Magistraten mogen langer werken (art. 77 Wet Burgerlijk Procesrecht)

Magistraten kunnen voortaan tot hun 70ste werken. Magistraten van het Hof van Cassatie zelfs tot ze 73 worden.

Keuze

Magistraten die dat willen kunnen voortaan werken tot ze 70 jaar worden. Tot nu lag de pensioenleeftijd op 67 jaar. Ook de magistraten van het Hof van Cassatie kunnen vanaf nu 3 jaar langer werken, tot hun 73ste.

Magistraten kunnen niet verplicht worden om langer te werken, ze kunnen er wel zelf voor kiezen.

Advies van de korpschef

Of de magistraat ook de machtiging krijgt om langer te werken hangt af van de concrete omstandigheden. De korpschef zal een gemotiveerd advies geven over het langer in dienst blijven van de magistraat. Hij zal bijvoorbeeld nagaan of het voor het rechtscollege of het parket echt opportuun is om de magistraat in functie te houden en of hij aan de vereiste kwaliteiten voldoet.

Het is de Koning die de magistraat - op basis van het advies van de korpschef - kan machtigen om langer te werken. Een machtiging is een jaar geldig, maar kan wel hernieuwd worden.

Mandaatfunctie

Een korpschef van wie het mandaat eindigt op zijn 67ste of 70ste verjaardag kan langer aan de slag blijven, maar niet als korpschef.

Magistraten die een adjunct-mandaat of een bijzonder mandaat uitoefenen kunnen dat wel verder blijven uitoefenen.
Titularissen van een adjunct-mandaat kunnen dat doen wanneer het ambt definitief is toegewezen of - als het ambt niet definitief is - voor zover het wordt hernieuwd na een gunstige evaluatie. Dit laatste geldt ook voor de titularissen van een bijzonder mandaat.

Aanvraag

Magistraten die in dienst willen blijven, kunnen ten vroegste 18 maanden voor hun 67ste of 70ste verjaardag een aanvraag indienen bij hun korpschef. De aanvraag moet ten laatste 9 maanden voor de verjaardag binnen zijn.

De magistraat bezorgt ook een kopie van zijn aanvraag aan de minister van Justitie.

Wil een korpschef langer aan de slag blijven, dan dient hij zijn verzoek in bij zijn hiërarchisch meerdere. Voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg bv. is dat dan de eerste voorzitter van het hof van beroep.

De korpschefs van de hoven van beroep en de arbeidshoven, van het Hof van Cassatie en van het federaal parket richten hun verzoek rechtstreeks aan de minister van Justitie die dan zelf advies geeft.

Advies

De korpschef of de hiërarchisch meerdere bezorgt het verzoek en zijn advies binnen een maand aan de minister. Het advies gaat zowel over de opportuniteit van het in dienst houden als over de meeste geschikte duur daarvan.

Komt er geen tijdig advies, dan gaat de procedure toch verder - op initiatief van de minister van Justitie dan.

De Koning beslist binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek.

Verlenging

Een aanvraag om verder te blijven werken na een eerdere verlenging moet uiterlijk ingediend worden 6 maanden voor het einde van de vorige verlenging.

Behoud wedde en rang

Magistraten die blijven verder werken, behouden hun wedde en hun rang.

Inwerkingtreding

Artikel 77 van de wet van 19 oktober 2015 treedt in werking op 1 november 2015.

Bron: Wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 22 oktober 2015 (art. 77 Wet Burgerlijk Procesrecht)

Zie ook:
Gerechtelijk Wetboek (nieuw art. 383ter)