Partijen kunnen mening geven over gebruik bestuurlijke lus bij Milieuhandhavingscollege en Raad voor Vergunningsbetwistingen

Het Grondwettelijk Hof heeft zopas de bestuurlijke lus bij het Milieuhandhavingscollege en de Raad voor Vergunningsbetwistingen vernietigd. De Vlaamse decreetgever heeft echter al een aangepaste versie klaar. De nieuwe bestuurlijke lus kan - zo blijkt uit een nieuw Vlaams besluit - toegepast worden vanaf 1 januari 2016. Tegelijk brengt Vlaanderen enkele kleinere wijzigingen aan de rechtspleging bij de Vlaamse bestuursrechtscolleges.

Bestuurlijke lus

Het Milieuhandhavingscollege en de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) kunnen aan het betrokken bestuur voorstellen dat zij - nog tijdens de procedure - de onwettigheid in de bestreden beslissing herstelt. Vanaf 1 januari 2016 steekt die bestuurlijke lus in het nieuw. De oude regeling is vernietigd door het Grondwettelijk Hof.

? Inhoud

Tot nu kon de bestuurlijke lus alleen maar toegepast worden als het herstel van de onwettigheid leidde tot dezelfde beslissing. Die voorwaarde wordt geschrapt omdat zij de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter in het gedrang brengt. Het vaststellen van de inhoud van een beslissing komt niet de rechter maar wel het bestuur toe.

De schrapping van die voorwaarde betekent concreet dat de administratie de inhoud en de strekking van de bestreden beslissing na toepassing van de bestuurlijke lus kan wijzigen. De toepassing van de bestuurlijke lus gaat voortaan bovendien altijd gepaard met een herstelbeslissing. Er wordt dus niet hersteld binnen de oorspronkelijke bestreden beslissing.

? Standpunt van partijen

Voortaan moeten de partijen - vóór de bestuurlijke lus kan toegepast worden - de mogelijkheid gekregen hebben om hun standpunt hierover kenbaar te maken.

Twee situaties kunnen zich voordoen:

ofwel hebben alle partijen al de mogelijkheid gehad om hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten. Bijvoorbeeld naar aanleiding van een vraag van de verwerende partij naar een bestuurlijke lus. In dat geval kent het bestuursrechtscollege het standpunt van de partijen dus al en beslist het onmiddellijk over de bestuurlijke lus met een tussenuitspraak;

ofwel hebben de partijen die mogelijkheid nog niet gehad. Bijvoorbeeld wanneer het bestuursrechtscollege zelf het voornemen heeft om een bestuurlijke lus voor te stellen. In dat geval geeft het bestuursrechtscollege bij tussenuitspraak de partijen alsnog de mogelijkheid om hun standpunt hierover te geven. De griffier betekent die tussenuitspraak onmiddellijk aan de partijen. Partijen krijgen 30 dagen om hun schriftelijk standpunt in te dienen over de toepassing van de bestuurlijke lus, eventueel aangevuld met geïnventariseerde overtuigingsstukken. Die termijn gaat in de dag na de dag van de betekening van de uitspraak. Het is een vervaltermijn. De griffier betekent een afschrift van het standpunt van een partij aan de andere partijen. Is er niet tijdig een standpunt ingediend, dan brengt de griffier de andere partijen daar ook van op de hoogte.

In beide gevallen organiseert het bestuursrechtscollege een zitting over de bestuurlijke lus. De beslissing over de toepassing van de bestuurlijke lus gebeurt bij tussenuitspraak. Wanneer het rechtscollege de bestuurlijke lus toestaat, legt het in de tussenuitspraak ook de termijn vast waarbinnen de herstelbeslissing er moet zijn. De verwerende overheid kan vragen om die termijn een keer te verlengen. De verlenging mag nooit langer zijn dan de oorspronkelijke hersteltermijn.

De griffier betekent de tussenuitspraak over het toestaan van de bestuurlijke lus en de tussenuitspraak over de termijnverlenging onmiddellijk aan de partijen.

? Herstelbeslissing

De verwerende partij bezorgt haar herstelbeslissing aan het bestuursrechtscollege binnen de toegestane hersteltermijn. De griffier betekent een afschrift van de herstelbeslissing aan de verzoekende en tussenkomende partijen. Als er geen tijdige herstelbeslissing is wordt dit aan al die partijen meegedeeld.

Het voorwerp van het beroep wordt uitgebreid met de herstelbeslissing.

Het herstel kan enkel betrekking hebben op de onwettigheid die in de tussenuitspraak is vermeld.

Komt er geen herstelbeslissing of is die te laat dan vernietigt het bestuursrechtscollege de bestreden beslissing.

? Beoordeling herstel door partijen

Alle partijen kunnen schriftelijk meedelen wat ze van het herstel vinden. Binnen een vervaltermijn van dertig dagen. Die gaat in op de dag na de dag van de betekening van de herstelbeslissing aan de partijen.
De griffier betekent een afschrift van het standpunt van een partij aan de andere partijen. Als er geen tijdige beslissing is, dan deelt hij dat aan de partijen mee.

