Strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek sinds 30 mei
Sinds 30 mei 2014 kan het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (SUO) instellen om het vermogen van een veroordeelde, die zich bewust onttrekt aan zijn betalingsverplichtingen, actief op te sporen en in beslag te nemen. Die dag is het 'KB Opening SUO' in het Staatsblad verschenen, meteen ook de dag van inwerkingtreding.
Het bepaalt in welke gevallen het OM een SUO kan openen of het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) hiermee kan belasten. Er moet sprake zijn van een uitvoerbare rechtelijke beslissingen die een veroordeling inhoudt tot de betaling van een bijzondere verbeurdverklaring van een geldsom, een strafrechtelijke geldboete of de gerechtskosten in strafzaken waarbij
de veroordeelde schuldig is verklaard aan ten minste één misdrijf dat op het tijdstuip van de definitieve veroordeling kan bestraft worden met een correctionele hoofdgevangenisstraf van een jaar of een zwaardere straf; en
het saldo van de verschuldigde nog in te vorderen verbeurdverklaarde geldsommen, strafrechtelijke geldboeten en gerechtskosten op de dag van de opening van het SUO in totaal minstens 10.000 euro bedraagt.
Het KB van 25 april 2014 geeft hiermee uitvoering aan de 2 wetten van 11 februari 2014 die het SUO zijn wettelijke basis geven in het Wetboek van Strafvordering.
De nieuwe wetgeving geeft uitvoering aan het actieplan 2012-2013 van het College voor de strijd tegen de fiscale en sociale fraude en de bijkomende maatregelen op het vlak van fraudebestrijding die de ministerraad bij de opmaak van de begroting 2013 heeft genomen.
Bron: Koninklijk besluit van 25 april 2014 tot uitvoering van artikel 464/4, § 1, van het Wetboek van strafvordering, BS 30 mei 2014.
Zie ook
Wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (I), BS 8 april 2014.
Wet van 11 februari 2014 houdende diverse maatregelen ter verbetering van de invordering van de vermogensstraffen en de gerechtskosten in strafzaken (II), BS 8 april 2014.