Hogere werkloosheidsuitkeringen vanaf 1 september 2013

Op 1 september 2013 worden een aantal basisbedragen in de werkloosheidsreglementering opgetrokken.

Werkloosheidsuitkeringen

Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering van een volledig werkloze wordt vastgesteld in functie van een percentage van het gemiddeld dagloon, de gezinscategorie waartoe de werkloze behoort, het toepasselijke grensbedrag, de werkloosheidsduur en het beroepsverleden.
De werkloosheidsduur wordt uitgedrukt in vergoedingsperiodes, die opgedeeld worden in fases.
Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering wordt in de deelfases 2.1 tot 2.4 van de tweede vergoedingsperiode berekend overeenkomstig de formule: basisbedrag - [n (basisbedrag - forfaitbedrag)/5)].

Vanaf 1 september 2013 wordt in de derde vergoedingsperiode het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering bepaald op:

33,08 euro voor de werknemer met gezinslast;

27,78 euro voor de alleenwonende werknemer;

14,68 euro per dag voor de samenwonende werknemer.

Als twee samenwonende echtgenoten in de loop van een kalendermaand enkel beschikken over uitkeringen als volledig werkloze, en het dagbedrag van elke uitkering het maximum dagbedrag van de uitkering voor de samenwonende werknemer tijdens de eerste fase van de tweede vergoedingsperiode niet overschrijdt, wordt:

het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering voor de samenwonende werknemer (14,68 euro), verhoogd met een toeslag van 4,59 euro;

elke werkloosheidsuitkering die betrekking heeft op een deelfase 2.1 tot 2.4 van de tweede vergoedingsperiode, verhoogd tot 19,27 euro.

Het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering bedraagt gedurende de eerste en de tweede vergoedingsperiode:

33,08 euro voor werknemer met gezinslast;

27,78 euro voor de alleenstaande werknemer.

Deze minima gelden niet voor volledig werkloze werknemers die een vrijstelling genieten door moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak.

Het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering voor de samenwonende werknemer bedraagt:

gedurende de eerste vergoedingsperiode en gedurende de fase 1 en de fase 2.0 van de tweede vergoedingsperiode: 20,83 euro;

gedurende de deelfases 2.1 tot 2.4 van de tweede vergoedingsperiode:het bedrag dat vastgesteld wordt voor de betreffende fase door toepassing van de formule, op een basisbedrag van 20,83 euro; als twee samenwonende echtgenoten in de loop van een kalendermaand enkel beschikken over uitkeringen als volledig werkloze, en het dagbedrag van elke uitkering het maximum dagbedrag van de uitkering voor de samenwonende werknemer tijdens de eerste fase van de tweede vergoedingsperiode niet overschrijdt: 19,27 euro. Deze minima gelden niet voor volledig werkloze werknemers die een vrijstelling genieten door moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak.

Werkloosheidsuitkeringen met anciënniteitstoeslag

Het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering, verhoogd met de anciënniteitstoeslag bedraagt vanaf 1 september 2013:

voor de werknemer met gezinslast: 34,67 euro;

voor de alleenwonende werknemer die de leeftijd van 55 jaar bereikt heeft: 31,88 euro;

voor de alleenwonende werknemer die jonger is dan 55 jaar: 29,01 euro;

voor de samenwonende werknemer die de leeftijd van 58 jaar bereikt heeft: 28,86 euro;

voor de samenwonende werknemer die de leeftijd van 55 jaar bereikt heeft: 26,25 euro;

voor de andere samenwonende werknemers: 23,56 euro.

Overbruggings- en inschakelingsuitkering

Het dagbedrag van de overbruggingsuitkering en de inschakelingsuitkering wordt ook opgetrokken:

voor de werknemer met gezinslast tot 32,23 euro;

voor de alleenwonende werknemer tot:9,16 euro, indien hij minder dan 18 jaar is; 14,39 euro, indien hij 18 tot minder dan 21 jaar is; 23,84 euro, indien hij 21 jaar is of ouder;

voor de samenwonende werknemer: 7,77 euro indien hij minder dan 18 jaar is; 12,40 euro indien hij 18 jaar is of meer.

Wanneer de werknemer samenwoont met een echtgeno(o)t(e) die in de loop een kalendermaand enkel vervangingsinkomens heeft, dan ligt het dagbedrag van de uitkering op 8,23 euro wanneer hij minder dan 18 jaar is, en op 13,22 euro wanneer hij 18 jaar of meer is. Wie met de werknemer een feitelijk gezin vormt en te zijnen laste is, wordt hiermee gelijkgesteld.

Het dagbedrag van de inschakelingsuitkering wordt gedurende de eerste 16 maanden van werkloosheid (eventueel verlengd) vastgesteld op 33,48 euro, indien de werknemer met gezinslast gedurende de beroepsinschakelingstijd ten minste 78 arbeidsdagen kan bewijzen.

Opvanguitkering voor onthaalouders

Het dagbedrag van de opvanguitkering voor onthaalouders wordt opgetrokken van 22,72 euro tot 23,17 euro.

Voor een totaaloverzicht van de geïndexeerde bedragen verwijzen we naar de tabellen op de website van de RVA.

Bron: Koninklijk besluit van 17 augustus 2013 tot wijziging van de artikelen 114, 115, 124 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en van artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, BS 23 augustus 2013.

Zie ook:
- Koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, BS 31 december 1991 - art. 114, art. 115, art. 124 en art. 127
- Koninklijk besluit van 26 maart 2003 tot uitvoering van artikel 7, par. 1, derde lid, q, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de onthaalouders, BS 8 april 2003 - art. 3