Btw op elektriciteit voor huishoudelijke afnemers daalt op 1 april 2014
Op 1 april 2014 daalt het btw-tarief voor de levering van elektriciteit aan huishoudelijke afnemers van 21% tot 6%. Daartoe wijzigt het KB van 21 maart 2014 het Btw-KB nr. 4 en het Btw-KB nr. 20.
Huishoudelijke afnemer
Een 'huishoudelijke afnemer' is een afnemer die elektriciteit koopt voor zijn eigen huishoudelijk gebruik, met uitsluiting van commerciële of professionele activiteiten.
In de praktijk betekent dit dat een natuurlijke persoon die een residentieel contract afsluit of heeft afgesloten met zijn elektriciteitsleverancier, kan genieten van het verlaagd btw-tarief van 6%, terwijl de professionele contracten onderworpen blijven aan het normaal btw-tarief van 21% (nieuw art. 1bis, Btw-KB nr. 20 (tarieven), ingevoerd door art. 2, KB 21 maart 2014).
Vennootschappen, andere rechtspersonen en al wie niet als een natuurlijke persoon kan aangemerkt worden, komen dus niet in aanmerking voor het verlaagd btw-tarief van 6%.
Verenigingen van mede-eigenaars (voor het elektriciteitsverbruik dat betrekking heeft op de gemeenschappelijke delen van het gebouw en dat aan hen gefactureerd wordt), vzw's en gemeenten kunnen ook niet genieten van het verlaagd btw-tarief.
Ook een zelfstandige/natuurlijke persoon die een professioneel contract afsluit of heeft afgesloten met zijn elektriciteitsleverancier komt niet in aanmerking voor de tariefverlaging.
Een natuurlijke persoon met een gemengd elektriciteitsverbruik (professioneel/privé) kan enkel van de btw-verlaging genieten als hij een residentieel contract heeft afgesloten. Sloot hij een professioneel contract af, dan bedraagt het btw-tarief 21%.
Tariefverlaging vanaf 1 april 2014
Het verlaagd btw-tarief van 6% voor de levering van elektriciteit aan huishoudelijke afnemers geldt vanaf 1 april 2014. Het is van toepassing op alle componenten van de elektriciteitsfactuur voor de levering van elektriciteit (energiekost, nettarieven, taksen, toeslagen en heffingen) die zijn onderworpen aan btw.
Op de voorschotten aangerekend tot uiterlijk 31 maart 2014 zal nog 21% btw toegepast worden, zelfs al hebben deze voorschotten geheel of gedeeltelijk betrekking op de levering van elektriciteit vanaf 1 april 2014.
Via de eindafrekening wordt de toestand geregulariseerd. De consument moet hiervoor zelf geen stappen ondernemen of meterstanden doorgeven.
De elektriciteitsleverancier zal bij de eindafrekening automatisch rekening houden met de verbruiken vóór 1 april 2014, waarop hij nog 21% btw zal aanrekenen, en met de verbruiken vanaf 1 april 2014, waarop hij 6% btw zal aanrekenen.
De berekening van het verbruik wordt uitgevoerd aan de hand van het in de elektriciteitsmarkt vastgelegde verbruiksprofiel (SLP of synthetisch lastprofiel) dat per kwartier of per uur van een volledig jaar het relatieve gebruik weergeeft van een bepaald type van klanten.
Maandelijkse teruggaaf btw-belastingtegoed
Het KB van 21 maart 2014 breidt ook het voordeel van de maandelijkse teruggaaf van het btw-belastingtegoed uit tot de belastingplichtigen waarvan de economische activiteit bestaat uit de levering van elektriciteit waarvoor het verlaagd btw-tarief van 6% van toepassing is overeenkomstig artikel 1bis van het Btw-KB nr. 20 (wijziging art. 81, Btw-KB nr. 4 (teruggaaf); art. 1, KB van 21 maart 2014).
Deze belastingplichtigen dragen meestal een voorbelasting tegen het btw-tarief van 21% zodat zij regelmatig een btw-belastingtegoed zullen hebben.
Evaluatie
De Ministerraad evalueert de impact van deze btw-verlaging vanuit het perspectief van duurzame ontwikkeling (economisch, sociaal, leefmilieu) en vanuit budgettair perspectief, tegen ten laatste 1 september 2015. Dit op basis van een rapport van de expertengroep 'Concurrentievermogen en Werkgelegenheid (EGCW)'.
In werking
Het KB van 21 maart 2014 treedt in werking op 1 april 2014.
Bron: Koninklijk besluit van 21 maart 2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten nrs. 4 en 20 met betrekking tot de belasting over de toegevoegde waarde, BS 27 maart 2014.
Zie ook:
- Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, BS 31 juli 1970 (Btw-KB nr. 20 (tarieven)) - nieuw art. 1bis
- Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde, BS 31 december 1969 (Btw-KB nr. 4 (teruggaaf)) - art. 81.
- Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, BS 11 mei 1999 (elektriciteitswet) - art. 2, 16°bis
- 'Btw-verlaging voor leveringen van elektriciteit aan huishoudelijke afnemers', Persbericht FOD Financiën, 3 maart 2014.