Strenger voor handel in bedreigde dier- en plantensoorten (Cites) (art. 29-30 DB Landbouw en Leefmilieu)

Voortaan kunnen inbreuken op de Cites-regels strafrechtelijk óf administratiefrechtelijk vervolgd worden, maar alle dossiers zullen eerst doorgestuurd worden naar het parket. Cites staat voor de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten?. De aanpassingen komen er op vraag van het expertisenetwerk Leefmilieu van het college van procureurs-generaal.

Alle dossiers wegens inbreuken op de Cites-regels worden voortaan doorgestuurd naar het parket. Het parket kan dan beslissen om al of niet te vervolgen. Als de procureur verzuimt om een beslissing te nemen of als hij beslist om niet strafrechtelijk te vervolgen, kan de inbreuk nog altijd bestraft worden met een administratieve boete. De niet-betaalde administratieve boetes zullen ingevorderd kunnen worden langs gerechtelijke weg.
Tot nu bestond er een systeem van minnelijke schikking. Bij niet-betaling van de minnelijke schikking ging het dossier naar het parket, maar dat seponeerde vaak en dus bleef de inbreuk in de praktijk onbestraft. Nu zal dat niet meer het geval zijn.

Bovenop de administratieve boete moet de overtreder ook alle kosten terugbetalen die de overheid maakte. De diversebepalingenwet vult het lijstje aan van de kosten die in aanmerking komen voor terugbetaling. Dat zijn de kosten voor bewaring van de specimens, de diergeneeskundige kosten, de kosten voor de bestuurlijke maatregelen, de terugzendingskosten indien de soorten moeten worden teruggezonden naar het land van herkomst, enz.

De officieren van gerechtelijke politie, de leden van de federale en lokale politie, de agenten van douane, de Cites-inspecteurs van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (ook de inspecteurs die geen dierenarts zijn van opleiding), en de ambtenaren van het Federaal Voedselagentschap die inbreuken op de Cites-regels mogen opsporen en vaststellen, hebben voortaan ook recht op toegang tot bewoonde lokalen na voorafgaande schriftelijke toestemming van de bewoner. Tot nu was daarvoor telkens de toestemming van de politierechter nodig.

De inspecteurs kunnen zich alle inlichtingen laten bezorgen die zij nodig hebben voor het uitoefenen van hun opdracht. Nieuw is dat de houders van Cites-soorten, kwekers, handelaars en organisatoren van evenementen tevens verplicht zijn om alle maatregelen te nemen die nodig zijn om het toezicht door de inspectie te vergemakkelijken. Zoals: zélf de specimens vangen in de kooien of volières.
Die maatregel is niet zozeer bedoeld om het toezicht vlot te laten verlopen. Ze is vooral ingegeven door veiligheidsoverwegingen. Houders en kwekers van gevaarlijke slangen of delicate plantensoorten weten dikwijls zelf het best hoe zij die dieren of planten moeten manipuleren.

De inspecteurs kunnen vanaf nu ook monsters nemen, zodat in een laboratorium kan worden bepaald wat de identiteit is van het betwiste dier en of het dier wel verwant is aan een dier dat in gevangenschap werd gehouden (of dat het uit de vrije natuur werd gehaald).

Nog nieuw is dat de inspecteurs voortaan een proces-verbaal van waarschuwing kunnen opmaken. Daarin wordt de overtreder aangemaand om de overtreding onmiddellijk stop te zetten.

Gebeurt dat niet, dan zal er toch nog een proces-verbaal van vaststelling van inbreuk, en eventueel zelf een pv van beslag worden opgesteld. De pv's van vaststelling van inbreuk of van beslag hebben bewijskracht tot het tegendeel kan worden bewezen.

In werking op: 31 december 2015 (10 dagen na publicatie)

Bron: Wet van 16 december 2015 houdende diverse bepalingen inzake landbouw en leefmilieu, BS 21 december 2015 (art. 29-30 DB Landbouw en Leefmilieu).