Nieuwe geldelijke loopbaan voor ambtenaren

Een KB van 25 oktober 2013 voert een nieuwe 'geldelijke loopbaan' in voor alle personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt, met uitzondering van het wetenschappelijk personeel van de wetenschappelijke instellingen en de mandaathouders.

Bedoeling is om de evolutie van de geldelijke loopbaan te koppelen aan een evaluatieproces waarbij men rekening houdt met de prestaties van de personeelsleden. Het huidige stelsel dat gebaseerd is op het slagen voor een gecertificeerde opleiding verdwijnt.

4 blokken

Het nieuwe KB bestaat uit 4 blokken:

algemeenheden en definities;

nieuw geldelijk statuut (geldelijke anciënniteit, schaalanciënniteit, nieuwe loopbanen);

overgangsbepalingen;

wijzigingen en opheffingen van andere teksten.

In de nieuwe loopbaan vormen de vereiste schaalanciënniteit en het vereiste aantal gunstige evaluatievermeldingen de grondslag voor de overgang naar een hogere weddeschaal. Dit betekent dat:

de overgang tussen de schalen vlugger verloopt met een vermelding ?uitstekend? dan met een vermelding ?voldoet aan de verwachtingen?;

de overgang tussen de eerste en de tweede schaal vlugger verloopt dan tussen de andere weddeschalen;

de vermeldingen ?te verbeteren? of ?onvoldoende? de bevordering naar een hogere weddeschaal vertragen.

Let op! Het gaat hier niet om de 'administratieve loopbaan', zoals bijvoorbeeld de procedure voor de verandering van graad. Toch bevat het KB van 25 oktober 2013 twee aanpassingen op het vlak van de bevordering naar een hogere klasse:

De A1-loopbaan telt 6 schalen en bereikt het maximum van de oude weddeschaal A23 zonder dat het personeelslid automatisch overgaat naar de tweede klasse.

Wie in de klasse A1 benoemd is, zal voortaan kunnen solliciteren naar een vacante betrekking in de klasse A3, zodra hij 6 jaar anciënniteit telt in de klasse A1.

Nieuwe loopbaan

De ?nieuwe loopbaan? zal van toepassing zijn op alle personeelsleden die worden aangeworven vanaf 1 januari 2014, of die na deze datum een bevordering of een verandering van graad krijgen.

Hierbij past men volgende principes toe:

1/ Elke graad of elke klasse omvat 5 schalen, met uitzondering van:

de klasse A1 (6 schalen);

de klassen A4 en A5 (4 schalen);

de graad van medewerker restaurant/schoonmaak (4 schalen);

de graad van technisch medewerker (6 schalen);

de graad van financieel medewerker (3 schalen);

de graad van operationeel brigadier (4 schalen).

2/ De overgang van de eerste naar de tweede schaal gebeurt voor alle personeelsleden na 3 evaluaties met de vermelding 'voldoet aan de verwachtingen' of 2 evaluaties met de vermelding 'uitzonderlijk'.

3/ De overgang naar de andere schalen gebeurt na 6 evaluaties met de vermelding 'voldoet aan de verwachtingen' of 4 evaluaties met de vermelding 'uitzonderlijk' in de niveaus B, C en D. In het niveau A gebeurt de overgang naar de andere schalen na 5 evaluaties met de vermelding 'voldoet aan de verwachtingen' of 4 evaluaties met de vermelding 'uitzonderlijk'.

4/ De overgang naar de hogere schaal wordt beperkt tot de derde weddeschaal voor contractuelen, met uitzondering van de medewerker restaurant/schoonmaak. Dat is nog altijd een groot verschil met de geldelijke loopbaan van de ambtenaar, maar de nieuwe regeling is al een stuk voordeliger.

5/ De overgang naar de hogere schaal wordt impliciet verbonden aan de schaalanciënniteit.

6/ De evaluatie met de vermelding 'te verbeteren' of 'onvoldoende' levert geen enkele bevordering naar de hogere schaal op voor het beschouwde jaar.

7/ Bij een bevordering naar het hogere niveau of de hogere klasse gebeurt de overgang in de tweede of een nog hogere schaal indien de overgang naar de eerste schaal geen significante verhoging oplevert.

8/ Bij een verandering van graad krijgt de ambtenaar de eerste, tweede, derde, vierde of vijfde weddeschaal naargelang hij de eerste, tweede, derde, vierde of vijfde weddeschaal van zijn vroegere graad genoot. Er zijn uitzonderingen.

Overgang

De overgangsbepalingen voor de ?nieuwe oude loopbanen? zijn van toepassing op alle personeelsleden die in dienst zijn op 31 december 2013.

Die zogenaamde 'nieuwe oude loopbanen' hebben een aantal bijzondere kenmerken. Zo zullen de personeelsleden op 1 januari 2014 hun oude weddeschaal behouden. Er is dus geen 'kanteling' naar de weddeschalen van de nieuwe loopbanen. Elk personeelslid dat geslaagd is voor een gecertificeerde opleiding zal bijvoorbeeld ook de premie voor competentieontwikkeling behouden.

Bron: Koninklijk besluit van 25 oktober 2013 betreffende de geldelijke loopbaan van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, BS 14 november 2013