Correcties op rechtsbescherming bij overheidsopdrachten
Een reparatiewet werkt 4 fouten weg uit de zogenaamde ''Rechtsbeschermingswet' bij overheidsopdrachten.
Alleen relevant voor wie graag de puntjes op de 'i' heeft...
Aankondiging ex ante
In de 'wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten' (hier: Rechtsbeschermingswet) staat dat de aankondiging van een vrijwillige transparantie ex ante moet worden bekendgemaakt met een formulier, waarvan het model bij koninklijk besluit werd vastgelegd. Zo'n formulier zat effectief in het uitvoeringsbesluit bij de oude Overheidsopdrachtenwet, maar het zit niet meer bij de nieuwe wet.
Na correctie door de reparatiewet verwijst de Rechtsbeschermingswet voortaan rechtstreeks naar het model dat de Europese Commissie heeft opgenomen in haar modellenverordening 842/2011. Zo moet de regering niets meer aanpassen als de Commissie wijzigingen doorvoert aan het Europese basismodel.
Een gelijkaardige formule bestond al voor de opdrachten op defensie- en veiligheidsgebied.
Vertrouwelijke informatie
De Rechtsbeschermingswet bevat momenteel een formule van vertrouwelijkheid. Zo mogen bepaalde gegevens niet openbaar gemaakt worden als dat nadelig zou zijn voor de rechtmatige commerciële belangen van de betrokken bedrijven of als dat de eerlijke mededinging zou kunnen schaden. Nog volgens dezelfde wet spelen de regels van vertrouwelijkheid voor de opdrachten die de Europese drempelbedragen overschrijden én voor de opdrachten waarvan de goed te keuren uitgave het bedrag van 85.000 euro overschrijdt als het om een opdracht in de klassieke sectoren gaat, of 170.000 euro voor een opdracht in de speciale sectoren.
Onrechtstreeks betekent dit ook dat er géén regels van vertrouwelijkheid spelen bij kleine opdrachten, ónder de drempelwaarden van 85.000 of 170.000 euro. En dat kan niet.
Vandaar dat de reparatiewet het toepassingsgebied van de vertrouwelijkheidsregels verruimt tot alle overheidsopdrachten, met uitzondering van de kleine opdrachten van maximum 8.500 of 17.000 euro. Voor die kleine opdrachten bestaan er dan wel geen vertrouwelijkheidsregels, maar ze blijven wel onderworpen aan de voorschriften en beperkingen op de regels van openbaarheid van bestuur.
Correctiemechanisme
De Rechtsbeschermingswet bevat een correctiemechanisme met een bijkomende motiveringsplicht en een wachttermijn voor opdrachten op het vlak van defensie en veiligheid waarvan het oorspronkelijke bedrag geraamd werd ónder een Europese drempelwaarde, maar waarvan het uiteindelijke goed te keuren offertebedrag meer dan 20% bóven de Europese waarde uitkomt.
Maar een dergelijk correctiemechanisme bestaat niet meer voor opdrachten in de klassieke sectoren of nutssectoren. Het is dan ook niet logisch om het mechanisme te behouden bij de defensieopdrachten De reparatiewet schrapt dan ook dit onderdeel van artikel 35 van de Rechtsbeschermingswet.
De impact van deze schrapping op de opdrachten die gelanceerd werden tussen 1 juli 2013 en nu, is nihil. Het ministerie van Defensie laat namelijk weten dat : ?(...) een onderzoek van de Ilias-databank uitgewezen heeft dat er geen dossiers aan de criteria van het derde lid van artikel 35 voldoen. Deze bepaling geeft overigens geen aanleiding tot grote toepassingsmoeilijkheden. Concreet gaat het over de noodzaak tot het opstellen van een gemotiveerde beslissing, wat sowieso wordt toegepast en desgevallend het respecteren van de wachttermijnen, wat het Ministerie van Defensie ook al toepast bij de dossiers die de EU-publicatiedrempels bereiken? (Parl.St. nr. 3000/3, 10).
In tegenstelling tot alle andere wijzigingen heeft deze aanpassing geen terugwerkende kracht. Ze geldt pas vanaf 29 december 2013. Dat is 10 dagen na publicatie van de reparatiewet.
Bekrachtiging van tijdelijke rechtsbeschermings-KB's
De reparatiewet bekrachtigt tot slot nog 2 koninklijke besluiten met rechtsbeschermingsregels, die van toepassing waren van 28 september 2011 tot 1 juli 2013, en van 6 februari 2012 tot 1 juli 2013. Namelijk:
het KB van 12 september 2011, hoofdstuk 5 met de rechtsbeschermingsregels voor de concurrentiedialoog; en
het KB van 24 januari 2012, hoofdstuk 4 met de rechtsbeschermingsregels voor de overheidsopdrachten en de opdrachten op defensie- en veiligheidsgebied.
Beide KB's werden genomen in uitvoering van artikel 80, laatste lid van de nieuwe Overheidsopdrachtenwet. Maar de KB's moesten binnen de 2 jaar bij wet bekrachtigd worden. Voor het KB van 12 september 2011 verviel die termijn van 2 jaar op 28 september 2013.
Omdat men geen niet meer bestaand KB kan bekrachtigen, kreeg de reparatiewet uitwerking met terugwerkende kracht. Behalve de bepaling over het correctiemechanisme, gaan alle wijzigingen in op 1 juli 2013, samen met de nieuwe overheidsopdrachtenregeling.
?Niks trucare, niks foefelare?, zouden sommigen zeggen...
Bron: Wet van 4 december 2013 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en tot bekrachtiging van de bepalingen inzake rechtsbescherming van twee koninklijk e besluiten genomen met toepassing van artikel 80, derde tot vijfde lid, van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, BS 19 december 2013 (Reparatiewet).