Nieuw algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds
Omdat het Brussels Waarborgfonds nieuwe sociaaleconomische uitdagingen moet aangaan met als gevolg een toename en diversificatie van zijn werklast, werd beslist om de werking en de organisatie ervan aan te passen. Die hervorming resulteert in de afschaffing van één van de wijzen van tussenkomst en door de splitsing van de Snelwaarborg in drie varianten.
Wijze van tussenkomst
Het Brussels Waarborgfonds, waarborgt, binnen de perken van zijn tussenkomst, de terugbetaling in kapitaal en interest van het door een kredietinstelling toegestaan beroepskrediet.
De belangrijkste wijziging die aan de nieuwe versie van het algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds werd aangebracht is de afschaffing van een wijze van tussenkomst, namelijk de Vereenvoudigde waarborg. Voor de drie resterende wijzen van tussenkomst, met name het Voorakkoord, de Waarborg op aanvraag en de Snelwaarborg, gelden voortaan specifieke (maar toch nauw verwante) toepassingsmodaliteiten. Voorts wordt de Snelwaarborg aangeboden in drie varianten.
Waarborg op aanvraag
De Waarborg op aanvraag dient voor de financiering van verrichtingen die rechtstreeks bijdragen aan de oprichting, de uitbreiding, de omscholing, de concurrentiekracht, de heruitrusting of de modernisering van de ondernemingen. Meer bepaald kan dergelijke waarborg worden aangevraagd voor volgende verrichtingen:
de rechtstreekse financiering van investeringen in gebouwde en ongebouwde onroerende goederen die bestemd zijn voor de uitoefening van professionele activiteiten, alsook van investeringen in werktuigen, materieel en ander roerende goederen;
de rechtstreekse financiering van immateriële investeringen, zoals marktstudies, de organisatie, het onderzoek of het op punt stellen van prototypes, van producten, nieuwe fabricageprocedés en methodes inzake commercialisering, alsook de aankoop van licenties en brevetten;
de samenstelling van een bedrijfskapitaal en de wedersamenstelling ervan, mits het gediend heeft voor de financiering van de in aanmerking komende investeringen;
de terugbetaling van één of meer kredieten tot financiering van de in aanmerking komende investeringen, voor zover deze vervanging een verbetering van de financiële structuur van de aanvrager teweegbrengt;
de geïsoleerde inbreng van fondsen om de incidentele negatieve gevolgen te ondervangen van een natuurramp, werken of een uitzonderlijke gebeurtenis zoals bepaald door de Minister, en die de economische overleving van de aanvrager in gevaar brengen.
Dekking
Voor de aflosbare kredieten (dit zijn de kredieten waarvan het bedrag, de duur en de periodieke terugbetalingen vooraf werden vastgelegd) bedraagt de tussenkomst steeds 65% van het bedrag. Voor de starters kan die tussenkomst verhoogd worden tot 80%. De waarborg is beperkt tot 10 jaar.
Voor de niet-aflosbare kredieten bedraagt het maximum percentage van de tussenkomst 50%. Voor de duur van de tussenkomst moet volgend onderscheid worden gemaakt:
het te dekken krediet bedraagt minder dan 500.000 euro: de duur van de tussenkomst is maximum 5 jaar;
het te dekken krediet is gelijk aan of hoger dan 500.0000 euro: de duur van de tussenkomst wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur, maar mag de 5 jaar niet overschrijden.
Aanvraagprocedure
De waarborg moet aangevraagd worden door de kredietinstelling (KI), door middel van een door de Raad van Bestuur goedgekeurd formulier. Dit formulier vermeldt de voorwaarden waaronder de KI het krediet toestaat, alsmede verscheidene gegevens zoals:
een verklaring van de KI betreffende het feit dat de commerciële eerbaarheid van de aanvrager is vastgesteld op basis van de goede praktijken die van kracht zijn binnen de KI;
de professionele bekwaamheden van de aanvrager;
- de technische, economische en financiële aspecten van het investeringsproject;
het financieringsplan;
de aanwezigheid van een positief bedrijfskapitaal;
de leefbaarheid van de onderneming;
de financiële structuur:
de door de KI gemaakte analyse van de waarde van de voorgestelde zakelijke en persoonlijke zekerheden;
in voorkomend geval, de goedkeuring van de Minister, als de aanvraag betrekking heeft op een waarborg van meer dan 500.000 euro;
het bestaan van kredieten, van welke aard ook, aangegaan bij elke KI zonder tussenkomst van het Fonds, evenals de nog door de begunstigde verschuldigde bedragen en de waarborgen uitgegeven in ruil voor deze kredieten.
Binnen 15 dagen vanaf de ontvangst van het volledig dossier van de aanvraag, moet het Fonds een beslissing nemen. De toekenning van de Waarborg op aanvraag wordt bekrachtigd door de ondertekening van een Waarborgakte, opgemaakt in het Fonds. In geval van weigering kan, binnen de maand vanaf de beslissing, bij het Fonds een verzoek tot heronderzoek worden ingediend.
