Bekwaamheidsproef voor stagiair-boekhouder(-fiscalist) hervormd
Boekhouders en boekhouders-fiscalisten moeten - voor het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten (BIBF) hen op zijn tableau kan inschrijven - een stage volgen. Op het einde van de stage moeten ze slagen voor een praktische bekwaamheidsproef. Die bekwaamheidsproef wordt nu hervormd. De examenmaterie wordt licht aangepast en er komen nieuwe slaagcriteria. Andere nieuwigheid is dat de stagiair zelf in het oog moet houden wanneer hij zich moet inschrijven voor de proef. En er is voortaan voorzien in verschillende bezwaarprocedures. De mondelinge proef tot slot wordt met meer waarborgen omringd.
Inschrijving op tableau
Wie op het tableau van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten staat, mag de titel van erkend boekhouder of erkend boekhouder-fiscalist dragen. Maar voor het zover is moet er een gans parcours afgelegd worden.
Het hebben van het juiste diploma is niet voldoende. Kandidaten moeten ook een stage volgen. En slagen voor een praktische bekwaamheidsproef op het einde van die stage. Die bekwaamheidsproef ziet er nu iets anders uit.
Doel
Het doel van de bekwaamheidsproef blijft hetzelfde. Het BIBF wil er mee nagaan of de stagiair op het einde van zijn stage echt wel in staat is om zijn theoretische kennis in de beroepspraktijk van boekhouder(-fiscalist) toe te passen. En of hij zijn beroep kan uitoefenen volgens de wettelijke en deontologische regels.
Schriftelijke en mondelinge proef
De bekwaamheidsproef blijft - net zoals nu al het geval is - bestaan uit twee delen. Eerst een schriftelijke test. En voor wie daar in slaagt, volgt een mondelinge proef.
Vakken
De vakken die in de proeven aan bod komen, blijven grotendeels gelijk. Toch zijn er enkele nieuwigheden.
Er wordt niet meer gepeild naar de kennis over douane en accijnzen. Er wordt voortaan wel getest op de kennis over de organisatie en het beheer van een boekhoudkantoor. En ook op de kennis over de antiwitwaswetgeving (als onderdeel van het vak 'plichtenleer').
De andere geteste vakken blijven dezelfde. Het gaat onder meer om algemene boekhouding, personenbelasting, vennootschapsbelasting, belastingprocedures en vennootschapsrecht.
Uiterste inschrijvingstermijn
De stagiair kan aan het examen deelnemen van zodra hij zijn stage heeft uitgevoerd volgens de beroeps- en stageregels. Hij moet zijn bijdragen aan het BIBF en zijn inschrijvingsrecht voor het examen betalen. En een burgerlijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsluiten en zich permanent vormen. Hij moet ook de richtlijnen van het BIBF over de stage nageleefd hebben.
Belangrijke nieuwigheid is dat de stagiair voortaan uiterlijk dertig dagen voor de datum van de schriftelijke proef zijn aanvraag tot deelname aan de proef bij de stagecommissie moet indienen. Bovendien moet hij er op letten dat hij zijn aanvraag doet voor de wettelijke stagetermijn is verstreken. Die bedraagt maximaal 36 maanden. Aanvragen buiten die termijnen zijn niet ontvankelijk. Bovendien worden stagiairs die geen aanvraag doen binnen die 36 maanden van de lijst van stagiairs gehaald.
Aanvragen binnen de wettelijke stagetermijn voor deelname aan een proef die buiten die termijn wordt georganiseerd zijn toegelaten. De stagiair neemt dan deel aan het eerstvolgende examen.
Let op. Het BIBF heeft nog een aantal aparte inschrijvingsvoorwaarden voor deelname aan een schriftelijke proef. Die zijn vastgelegd in een richtlijn. Stagiairs die niet aan de voorwaarden voldoen, worden daarvan verwittigt door de stagecommissie. De stagiair kan een bezwaar indienen wanneer hij niet wordt ingeschreven voor de proef. Met de nodige motivering. En binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van de weigering. Het bezwaar moet aangetekend ingediend worden.
