Grondwettelijk Hof vernietigt beperkte beroepsmogelijkheid bij RVV voor onderdanen uit veilige landen
Onderdanen uit ?een veilig land van herkomst? die een negatieve beslissing hebben gekregen over hun asielaanvraag moeten hun zaak ten gronde kunnen aanvechten bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Net als asielaanvragers uit andere landen. Het Grondwettelijk Hof vernietigt de beperkte beroepsmogelijkheid in de vorm van een annulatieberoep die tot nog toe voor deze groep bestond.
Snelle asielprocedure voor onderdanen uit veilige herkomstlanden
De regering wil het aantal asielaanvragen in België terugdringen en de uitstroom van vreemdelingen bevorderen. Met de wet van 15 maart 2012 zet ze daarom in op een snelle afhandeling van asielaanvragen van onderdanen uit een 'veilig land van herkomst'. Dat zijn landen waar er 'algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging in de zin van de Conventie van Genève en er geen sprake is van een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer naar het land van herkomst.' Onderdanen uit Albanië, Bosnië-Herzegovina, Macedonië, Kosovo, Servië, Montenegro en India zullen minder snel asiel krijgen in België net omdat deze landen als veilig worden gezien en er dus minder nood is aan bescherming. Anders dan in gewone zaken, zullen de asielzoekers hier zelf het tegendeel moeten bewijzen en aantonen dat zij gevaar lopen. Het Commissariaat-Generaal voor de Vreemdelingen en Staatsloze (CGVS) behandelt de dossiers binnen de 15 dagen.
Ook in hoger beroep
De wet van 15 maart 2012 trekt die versnelde procedure door in hoger beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RVV). Onderdanen uit een veilig land van herkomst die een negatieve beslissing hebben gekregen over hun asielaanvraag kunnen hun asielaanvraag aanvechten bij de RVV door middel van een annulatieberoep. In tegenstelling tot asielaanvragers uit andere landen voorziet de wet niet in een beroep ten gronde. Een situatie die discrimineert vindt het Grondwettelijk Hof.
Het verschil in behandeling van de mogelijkheid om een daadwerkelijk beroep in te stellen tegen de beslissing die een einde maakt aan de asielprocedure, op basis van het feit dat een asielzoeker al dan niet afkomstig is uit een veilig land, wordt niet toegestaan door de Procedurerichtlijn. Bovendien moet de RVV bij een annulatieberoep een beslissing nemen binnen een ingekorte termijn van één tot 2 maanden in plaats van de gebruikelijke 3 maanden. Ook dat kan niet volgens het Hof. 'De maatregel die het enkel mogelijk maakt een annulatieberoep in te stellen is niet evenredig met het doel van snelheid waarnaar de wetgever streeft. Dat doel kan volgens het Hof ook bereikt worden door de termijnen voor het instellen van het beroep met volle rechtsmacht in de korten. Wat overigens al het geval is in andere situaties'.
Op 16 januari 2014 heeft het Grondwettelijk Hof de betrokken bepalingen uit de wet van 15 maart 2012 dan ook vernietigd.
Bron: GwH 16 januari 2014, nr. 1/2014.