Afvalwaterheffing stijgt voor iedereen (art. 95 PD 2015)

Het Programmadecreet 2015 trekt het basiseenheidstarief van de afvalwaterheffing op, en dit zowel voor de oppervlaktewaterlozers, als voor de rioollozers.

Afvalwaterheffing

Hoe hoog de afvalwaterheffing is die iemand moet betalen, hangt in grote lijnen af van 2 factoren:

het aantal vervuilingseenheden dat hij produceert; en

het ? te indexeren ? eenheidstarief.

Eenheidstarief voor oppervlaktewaterlozers

Het wettelijke eenheidstarief bedroeg tot nu 22,3 euro per vervuilingseenheid (VE) voor oppervlaktewaterlozers.
Na indexatie kwam dat bedrag uit op 33,91 ?/VE voor het heffingsjaar 2014.

Het Programmadecreet trekt het wettelijk bedrag echter op van 22,3 naar 22,64 euro.

Eenheidstarief voor rioollozers

Het eenheidstarief voor de niet-oppervlaktewaterlozers en rioollozers (gezinnen) bedroeg tot nu 29,1 ?/VE.
Na indexatie kwam dat neer op 44,25 ?/VE in 2014.

Het Programmadecreet trekt het wettelijk tarief hier op van 29,1 euro naar maar liefst 33,38 euro.

Nieuw indexeringsmechanisme

Opmerkelijk is dat beide eenheidstarieven vanaf nu elk jaar aangepast worden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november van het voorlaatste jaar (i.p.v. laatste jaar) dat voorafgaat aan het jaar waarnaar het heffingsjaar is genoemd.

Aangezien deze maatregel maar van kracht wordt op 1 januari 2016, zullen de heffingen van 2016 dus aangepast worden aan het (lage) indexcijfer van november 2014 (d.i. 172,81 aan basis 1988). Het aangepaste bedrag wordt daarna afgerond naar de hogere eurocent, zoals nu ook al het geval is.

Als we goed geteld hebben, betekent dit dat het reële tarief in 2016 als volgt zal zijn:

(22,64 euro x 172,81) : 113,77 = 34,39 euro per vervuilingseenheid voor oppervlaktewaterlozers (tegen 33,91 in 2014), wat overeenstemt met een ?normale? indexering; en

(33,38 euro x 172,81) : 113,77 = 50,71 ?/VE, voor de niet-oppervlaktewaterlozers (tegen 44,25 in 2014), wat een serieuze prijsstijging is.

Vanaf 1 januari 2016

Beide aanpassingen gaan in op 1 januari 2016, en dus niet op 1 januari 2015, zoals de andere bepalingen van het Programmadecreet 2015.

Bron: Decreet van 19 december 2014 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015, BS 30 december 2014 (art. 95 en 108 PD 2015).

Zie ook:

Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, BS 1 mei 1971 (art. 35ter, §2, van de Vlaamse Oppervlaktewaterenwet).

?De berekening van de heffing op de waterverontreiniging voor ondernemingen, instellingen, verenigingen,...?, Vlaamse Milieuwatermaatschappij (VMM).