Overgangsuitkering ingeschreven in pensioenreglement zelfstandigen
Het overlevingspensioen werd onlangs hervormd. De wetgever heeft ook een overgangsuitkering ingevoerd die beperkt is in de tijd. Ze wordt toegekend aan de langstlevende echtgenoot die de vereiste leeftijd om aanspraak te kunnen maken op een overlevingspensioen niet bereikt heeft.
Die minimumleeftijd wordt geleidelijk opgetrokken. Telkens met stappen van 6 maanden. Op die manier wordt de leeftijd van 45 jaar, die geldt wanneer de echtgenoot ten laatste op 31 december 2015 overlijdt, op 50 jaar gebracht wanneer de echtgenoot ten vroegste op 1 januari 2025 overlijdt.
Binnen het stelsel voor zelfstandigen werd deze hervorming doorgevoerd met een wet van 25 april 2014. En nu zijn ook de bijhorende uitvoeringsbepalingen gepubliceerd.
Ze worden opgenomen in het algemeen reglement voor het zelfstandigenpensioen. Ook het overlevingspensioen voor werknemers werd hervormd. En ook hier heeft men een overgangsuitkering ingevoerd, met bijhorende uitvoeringenbepalingen.
Het KB van 29 juni 2014 wijzigt het pensioenreglement van 22 december 1967 en vult het aan met nieuwe bepalingen over de overgangsuitkering. Zo worden bijvoorbeeld de bestaande bepalingen over de postume geboorte van een kind afgestemd op de overgangsuitkering.
Logischerwijs heft men de bepalingen op met maatregelen voor de overlevende echtgenoot van minder dan 45 jaar. Het overlevingspensioen kan immers in geen enkel geval meer worden toegekend vóór 45 jaar. Daarnaast maakt het nieuwe KB ook gebruik van de machtiging om:
de wijze te bepalen waarop de kinderlast waarvoor één van de echtgenoten kinderbijslag ontvangt, bewezen wordt;
de nadere regels te bepalen voor de opening van het recht op de overgangsuitkering wanneer de echtgenoot is overleden uiterlijk in het kwartaal waarin hij de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt, of zou bereikt hebben.
Wanneer de echtgenoot overleden is uiterlijk in het kwartaal waarin hij de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt of zou bereikt hebben, dan kan de langstlevende echtgenoot aanspraak maken op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering. De loopbaan van de overleden echtgenoot wordt in aanmerking genomen tot het kwartaal dat het overlijden voorafgaat. Het nieuwe KB omschrijft ook hoe de overgangsuitkering in dat geval berekend wordt.
We noteren nog een paar aanpassingen bij de regels voor cumulaties. Zo wordt het rustpensioen wegens gezondheidsredenen of lichamelijke ongeschiktheid in de openbare sector als een vervroegd rustpensioen beschouwd. En het grensbedrag voor de gerechtigde met een kind ten laste wordt verhoogd.
Het KB van 29 juni 2014 treedt in werking op 1 januari 2015. De aanpassingen zijn van toepassing op de langstlevende echtgenoten wiens echtgenoot ten vroegste overlijdt op 1 januari 2015.
Bron: Koninklijk besluit van 29 juni 2014 tot uitvoering van de hervorming van het overlevingspensioen en van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor zelfstandigen, BS 11 augustus 2014
Zie ook:
? Wet van 25 april 2014 tot hervorming van het overlevingspensioen van de zelfstandigen, BS 6 juni 2014
? Koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, BS 10 januari 1968