Het bestuursrechtscollege organiseert een zitting over de herstelbeslissing.

? Beslissing

Wanneer blijkt dat de onwettigheid nog niet is hersteld of wanneer het herstel door een nieuwe onwettigheid is aangetast, vernietigt het bestuursrechtscollege geheel of gedeeltelijk de bestreden beslissing en de herstelbeslissing. Het bestuursrechtscollege kan ook beslissen om opnieuw de bestuurlijke lus toe te passen.

Vindt het bestuursrechtscollege dat de onwettigheid is hersteld en dat dit herstel zelf niet is aangetast door een nieuwe onwettigheid, dan verwerpt het het beroep tegen de nieuwe herstelbeslissing. Het bestuursrechtscollege vernietigt wel de oorspronkelijk bestreden beslissing. Het beroep tegen die beslissing bleek dus gegrond.

? Rechtsgevolgen

Het bestuursrechtscollege kan zelf of op vraag van een partij beslissen om de rechtsgevolgen van een geheel of gedeeltelijk vernietigde beslissing geheel of gedeeltelijk - al dan niet voorlopig - in stand te houden. Ook hierover kunnen de partijen op voorhand hun standpunt geven.

Verzoekschrift

Een beroep wordt bij het Milieurechtscollege of de RvVb ingediend met een verzoekschrift.

De griffier schrijft elk inkomend verzoekschrift in in een voorlopig register in volgorde van ontvangst. Verzoekschriften die aan de regels voldoen komen daarna in het definitieve register. Pas na inschrijving in het definitieve register wijst de collegevoorzitter de zaak toe aan een kamer.

Vereenvoudigde procedure

De voorzitter van het Milieurechtscollege of de RvVb (of een bestuursrechter) kunnen binnen dertig dagen na registratie ambtshalve onderzoeken of het beroep bv. doelloos of klaarblijkelijk onontvankelijk is. In dat geval wordt een vereenvoudigde procedure toegepast.

Indien nodig kan de griffier in een dergelijk geval de verweerder vragen om een administratief dossier in te dienen binnen 8 dagen. Tot nu had die daar 15 dagen voor. Doet hij dit niet binnen de 8 dagen dan kan hij nog een extra termijn krijgen van de griffier. Volgt er binnen die termijn nog geen administratief dossier, dan worden de door de verzoeker aangehaalde feiten sowieso als bewezen geacht. Tenzij ze kennelijk onjuist zijn.

Verzoekschrift tot tussenkomst bij RvVb

Als bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen - bij een schorsingsvordering - een verzoekschrift tot tussenkomst is ingediend bezorgt de griffier het verzoekschrift tot tussenkomst aan de verzoeker en de verweerder, en voortaan ook aan de eventueel andere tussenkomende partijen.

Vooronderzoek in vernietigingsprocedure bij RvVb

De verweerder krijgt de kans om een antwoordnota in te dienen. Doet hij dat, dan kan de verzoeker op zijn beurt een wederantwoordnota indienen. Dient de verweerder geen antwoordnota in, dan kan de verzoeker een toelichtende nota indienen. In beide gevallen - dus zowel bij de wederantwoordnota als bij de toelichtende nota - kan de verzoeker nieuwe geïnventariseerde overtuigingsstukken toevoegen. Voor zover hij die nog niet had op het moment waarop hij het verzoekschrift indiende of ze nodig zijn in repliek op de antwoordnota van de verweerder. Tot nu waren die nieuwe overtuigingsstukken enkel mogelijk bij een wederantwoordnota, niet bij een toelichtende nota.

Als de verzoeker niet tijdig een wederantwoordnota of toelichtende nota indient, verwittigt de griffier zowel de verweerder als de tussenkomende partij daarvan.

De verweerder kan - na de wederantwoordnota van verzoeker - tot slot nog een laatste nota indienen. De griffier betekent een afschrift van die laatste nota aan de verzoeker en - als die er is - aan de tussenkomende partij.

De tussenkomende partij kan bij een vordering tot vernietiging een schriftelijke uiteenzetting indienen. Als hij dat heeft gedaan, dan kan hij ook een laatste schriftelijke uiteenzetting indienen, na de betekening van de wederantwoordnota of de toelichtende nota van de verzoeker.

Inwerkingtreding

Het nieuwe besluit van 2 oktober 2015 treedt in werking op 1 januari 2016.

Ook de artikelen 5 en 6 van het Decreet van 3 juli 2015 treden dan in werking. Zij gaan over de nieuwe bestuurlijke lus bij het Milieuhandhavingscollege en de RvVb.

Bron: Besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, wat betreft de bestuurlijke lus en diverse andere bepalingen, BS 5 november 2015

Zie ook:
Decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges
GwH 29 oktober 2015, nr. 152/2015