Kwaliteitsregels voor adoptiediensten veranderen
Adoptiediensten voor interlandelijke adoptie krijgen nieuwe kwaliteitsregels. De diensten formaliseren hun intern kwaliteitsbeleid in een kwaliteitshandboek. Met daarin het kwaliteitsbeleid, het kwaliteitsmanagementsysteem en de zelfevaluatie.
Kwaliteitshandboek
De adoptiediensten voor interlandelijke adoptie moeten tegen 1 oktober 2014 een kwaliteitshandboek hebben. Met daarin drie onderdelen:
het kwaliteitsbeleid;
het kwaliteitsmanagementsysteem; en
de zelfevaluatie.
Kwaliteitsbeleid
Het kwaliteitsbeleid van de adoptiediensten omvat hun kwaliteitsintenties en de wegen daar naartoe. Het is een formele verklaring van het management over de missie, de visie en de doelstellingen en strategieën van de dienstverlening.
Die dienstverlening bestaat uit het informeren, bemiddelen en het verstrekken van de eerste nazorg.
Kwaliteitsmanagementsysteem
Het kwaliteitsmanagementsysteem is nodig voor de vaststelling en de uitwerking van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsdoelstellingen en om die doelstellingen vervolgens te bereiken.
Het gaat over de organisatorische structuur, de bevoegdheden, de verantwoordelijkheden en de procedures en processen om de middelen efficiënt en kwaliteitsgericht in te zetten en het dienstverleningsproces te beheersen.
Elke adoptiedienst beschrijft in dat onderdeel de maatregelen die hij neemt om de middelen efficiënt en kwaliteitsgericht in te zetten. Hij beschrijft onder meer
hoe hij zijn personele middelen inzet (onder meer hoe hij zijn team en medewerkers evalueert en ondersteunt); en
hoe hij zijn systeem met relevante werkingsdocumenten overzichtelijk beheert.
De dienst beschrijft ook hoe hij
de gebruikers informeert over het beleid en de algemene werking van de voorziening;
de gebruikers onthaalt;
met die gebruikers afspraken maakt over de dienstverlening en die afspraken opvolgt;
individuele gebruikersdossiers opvolgt en de dienstverlening afrondt. En hoe een eventuele doorverwijzing of overgang naar ander hulp- of dienstverleningsvormen gebeurt;
aan preventie van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van gebruikers doet, dat gedrag detecteert en er op reageert;
de klachtenprocedure aan de gebruikers bekendmaakt.
De adoptiedienst beschrijft ook de maatregelen die hij neemt om het dienstverleningsproces te beheersen.
In dit kader omschrijft hij onder meer hoe bij de bemiddeling van buitenlandse kinderen
de adopteerbaarheid van het kind wordt nagegaan, zowel juridisch als sociaal-psychologisch;
het kind gemotiveerd aan een bepaalde kandidaat-adoptant wordt toegewezen;
de kandidaat-adoptant op de adoptie wordt voorbereid;
de voortgang van het individuele adoptiedossier begeleid wordt.
Hij beschrijft ook onder meer hoe bij de eerste nazorg adoptant en geadopteerd kind worden bijgestaan na aankomst, hoe hun nazorg wordt verleend gedurende de eerste fase van hechting en integratie en hoe de adoptant van de bestaande nazorg wordt ingelicht.
Zelfevaluatie
Het derde punt van het kwaliteitshandboek gaat over de zelfevaluatie.
Zelfevaluatie is een systematische evaluatie van de processen, structuren en resultaten door de voorziening zelf. Via zelfevaluatie toont de dienst aan hoe hij die elementen bewaakt, beheerst en continu verbetert.
In dit deel legt de dienst uit:
hoe hij op systematische wijze gegevens over de kwaliteit van de dienstverlening en over de gebruikerstevredenheid verzamelt en registreert. Hij gaat na of de beschreven dienstverleningsprocessen zijn verlopen zoals vooropgesteld;
hoe hij die gegevens gebruikt om kwaliteitsdoelstellingen te formuleren;
welk stappenplan ? met tijdspad ? hij vooropstelt om die doelstellingen te bereiken;
hoe en met welke frequentie hij evalueert of de doelstellingen bereikt zijn;
welke stappen hij neemt als die niet bereikt zijn.
Inwerkingtreding
Het MB van 18 december 2013 treedt in werking op 1 april 2014. Ook het kwaliteitsdecreet van 17 oktober 2003 treedt - voor de adoptiediensten voor interlandelijke adoptie - dan in werking.
De voorzieningen moeten uiterlijk op 1 oktober 2014 aan de nieuwe regels voldoen.
Bron: Ministerieel besluit van 18 december 2013 betreffende de kwaliteitszorg in de adoptiediensten voor interlandelijke adoptie, BS 4 maart 2014.
Zie ook:
Besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2013 betreffende het inzagerecht en de bemiddeling bij interlandelijke adoptie, art. 36
Decreet van 17 oktober 2013 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen