Hogere accijnzen op alcoholvrije dranken, tabak, diesel en elektriciteit sinds 1 januari 2016 (art. 113-133 wet op de jobcreatie)

Op 1 januari 2016 stegen de accijnstarieven op alcoholvrije dranken en koffie, op sigaretten en (rol)tabak, en op energieproducten (o.m. benzine en diesel) en elektriciteit.

Alcoholvrije dranken en koffie

Op 1 januari 2016 heeft de Regering, in overleg met de minister van Volksgezondheid, de accijnstarieven op alcoholvrije dranken - andere dan water, melk en vruchten- en groentesappen - verhoogd (wijziging art. 13, § 1, wet van 21 december 1989; art. 113, wet op de jobcreatie).
Deze accijnsverhoging is de eerste stap in de uitbouw van de gezondheidstaks. De accijnsverhoging moet een overmatige consumptie van frisdrank (gesuikerd of niet) ontraden.

Ook de accijnstarieven op koffie stegen op 1 januari 2016 (wijziging art. 14, § 1, wet van 21 december 1989; art. 114, wet op de jobcreatie).

Zoals afgesproken in het regeerakkoord werden de accijnstarieven op alcoholvrije dranken en op koffie ook geïndexeerd.
Het indexpercentage werd bekomen door vergelijking van de consumptieprijsindex van juni 2015 met die van juni 2014. Dit leidde tot een indexpercentage van 0,63%.
Dit percentage werd toegepast op alle tarieven op accijnsproducten op 1 juni 2015 en toegevoegd aan de verhogingen ingevolge de fiscale verschuiving (tax shift).

Sigaretten en (rol)tabak

Overeenkomstig het regeerakkoord werden ook de accijnstarieven op tabaksfabricaten - andere dan sigaren - verhoogd in het kader van de tax shift. Dit om een verlaging van de fiscale en parafiscale lasten op arbeid te bekomen zonder de budgettaire situatie te verslechteren.

De verhoging vertaalt zich in een verhoging van de specifieke accijns en de bijzondere specifieke accijns én in een verhoging van de minimumaccijns op sigaretten en op tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten en andere rooktabak.

Deze accijnsverhoging is vastgelegd voor de jaren 2016 tot en met 2020 (wijziging art. 3, wet van 3 april 1997; art. 116-art. 121, wet op de jobcreatie).

Benzine, diesel, ? en elektriciteit

Ook de accijnstarieven op energieproducten (ongelode en gelode benzine, kerosine, diesel, zware stookolie, vloeibaar petroleumgas, aardgas en kolen, cokes en bruinkool) en op elektriciteit werden op 1 januari 2016 geïndexeerd (wijziging art. 419 a) tot en met k), programmawet van 27 december 2004; art. 122 tot art. 133, wet op de jobcreatie).

Ook hier werd het indexpercentage bekomen door vergelijking van de consumptieprijsindex van juni 2015 met die van juni 2014. Dit leidde tot een indexpercentage van 0,63%.
Dit percentage werd toegepast, per product, op het totale bedrag aan accijnzen. Vervolgens werd het resultaat van deze berekening, naar gelang van de situatie, omgevormd naar een verhoging van de bijzondere accijns, of de bijdrage op de energie.

Via de wet van 14 december 2015 verlaagde de Regering op 1 januari 2016 het accijnstarief op aardgas dat de bedrijven met een 'energiebeleidsovereenkomst' of een 'accord de branche' als verwarmingsbrandstof gebruiken (zakelijk gebruik), tot 0,54 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde). Andere bedrijven betalen op datzelfde soort aardgas 0,9916 euro per MWh (bovenste verbrandingswaarde).

Voor deze categorie werd er nog geen indexatie uitgevoerd aangezien deze tarieven nog niet van toepassing waren in 2015.
Maar om artikel 419 van de programmawet van 27 december 2004 beter leesbaar te maken, werd deze nieuwe categorie al wel toegevoegd aan het te vervangen artikel 419.

Bron: Wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht, BS 30 december 2015 (wet op de jobcreatie) (art. 113-133)

Zie ook:
- Wet van 14 december 2015 tot wijziging van artikelen 419, i), iii), 420 en 432, § 3, van de programmawet van 27 december 2004, BS 23 december 2015.
- Wet van 21 december 2009 betreffende het accijnsstelsel van alcoholvrije dranken en koffie, BS 15 januari 2010 (art. 7, art. 9, art. 13 en art. 14, § 1).
- Programmawet van 27 december 2004, BS 31 december 2004; err. BS 18 januari 2005 (art. 419 a) tot en met k))
- Wet van 3 april 1997 betreffende het fiscaal stelsel van gefabriceerde tabak, BS 16 mei 1997 (art. 3)