Vennootschapsbijdrage stijgt niet in 2015

Vennootschappen betalen in 2015 dezelfde vennootschapsbijdrage als in 2014. Ze moeten de bijdrage uiterlijk op 30 juni 2015 betalen.

Elke vennootschap (NV, BVBA, V.O.F.,?) die onderworpen is aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan de belasting der niet-verblijfhouders, moet binnen de 3 maanden na de neerlegging van haar oprichtingsakte aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Aan dat fonds moet ze haar 'jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen' (de vennootschapsbijdrage) betalen.
Vzw's, feitelijke verenigingen en burgerlijke vennootschappen die geen handelsvorm hebben aangenomen, zijn vrijgesteld

Vennootschapsbijdrage 2015

U betaalt in 2015:

347,50 euro als uw vennootschap in het voorlaatste afgesloten boekjaar (dus in 2013) een balanstotaal had dat kleiner of gelijk was dan 646.787,86 euro; of

868,00 euro als uw vennootschap in het voorlaatste afgesloten boekjaar (dus in 2013) een balanstotaal had van meer dan 646.787,86 euro.

De bijdrage hangt af van het balanstotaal van het voorlaatste afgesloten boekjaar van de vennootschap, dat vermeld is in de jaarrekening die bij de Balanscentrale van de Nationale Bank van België (NBB) werd neergelegd.

Voor pas opgerichte vennootschappen is er geen voorlaatste afgesloten boekjaar waarop de bijdrage kan gebaseerd zijn. Zij betalen de laagste bijdrage van 347,50 euro.

De NBB deelt de nodige gegevens direct mee aan het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) en de socialeverzekeringsfondsen. De vennootschappen waarvan het balanstotaal niet hoger ligt dan 646.787,86 euro moeten dus zelf niet bewijzen dat zij zich aan het criterium houden.

Tijdstip betaling

Bestaande vennootschappen en vennootschappen die hun rechtspersoonlijkheid verkrijgen in januari, februari en maart van het bijdragejaar, moeten hun bijdrage vóór 1 juli van het bijdragejaar betalen aan het sociaal verzekeringsfonds.
Vennootschappen die rechtspersoonlijkheid verkrijgen vanaf 1 april moeten de vennootschapsbijdrage betalen uiterlijk op het einde van de derde maand die volgt op de datum waarop ze rechtspersoonlijkheid verwierven.

Laattijdige betaling

Een vennootschap die haar bijdrage niet tijdig betaalt, krijgt een verhoging aangerekend van 1% per maand vertraging. De verhoging blijft lopen tot en met de maand waarin de schuld wordt betaald of tot op het ogenblik waarop de gerechtelijke procedure wordt ingeleid.
Bij overmacht of in andere 'behartigenswaardige gevallen' kan de vennootschap de kwijtschelding van deze verhoging aanvragen bij haar sociaal verzekeringsfonds. Het fonds bezorgt de aanvraag aan het RSVZ.

De werkende vennoten, bestuurders of zaakvoerders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van bijdragen, verhogingen en kosten.

Tijdelijke vrijstelling

Beginnende personenvennootschappen (BVBA, V.O.F., Comm.V,?) kunnen gedurende de eerste 3 jaar van hun bestaan vrijgesteld worden van de vennootschapsbijdrage.

Dit op voorwaarde dat:

ze als handelsonderneming ingeschreven zijn in de kruispuntbank van ondernemingen (KBO), en

hun zaakvoerder(s) en de meerderheid van de werkende vennoten (die geen zaakvoerder zijn) hoogstens 3 jaar zelfstandige (incl. bijberoep, medewerking, ?) geweest zijn, in een periode van 10 jaar vóór dat de vennootschappen rechtspersoonlijkheid kregen.

Permanente vrijstelling

Sinds 1 april 2009 zijn de vennootschappen die zich in één van de hierna vermelde situaties bevinden, de jaarlijkse vennootschapsbijdrage niet verschuldigd, en dit voor elk bijdragejaar in de loop waarvan ze zich, gedurende het ganse jaar of een deel ervan, in die situatie bevinden:

ze werden bij vonnis van de rechtbank van koophandel failliet verklaard;

ze maken het voorwerp uit van een procedure van gerechtelijke reorganisatie door een minnelijk akkoord, door een collectief akkoord of door overdracht onder gerechtelijk gezag, die de bevoegde rechtbank bij vonnis geopend heeft;

ze bevinden zich in een toestand van vereffening en het uittreksel uit de akte die de manier van vereffening bepaalt, werd gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.

De vennootschap kan ook vrijgesteld worden van de betaling van de bijdrage voor het jaar waarvoor zij met een attest, afgeleverd door het Departement Vennootschappen van de Administratie der Directe Belastingen, bewijst dat ze gedurende het volledige kalenderjaar geen enkele handels- of burgerlijke activiteit heeft uitgeoefend.

In werking

Het KB van 28 april 2015 treedt retroactief in werking op 1 januari 2015.

Het legt de bedragen van de vennootschapsbijdragen voor 2015 vast.

Bron: Koninklijk besluit van 28 april 2015 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, BS 5 mei 2015.

Zie ook:
- Koninklijk besluit van 14 maart 2014 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, BS 27 maart 2014.
- Koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, BS 25 juni 2014.
- Koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen, BS 3 april 1993