Veiligheidsmaatregelen voor seksuele delinquenten duren even lang als internering (art. 158 en 172 Potpourri III-wet)

De veiligheidsmaatregelen voor geïnterneerde seksuele delinquenten duren voortaan even lang als de internering zelf. Ze worden geïntegreerd in het zorgtraject van de geïnterneerde.

Wie geïnterneerd is wegens zedenfeiten met minderjarigen, kan veiligheidsmaatregelen opgelegd krijgen. Zoals een woonverbod in een bepaalde zone of een verbod om deel te nemen aan lessen waar minderjarigen aanwezig zijn. Voortaan duren de veiligheidsmaatregelen even lang als de internering zelf, dus in principe gelden ze voor onbepaalde duur. Ze eindigen op het moment waarop de geïnterneerde definitief in vrijheid wordt gesteld.

Een groot verschil met de huidige regeling. Tot nu kon de rechter veiligheidsmaatregelen opleggen voor een termijn van één tot twintig jaar. En startten ze pas op de dag waarop de geïnterneerde definitief in vrijheid was gesteld. Of bij een invrijheidstelling op proef, de dag waarop die invrijheidstelling was toegekend.

Met de nieuwe regels worden de veiligheidsmaatregelen in het zorgtraject van de geïnterneerde geïntegreerd. En vallen ze - zoals tot nu het geval was - niet daarbuiten.
Aangezien de duur van de veiligheidsmaatregelen gekoppeld is aan de duur van de internering zal de kamer voor de bescherming van de maatschappij voortaan pas tot een definitieve invrijheidstelling beslissen als ze ook vindt dat de veiligheidsvoorwaarden niet meer nodig zijn. En door de veiligheidsmaatregelen tijdens de internering toe te passen en niet daarna wordt de toestand van de ex-geïnterneerde ook niet langer verzwaard.

De veiligheidsmaatregelen hebben gevolg vanaf de dag waarop de beslissing die ze oplegt onherroepelijk wordt. De kamer voor de bescherming van de maatschappij kan ze opheffen, wijzigen of nader omschrijven.

De artikelen 158 en 172 van de wet van 4 mei 2016 zijn in werking getreden op 23 mei 2016. Ze wijzigen de interneringswet van 5 mei 2014 die zelf in werking treedt op 1 oktober 2016.

Bron: Wet van 4 mei 2016 houdende internering en diverse bepalingen inzake Justitie, BS 13 mei 2016 (art. 158 en 172 Potpourri III-wet)

Zie ook:
Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering (art. 17 en 34)