Voorakkoord
Het Voorakkoord is een akkoord dat door het Fonds rechtstreeks aan de aanvrager wordt verleend, en uitwerking heeft zodra de KI een aanvraag tot bevestiging van dat Voorakkoord indient. Het is aan dezelfde voorwaarden onderworpen als de Waarborg op aanvraag, behalve voor wat de aanvraagprocedure betreft.
Voorakkoorden moeten aangevraagd worden door middel van het daartoe door het Fonds opgestelde formulier, vergezeld gaande van een samenvatting van de verrichting waarvoor het Voorakkoord wordt aangevraagd. De aanvraag moet dezelfde gegevens bevatten als de Waarborg op aanvraag, met uitzondering van de verklaring van de KI betreffende de commerciële eerbaarheid (die hier rechtstreeks door de KI wordt beoordeeld) en de door de KI verrichte analyse van de waarde van de voorgestelde zakelijke en persoonlijke zekerheden.
Het Voorakkoord geldt voor een periode van vier maanden vanaf de beslissing van de Raad van Bestuur. Binnen deze termijn moet de KI, bij dewelke de begunstigde die in het bezit is van het Voorakkoord zijn kredietaanvraag heeft ingediend, tot het Fonds een verzoek tot bevestiging van het Voorakkoord richten. Dat verzoek tot bevestiging moet vergezeld gaan van het dossier van de begunstigde, aangevuld met de analyse van de waarde van de zekerheidsstellingen en van de verklaring dat er een positief bedrijfskapitaal aanwezig is.
Binnen 15 dagen vanaf de ontvangst van het volledig dossier van de aanvraag, moet het Fonds een beslissing nemen. In geval van weigering kan, binnen de maand vanaf de beslissing, bij het Fonds een verzoek tot heronderzoek worden ingediend.
Snelwaarborg
Klassieke Snelwaarborg
De klassieke Snelwaarborg is bestemd om volgende beroepsinvesteringen te financieren, voor zover het te dekken krediet niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een terbeschikkingstelling van de fondsen door de KI:
de aankoop, de bouw of de verbouwing van een professioneel onroerend goed;
de installatiewerken van een professionele activiteit in een onroerend goed;
de aankoop van materiaal;
de financiële leasing van roerende of onroerende goederen;
de financiering van immateriële investeringen;
de overname van het geheel of een gedeelte van een beroepsactiviteit;
het borgstellingskrediet indien het verband houdt met de beroepsactiviteit en het een modaliteit van een kredietopening uitmaakt;
een krediet om het bedrijfskapitaal van de aanvrager te verzekeren.
Het bedrag van de klassieke Snelwaarborg is begrepen tussen een minimumbedrag van 20.000 euro en een maximumbedrag van 50.000 euro per aanvrager, met inbegrip van al de bestaande tussenkomsten bij de KI. De maximale duur van de tussenkomst is 5 jaar.
De Snelwaarborg vergt de hoofdelijke en ondeelbare borgstelling van één of meer vennoten, aandeelhouders, beheerders of bestuurders, bestemd voor de dekking van het globaal risico van het krediet ten belope van minstens 50% van het bedrag.
De aanvrager van de Snelwaarborg mag geen vzw zijn en moet toegang hebben tot het beroep. De aanvrager:
mag niet het voorwerp uitmaken van dagvaardingen door de RSZ;
mag geen betalingsachterstand hebben bij de administratie van de BTW en/of de administratie van Financiën;
mag geen eerder faillissement hebben opgelopen;
mag geen betalingsverzuim hebben opgelopen, vermeld bij de centrale voor krediet aan particulieren.
Het bedrag van de klassieke Snelwaarborg en de aanvraagprocedure zijn dezelfde als deze voor de Waarborg op aanvraag.
Groene Snelwaarborg
De Groene Snelwaarborg kan verleend worden als het gaat om een lening die gekoppeld is aan een groene investering of als het een aanvrager betreft die een groene activiteit uitoefent. Op deze vereiste na zijn de voorwaarden dezelfde als voor de klassieke Snelwaarborg, maar de Groene Snelwaarborg kan niet meer bedragen dan 250.000 euro per aanvrager, met inbegrip van al de bestaande tussenkomsten bij de KI.
Voor de aflosbare kredieten bedraagt het percentage van de tussenkomst maximum 80% en is de duur van de tussenkomst beperkt tot 15 jaar. Voor de niet-aflosbare kredieten bedraagt het percentage van de tussenkomst maximum 50% en is de duur van de tussenkomst beperkt tot 5 jaar.
Snelwaarborg voor microfinanciering
Ook de Snelwaarborg voor microfinanciering is nauw verwant aan de klassieke Snelwaarborg, behalve dat (i) hij minimum 1.000 euro bedraagt en lager is dan 20.000 euro per aanvrager, met inbegrip van al de bestaande tussenkomsten bij de KI, (ii) dat het bedrag van het krediet dat gegarandeerd wordt door de Snelwaarborg voor microfinanciering lager moet zijn dan 25.000 euro en (iii) dat aanvrager minder dan 10 loontrekkenden in dienst heeft en zijn jaaromzet of zijn totale jaarbalans minder dan 2 miljoen euro bedraagt.
