% inhouden. Om het wetenschappelijk onderzoek te steunen, trekt de Regering vanaf 1 juli 2013 dit vrijstellingspercentage van 75% op tot 80%.

De onderzoeksprojecten of -programma's moeten voortaan wel voldoen aan de ?definitie van wetenschappelijk onderzoek'. En de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid moet ze eerst goedkeuren.

Definitie wetenschappelijk onderzoek

Nieuwe onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's moeten vanaf 1 januari 2014 volgende doelen hebben (nieuwe §3, art. 2753, WIB 1992):

fundamenteel onderzoek: experimentele of theoretische activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd;

industrieel onderzoek: planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden voor de ontwikkeling van nieuwe producten, procedés of diensten, of om bestaande producten, procedés of diensten aanmerkelijk te verbeteren. Het omvat de vervaardiging van onderdelen van complexe systemen, die noodzakelijk is voor industrieel onderzoek, nl. voor de validering van generale technologieën, met uitzondering van prototypes;

experimentele ontwikkeling: het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere kennis en vaardigheden voor plannen, schema?s of ontwerpen van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, procedés of diensten. Hieronder kan ook de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, procedés of diensten worden verstaan en het vastleggen van informatie daarover. Deze activiteiten kunnen ook het maken van ontwerpen, tekeningen, plannen en andere documentatie omvatten, mits zij niet voor commercieel gebruik zijn bestemd.

De ontwikkeling van commercieel bruikbare prototypes en proefprojecten valt eveneens onder experimentele ontwikkeling indien het prototype noodzakelijkerwijs het commerciële eindproduct is en de productie ervan te duur is om alleen voor demonstratie en validatiedoeleinden te worden gebruikt.

Onder ?experimentele ontwikkeling' wordt niet verstaan routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante werkzaamheden, zelfs als deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden.

Aanmelding bij FOD Wetenschapsbeleid

De onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's komen enkel in aanmerking als ze zijn aangemeld bij de Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, met opgave van:

de identificatie van de schuldenaar van de bedrijfsvoorheffing;

de beschrijving van het project of programma waarbij wordt aangetoond dat het fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling tot doel heeft;

de verwachte aanvangsdatum en de vooropgestelde einddatum van het project of programma.

De Koning zal de procedure en de modaliteiten van de aanvraag tot goedkeuring vastleggen. Hij zal ook bepalen binnen welke termijn de Programmatorische FOD Wetenschapsbeleid zijn ?bindend advies' moet geven.

Als de Programmatorische FOD Wetenschapsbeleid beslist dat de onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's niet beantwoorden aan de doelstellingen, dan zal de al toegepaste vrijstelling van doorstorting worden teruggenomen.

Overgangsregeling

Voor projecten of programma's die al bestaan op 1 januari 2014 geldt er een overgangsregeling. Zij moeten niet aangemeld worden tot 31 december 2014.

Maar, vanaf 1 januari 2015 moeten ook zij aan de bovenstaande ?definitie van wetenschappelijk onderzoek' voldoen en geldt voor hen ook de verplichte aanmelding.

Geen verplichte melding voor?

Volgens de memorie van toelichting (p. 7) bij het ?wetsontwerp houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling? zouden de nieuwe regels met betrekking tot onderzoeks- of ontwikkelingsprojecten of -programma's enkel van toepassing zijn op de in artikel 2753, § 1, derde lid, WIB 1992, bedoelde ondernemingen. Dat zijn:

ondernemingen die bezoldigingen toekennen of uitbetalen aan onderzoekers die aan onderzoeksprojecten werken ter uitvoering van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met universiteiten en hogescholen, gevestigd in de EER, of erkende wetenschappelijke instellingen;

vennootschappen die onder de definitie van ?Young Innovative Company? vallen en bezoldigingen toekennen of uitbetalen aan wetenschappelijk personeel;

ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan onderzoekers met een master- of doctorsdiploma in de privésector.

Universiteiten, hogescholen en erkende wetenschappelijke instellingen (art. 2753, § 1, eerste en tweede lid, WIB 1992) zouden vrijgesteld worden van de verplichting om hun projecten te melden. Voor hen zou de ?definitie van wetenschappelijk onderzoek' dus niet gelden.

Bron: Wet van 17 juni 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling, BS 28 juni 2013 - art. 3, art. 4 en art. 7.