Beroepsrechters assisen voortaan betrokken bij beraad over schuldvraag (art. 102 - 114 Potpourri II)
De voorzitter van het Hof van Assisen en zijn 2 assessoren zullen voortaan deelnemen aan de deliberatie over de schuldvraag. Hun specialisatie en ervaring vormt volgens de wetgever een meerwaarde tegenover de volksjury om de waarde en de wettigheid van het aangeleverde bewijs te kunnen inschatten.
Al blijft hun deelname voornamelijk beperkt tot raadgeving en advies. De modaliteiten van de stemming over de schuldvraag wijzigen immers niet. De 3 beroepsrechters stemmen dus niet mee over de schuld. In principe. Want wanneer de beschuldigde slechts bij eenvoudige meerderheid (van 7 stemmen op 12) schuldig wordt verklaard aan het hoofdfeit, spreekt het hof zich wel uit. De beschuldigde wordt vrijgesproken indien de meerderheid van het hof het standpunt van de meerderheid van de jury niet volgt.
Het Hof kan de zaak ook naar een nieuwe zitting verwijzen indien het eenparig overtuigd is dat de gezworenen zich kennelijk hebben vergist over de voornaamste redenen waarom ze de beschuldigde schuldig hebben bevonden. De zaak wordt dan onderworpen aan een nieuwe jury en een nieuw hof. Geen van de eerste gezworenen of beroepsrechters mag hiervan deel uitmaken.
Bij het beraad over de schuldvraag vormen de 3 beroepsrechters samen met de jury trouwens een 'college' dat identiek is aan het college dat gevormd wordt voor strafbepaling.
De Potpourri II-wet wijzigt artikel 327 van het Wetboek van Strafvordering. De wijziging geldt sinds 29 februari 2016.
Bron: Wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, BS 19 februari 2016. (art. 102-114)