Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning: fiscus past uitvoeringsregels in KB/WIB 1992 aan

Een KB van 30 september 2014 past de uitvoeringsregels aan met betrekking tot de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning, die in het KB/WIB 1992 staan.

Vanaf het aanslagjaar 2015 zijn enkel de gewesten nog bevoegd om fiscale voordelen voor energiebesparende uitgaven in een woning te verlenen. De enige belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven in het belastbaar tijdperk zelf, nl. de belastingvermindering van 30% van de kostprijs voor dakisolatie, wordt dus een gewestelijke belastingvermindering die zal verleend worden op basis van het nieuwe artikel 145(47) van het WIB 1992. De overgedragen belastingverminderingen voor uitgaven in 2011 en 2012 zullen verder verleend worden als federale belastingverminderingen op grond van het gewijzigde artikel 145(24), § 1 van het WIB 1992.

Voorwaarden belastingvermindering vanaf aj. 2015

Artikel 63(11), §§ 1 en 2, en de bijlage IIbis van het KB/WIB 92, die de voorwaarden omschrijven waaraan de uitgaven moeten voldoen om recht te geven op een belastingvermindering, worden vanaf aanslagjaar 2015 opgeheven. Ze worden overgeheveld naar een uitvoeringsbepaling voor artikel 145(47) van het WIB 1992 (gewestelijke belastingvermindering voor dakisolatie), nl. artikel 63(18/15) van het KB/WIB 1992 (art. 6, KB van 30 juni 2014). Op federaal niveau zullen er vanaf aanslagjaar 2015 immers geen belastingverminderingen meer worden verleend voor uitgaven die in het belastbaar tijdperk zelf zijn gedaan.

Volgorde van aanrekenen belastingverminderingen

In artikel 63(11), § 3 van het KB/WIB 1992, dat de volgorde van aanrekenen vastlegt van de belastingverminderingen die op basis van artikel 145(24), § 1 van het WIB 1992 zijn verleend, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Vanaf het aanslagjaar 2014:de overdracht van een belastingvermindering naar de 3 volgende belastbare tijdperken is niet meer mogelijk voor de uitgaven gedaan vanaf 1 januari 2013. Deze bepalingen zijn dus overbodig geworden vanaf aanslagjaar 2014. Het KB van 30 september 2014 heft dus het tweede lid, 3°, en het derde lid, 3° van § 3 van artikel 63(11) van het KB/WIB 1992 op. Voor uitgaven gedaan in 2012 is de overdracht nog mogelijk wanneer de uitgaven betrekking hebben op werken die worden verricht in het kader van een overeenkomst die uiterlijk op 27 november 2011 werd gesloten; in het vierde lid, 1° en 2° van § 3 van artikel 63(11) van het KB/WIB 1992 wordt de verwijzing naar artikel 156bis, eerste lid, 3° WIB 1992 geschrapt. Deze bepaling wordt immers opgeheven vanaf aanslagjaar 2014;

Vanaf het aanslagjaar 2015:aanpassen van de verwijzing naar artikel 145(24), WIB 1992 in het eerste lid, 1° en 2°, en het vierde lid, 2° en 3° van § 3 van artikel 63(11) van het KB/WIB 1992: in artikel 145(24), § 1 van het WIB 1992 (zoals het is vervangen bij de wet van 8 mei 2014) wordt het maximumbedrag van de belastingvermindering (basisbedrag en verhoging) vastgelegd in het tweede lid (en niet langer het vierde lid);aanpassen van de bepalingen van het tweede lid, 2°, en het derde lid, 2° van § 3 van artikel 63(11) van het KB/WIB 1992: voor aanslagjaar 2015 kunnen enkel nog belastingverminderingen die zijn verleend voor uitgaven die werden gedaan in 2011 en 2012, worden aangerekend bij toepassing van artikel 63(11), § 3, KB/WIB 1992. De belastingverminderingen verbonden met uitgaven in 2011 kunnen niet meer worden overgedragen naar het volgende belastbaar tijdperk. Vermits enkel nog verminderingen verbonden met uitgaven gedaan in 2012 nog naar het volgend belastbaar tijdperk kunnen worden overgedragen, moet binnen de categorie van nog overdraagbare belastingverminderingen (verminderingen bedoeld in het tweede lid, 2°, en het derde lid, 2°) geen onderscheid meer worden gemaakt naargelang het belastbaar tijdperk van de uitgaven waarop ze betrekking hebben;aanpassen van de verwijzing naar artikel 156bis, WIB 1992 in het vierde lid, 1° en 2° van § 3 van artikel 63(11) KB/WIB 1992: vanaf aanslagjaar 2015 zijn de bepalingen in verband met de omzetting in een belastingkrediet van bepaalde verminderingen voor energiebesparende uitgaven opgenomen in artikel 145(24), § 1, vijfde lid, WIB 1992 en niet langer in artikel 156bis, WIB 1992 dat werd opgeheven;

Vanaf het aanslagjaar 2016:opheffen van het tweede en derde lid van § 3 van artikel 63(11) KB/WIB 1992: aangezien de belastingvermindering als bedoeld in artikel 145(24), § 1, WIB 1992 voor het laatst kan worden verleend in aanslagjaar 2016, zijn de relevante criteria voor het bepalen van de volgorde van aanrekenen enkel nog het al dan niet in aanmerking komen voor de verhoging en het al dan niet in aanmerking komen voor de omzetting in een belastingkrediet; het tweede en derde lid, waarin een onderscheid wordt gemaakt naargelang de overdraagbaarheid, kunnen worden opgeheven; vervangen van het vierde lid van § 3, artikel 63(11) KB/WIB 1992: voor de belastingverminderingen die kunnen worden aangerekend op het basisbedrag, wordt enkel nog een onderscheid gemaakt naargelang die verminderingen al dan niet in aanmerking komen voor de omzetting in een belastingkrediet;

Vanaf het aanslagjaar 2017: vanaf het aanslagjaar 2017 kan geen belastingvermindering meer worden verleend bij toepassing van artikel 145(24), § 1, van het WIB 1992. Artikel 63(11) van het KB/WIB 1992 wordt dan ook opgeheven vanaf het aanslagjaar 2017.

Bron: Koninklijk besluit van 30 september 2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven in een woning en voor energiezuinige woningen en ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting en de wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners, BS 9 oktober 2014 - art. 3, art. 4 en art. 18, art. 5 en art. 6

Zie ook:
- Koninklijk besluit van 30 juni 2014 tot wijziging van het KB/WIB 1992 op het stuk van de belastingverminderingen met betrekking tot de in artikel 5/5, § 4, eerste lid, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten bedoelde uitgaven, BS 10 juli 2014 - art. 6
- Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, BS 30 december 2011 - art. 41, art. 42 en art. 52