Bevoegdheidsincidenten binnen rechtbank sneller afgehandeld (art. 27 Potpourri III-wet)
Het openbaar minister moet geen advies meer geven over bevoegdheidsincidenten tussen afdelingen, secties, kamers en rechters binnen eenzelfde rechtbank. Het wordt wel op de hoogte gebracht, en kan - als het dat nodig vindt - wel nog advies geven. Maar van een verplicht advies is geen sprake meer.
Een incident over de verdeling van de zaken onder de afdelingen, secties, kamers of rechters van een rechtbank dat een partij voor ieder ander middel opwerpt of dat bij opening van de debatten ambtshalve wordt uitgelokt, wordt voortaan sneller afgehandeld. De betrokken afdeling, sectie, kamer of rechter legt het dossier voor aan de voorzitter van de rechtbank die moet oordelen of de zaak anders moet worden toegewezen. Op hetzelfde moment wordt het openbaar ministerie van het incident ingelicht. Het openbaar ministerie kan advies geven. Maar dat is geen verplichting. Het advies moet er zijn binnen acht dagen vanaf de zitting. Binnen dezelfde termijn kunnen de partijen die daarom vragen conclusies indienen.
De voorzitter doet binnen acht dagen na de zitting uitspraak. Hij kan de zaak onmiddellijk toekennen aan de volgens hem bevoegde afdeling, sectie, kamer of rechter. En meteen een datum vastleggen voor de verdere behandeling.
Artikel 27 van de wet van 4 mei 2016 is in werking getreden op 23 mei 2016.
Bron: Wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie, BS 13 mei 2016 (art. 27 Potpourri III-wet)
Zie ook:
Gerechtelijk Wetboek (art. 88)