Procedure
De Brusselse Regering heeft ook de procedure voor de tussenkomst van het Waarborgfonds vastgesteld. De Waarborg op aanvraag en de Snelwaarborg zijn vier maanden geldig. Binnen die termijn deelt de KI aan het Fonds de overeenkomst voor kredietopening mee en legt ze desgevallend het bewijs voor dat de bijzondere voorwaarden, opgelegd door de Raad van Bestuur, werden nageleefd.
Voor aflosbare kredieten moet de terugbetaling van de door het Fonds gewaarborgde bedragen plaatsvinden in maandelijkse of driemaandelijkse schijven, vanaf de terbeschikkingstelling van het krediet aan de begunstigde.
Zolang de waarborg geldt, is het de begunstigde niet toegestaan:
de bestemming, zoals bepaald in de aanvraag tot tussenkomst, te wijzigen van de gebouwen, de werktuigen en het handelsfonds die werden verkregen of verbouwd dankzij een tussenkomst van het Fonds;
zijn globale financiële situatie op beduidende wijze te laten verslechteren, namelijk door de vervreemding of het vormen van garanties, behalve indien het gaat om normale professionele verrichtingen.
De KI deelt aan het Fonds de aflossingstabel mee van de aflosbare kredieten in het jaar dat volgt op het van kracht worden van de waarborg van het Fonds.
Merk op dat de Brusselse Regering ook een tussenkomst van het Fonds in de verliezen heeft voorzien.
Bijdragen
De kredietinstellingen zijn aan het Fonds de betaling van een eenmalige forfaitaire bijdrage verschuldigd. Voor een waarborg die een aflosbaar krediet garandeert, is de bijdrage gelijk aan 0,75% van het oorspronkelijke bedrag van de waarborg, vermenigvuldigd met het aantal jaren gedurende dewelke de waarborg van het Fonds werd toegekend. De KI staat persoonlijk in voor 0,25%. De begunstigde staat in voor de resterende 0,50% (0,25% indien het een starter of een Groene Snelwaarborg betreft).
Voor een waarborg die een niet-aflosbaar krediet garandeert, is de bijdrage gelijk aan 0,90% van het oorspronkelijke bedrag van de waarborg, vermenigvuldigd met het aantal jaren gedurende dewelke de waarborg van het Fonds werd toegekend. De KI en de begunstigde staan elk in voor 0,45% (of 25% voor de begunstigde indien het een starter of een Groene Snelwaarborg betreft).
Controle en intrekking van de tussenkomst
Met het oog op controle kunnen de Minister en het Fonds bij alle kredietinstellingen kennis nemen van alle dossiers en documenten met betrekking tot de door het Fonds gewaarborgde of te waarborgen kredieten en er desgevallend een kopie van nemen.
Het Fonds heeft het recht om over te gaan tot de intrekking van de Waarborg, nadat een verzonden ingebrekestelling gedurende een maand zonder gevolg is gebleven, bij aangetoond misbruik of kennelijke inbreuken op de wet en de bancaire gebruiken door de KI. Bijvoorbeeld in geval van bewust onjuiste of onvolledige verklaringen, bij zware nalatigheid of bij de niet-naleving van de voorwaarden gesteld voor de verkrijging van de waarborg.
De Raad van Bestuur, van zijn kant, moet overgaan tot een regelmatige controle van de risicograad van de dossiers.
Opdrachten van het Kredietcomité
Ten slotte heeft de Brusselse Regering nog een andere wijziging aangebracht in de nieuwe versie van het algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds.
Het Kredietcomité wordt nog altijd opgericht door de Raad van Bestuur, maar de opdrachten van het Comité zijn voortaan beperkt tot het bestuderen van de ingediende aanvragen en het formuleren van adviezen voor de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur kan, zonder overdracht van de beslissingsbevoegdheid, nog uitsluitend de voorafgaande adviserende taken aan het Kredietcomité delegeren.
Vroeger controleerde en valideerde het Kredietcomité de financiële analyse van de aanvragen alsook de analyse voor de betwiste dossiers. Aan het Comité konden nog andere opdrachten worden toevertrouwd, waaronder de voorafgaande adviserende taken.
Inwerkingtreding
Het nieuw algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds is in werking getreden op 1 juli 2013. Het is van toepassing op alle vanaf deze datum toegekende waarborgen.
Het besluit van 19 juni 2008 houdende het nieuw algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds wordt opgeheven (behalve voor de waarborgen afgesloten vóór 1 oktober 2008).
Bron: Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 juli 2013 houdende het nieuw algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds en tot opheffing van het besluit van 19 juni 2008 houdende het nieuwe algemeen reglement van het Brussels Waarborgfonds, BS 2 juli 2013.