Strijd tegen terrorisme: minister van Financiën bevriest financiële middelen van 12 groeperingen

Johan Van Overtveldt, federaal minister van Financiën, heeft de financiële middelen en de tegoeden van 12 terroristische groeperingen bevroren. Dat was nodig om te voldoen aan Aanbevelingen nr. 6 en 7 van de financiële actiegroep FATF/GAFI. Die stellen onder meer dat landen die zijn aangesloten bij de FATF de financiële sancties van de Veiligheidsraad strikt moeten implementeren ter preventie en bestrijding van terrorisme, terrorismefinanciering en proliferatie van wapens.

Ons land schoot daarin tekort en werd verschillende keren op de vingers getikt. Het probleem lag in de manier van werken. De resoluties waarmee de Veiligheidsraad van de VN wapenembargo's, embargo's op de import of export van bepaalde goederen, programma's en technologie of financiële sancties worden door de EU omgezet in verordeningen en besluiten. Ons land wachtte die omzetting af alvorens zelf maatregelen te nemen. Maar tussen de inwerkingtreding van de resoluties en de omzetting door de EU verloopt er heel wat tijd. Wat voor een belangrijke vertraging zorgt in de toepassing van de genomen sancties door ons land. België was daardoor vaak te laat om de sancties toe te passen.

Via de wet van 18 december 2015 wilde de wetgever daar iets aan doen. Hij gaf de federale minister van Financiën de bijkomende bevoegdheid om alle maatregelen te treffen die nodig zijn voor de effectieve uitvoering van de financiële sancties uit de resoluties van de Veiligheidsraad. De minister kan sinds begin dit jaar zelf de lijsten met personen, entiteiten en groeperingen van het Sanctiecomité bekendmaken en (een deel van) de tegoeden en andere financiële middelen van de personen, entiteiten en groeperingen uit de resoluties bevriezen. En dat laatste heeft Van Overtveldt nu ook gedaan.

Op 2 maart 2016 werden de tegoeden en de financiële middelen van volgende personen, entiteiten en groeperingen bevroren:
1. ABD AL-BASET AZZOUZ
2. GULMUROD KHALIMOV
3. NUSRET IMAMOVIC
4. MUHANNAD AL-NAJDI
5. MORAD LAABOUDI
6. ALI MUSA AL-SHAWAKH
7. HASAN AL-SALAHAYN SALIH AL-SHA'ARI
8. MOUNIR BEN DHAOU BEN BRAHIM BEN HELAL
9. MOHAMMED ABDEL-HALIM HEMAIDA SALEH
10. SALIM BENGHALEM
11. ABU UBAYDAH YUSUF AL-ANABI
12. HARAKAT SHAM AL-ISLAM

De minister heeft dus niet gewacht op de Europese omzetting van beslissing 'van 29 februari 2016 van het 1267/1989/2253 ISIL (Da'esh) en Al-Qaida' van het Sanctiecomité van de Veiligheidsraad van de VN.

Al is de beslissing van Van Overtveldt wel beperkt in de tijd. van zodra de beslissing van het Sanctiecomité is omgezet in Europees recht treedt de bevriezing buiten werking.

Het MB van 2 maart 2016 heeft uitwerking met ingang van 29 februari 2016, de dag van de beslissing van het Sanctiecomité.

Bron: Ministerieel besluit van 2 maart 2016 tot bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen bedoeld in artikel 1/1 van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties in toepassing van de resoluties betreffende ISIL (Da'esh), Al Qaida en daarmee verbonden personen, entiteiten of groeperingen, BS 3 maart 2016.

Zie ook
Wet van 18 december 2015 houdende diverse financiële bepalingen, houdende de oprichting van een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie ?Sociale activiteiten?, houdende wijziging van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties en houdende een bepaling inzake de gelijkheid van vrouwen en mannen, BS 29 december 2015 (art. 69 en 70).