Slaagcriteria
Om te slagen voor de schriftelijke proef - en te mogen deelnemen aan de mondelinge proef voor erkend boekhouder - moet de stagiair ten minste zestig procent halen op de vakken uit de boekhoudkundige/financiële cluster (algemene boekhouding, wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen, algemene beginselen van het financieel beheer, opstellen, analyse en kritische beoordeling van de jaarrekening en organisatie van boekoudingsdiensten en administratieve diensten van de onderneming). Ook voor het vak deontologie moet de stagiair zestig procent behalen. Voor de andere vakken volstaat telkens vijftig procent. En over alle vakken heen moet men zestig procent behalen.
Toch wel een verstrenging in vergelijking met de oude criteria dus. Tot nu moest de stagiair-boekhouder gemiddeld vijftig procent behalen over alle vakken heen en minstens zestig procent voor de boekhoudkundige/financiële vakken en vijftig procent op het vak deontologie.
Om te kunnen deelnemen aan de mondelinge proef voor boekhouder-fiscalist gelden dezelfde nieuwe percentages als voor boekhouders: zestig procent op de vakken uit de boekhoudkundige/financiële cluster, zestig procent voor het vak deontologie, vijftig procent voor de andere vakken en zestig procent over alle vakken heen. Behalve voor de vakken van de fiscale cluster (btw, personenbelasting, vennootschapsbelasting, belastingprocedures en registratie- en successierechten). Op die vakken moeten boekhouders-fiscalisten zestig procent behalen, evenveel als vroeger.
Tot nu moest een boekhouder-fiscalist gemiddeld vijftig procent behalen over alle vakken heen, minstens zestig procent voor de boekhoudkundige/financiële vakken, minstens vijftig procent op het vak deontologie en minstens zestig procent voor de vakken uit de fiscale cluster.
Behoud restulaten schriftelijke proef
Wie geslaagd is voor de schriftelijke proef, kan er voortaan voor kiezen om zijn resultaat te behouden. In dat geval kan de stagiair aan alle mondelinge proeven die nog georganiseerd worden gedurende de wettelijke stagetermijn deelnemen, zonder opnieuw een schriftelijke proef af te leggen.
Maar de stagiair kan er ook voor kiezen om een nieuwe schriftelijke proef af te leggen. In dat geval vervalt het resultaat van zijn eerder afgelegde schriftelijke proef.
Bezwaar
Wie niet akkoord gaat met het resultaat van zijn schriftelijke proef kan een bezwaar indienen. Aangetekend en binnen 15 kalenderdagen nadat de resultaten zijn betekend. Drie leden van de stagecommissie onderzoeken het bezwaar. Het gaat uiteraard om leden die de betwiste examenvragen niet hebben verbeterd.
De stagiair kan een kopie van zijn proef inzien.
Mondelinge proef
Op de mondelinge proef wordt de schriftelijke proef besproken. De stagiair wordt er ook ondervraagd over de beroepspraktijk of over de vakken die hij moet kennen.
Stagiairs die op de mondelinge proef minstens zestig procent halen, zijn geslaagd voor de beroepstitel van erkend boekhouder. Wie tegelijk ook zestig procent haalt op de laatste mondelinge proef voor de materies btw, personenbelasting, vennootschapsbelasting, belastingprocedures en registratie- en successierechten is geslaagd voor de beroepstitel van erkend boekhouder-fiscalist.
Resultaten
Het BIBF betekent de uitslagen voortaan na elke afgelegde proef. Tot nu werden ze betekend binnen drie maanden na het examen.
Inschrijving
De stagiairs die geslaagd zijn voor de bekwaamheidsproef worden automatisch ingeschreven op het tableau. Zij hoeven de inschrijving niet expliciet aan te vragen.
Wie niet geslaagd is voor de bekwaamheidsproef kan - zolang de maximale stageperiode niet is verstreken - opnieuw een aanvraag indienen om deel te nemen aan de bekwaamheidsproef. Ook wie geslaagd is voor de schriftelijke proef maar zijn resultaten niet wil behouden, kan een nieuwe deelnameaanvraag indienen.
Stagecommissie
Binnen het BIBF is er een stagecommissie. Die neemt het bekwaamheidsexamen af. Aan de samenstelling en werking van de commissie verandert er weinig. Toch zijn er enkele veranderingen:
de stagecommissie krijgt een Nederlandstalige en Franstalige secretaris. Gekozen onder de personeelsleden van het BIBF. Zij staan de commissie bij en kunnen aanwezig zijn bij haar vergaderingen en beraadslagingen;
ten hoogste vijf werkende Nederlandstalige en vijf werkende Franstalige leden van de commissie mogen lid zijn van de raad van het BIBF; en
minstens één Franstalig en één Nederlandstalig lid moet docent zijn van een hoger onderwijs-inrichting waar een Europees kwalificatieniveau 6, 7 of 8 kan behaald worden.
De beraadslagingen over het schriftelijk deel van het bekwaamheidsexamen gebeuren per taalrol. Ten minste zes leden moeten aanwezig zijn. Er wordt voortaan een verslag van de beraadslaging opgesteld.
De mondelinge proef wordt afgenomen door minstens vijf leden van de stagecommissie. Van dezelfde taalrol als de stagiair. Bij een Duitstalige stagiair moet minstens een van de commissieleden Duits kennen.
Enkel wie de stagiair heeft ondervraagd kan meedoen aan de beraadslaging over de mondelinge proef.
Per ondervraagde stagiair maakt een commissielid dat aanwezig was bij de proef een verslag op. Met daarin de gestelde vragen, een bondige samenvatting van de gegeven antwoorden en de eindquotering. Er wordt beslist bij eenvoudige meerderheid van stemmen.
Vrijstelling stage
Erkende boekhouders kunnen zonder stage deelnemen aan de bekwaamheidsproef voor boekhouder-fiscalist. Zij moeten alleen een mondelinge proef afleggen over btw, personenbelasting, vennootschapsbelasting, belastingprocedures en registratie- en successierechten. Van zodra ze daar 60 procent op halen, worden ze ingeschreven op het tableau van de erkende boekhouders-fiscalisten.
Twee keer per jaar
Nog dit. Net als nu al het geval is organiseert het BIBF minstens twee keer per jaar een praktische bekwaamheidsproef. De kandidaat kiest zelf in welke taal hij de proef aflegt. Het BIBF deelt de exacte data van de proeven mee aan de stagiairs. Zodat zij zich tijdig kunnen inschrijven.
Inwerkingtreding
Het nieuwe KB van 27 september 2015 treedt in werking op 3 december 2015. Het oude besluit uit 2003 wordt opgeheven.
Opgepast. Sommige nieuwigheden treden pas in werking vanaf de schriftelijke proef van het eerste bekwaamheidsexamen dat georganiseerd wordt vanaf 1 januari 2017. Het gaat meer bepaald om
de examenmaterie;
de slaagcriteria op de schriftelijke proef (en de slaagcriteria op de fiscale vakken in de mondelinge proef voor de titel van erkende boekhouders-fiscalisten);
het behoud van het resultaat van de schriftelijke proef.
Tot zolang blijven de oude examenmateries en de oude slaagpercentages gelden.
Tot slot is er ook nog een overgangsregeling voor de stagecommissie: de huidge leden blijven in functie tot het einde van hun mandaat.
Bron: Koninklijk besluit van 27 september 2015 betreffende het programma, de voorwaarden en de examenjury voor het praktisch bekwaamheidsexamen van de erkende boekhouders en erkende boekhouders-fiscalisten, BS 23 november 2015
Zie ook:
Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (art. 46 e.v.)