Verblijfsaanvraag buitenlandse studenten en onderzoekers met overheidsbeurs voortaan gratis

Voor vreemdelingen die in ons land een studie- of onderzoeksbeurs kregen, is de verblijfsaanvraag voortaan gratis. Tenminste wanneer hun beurs geheel of gedeeltelijk werd toegekend door een Belgische overheid, een door ons land erkende of gesubsidieerde instelling voor hoger onderwijs (universiteit, hogeschool, ?), een internationale organisatie waarvan België lid is (bv. de Europese Unie) of een Belgische stichting van openbaar nut (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, Koning Boudewijnstichting, enz.).

Vergoeding voor behandeling dossier

Tot nog toe moesten deze studenten en onderzoekers, 160 euro betalen aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Deden ze dit niet, dan was hun aanvraag onontvankelijk. Een strikte maatregel die begin maart 2015 werd ingevoerd om het hoofd te kunnen bieden aan de toenemende kosten van de DVZ. Die krijgt elk jaar immers meer aanvragen te verwerken, wat een pak extra kosten met zich meebrengt.

Dat buitenlandse studenten en onderzoekers met een overheidsbeurs de bijdrage moeten betalen, is echter onlogisch. De overheden staan dan immers rechtstreeks in voor de financiering van een maatregel die door één van hen (de federale Staat) werd opgelegd. De regering heeft de verplichte retributie dan ook geschrapt voor deze groep vreemdelingen. Maar ze blijft wel van toepassing op buitenlandse studenten en onderzoekers zonder overheidsbeurs. Herinner wel dat verblijfsaanvragen van vreemdelingen jonger dan 18 altijd gratis zijn.

Welke studenten en onderzoekers?

Om verwarring te vermijden, wordt in het KB uitdrukkelijk bepaald welke studenten en onderzoekers met een beurs precies onder de vrijstelling vallen.

Zo wordt onder meer onderstreept dat de maatregel niet alleen betrekking heeft op studenten die in België willen studeren in het hoger onderwijs of hier een voorbereidend jaar op het hoger onderwijs willen volgen aan een door de overheid georganiseerde, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstelling. Ook buitenlanders die hier willen studeren aan een ander type onderwijsinstellingen komen in aanmerking wanneer ze één van de aanvaarde beurzen kregen. Dat geldt ook voor derdelanders die in een andere lidstaat over de status van langdurig ingezetene beschikken en die een verblijfsvergunning van meer dan 3 maanden willen om hier te studeren of een onderzoeksproject uit te voeren én daarvoor een overheidsbeurs kregen.

Voor onderzoekers zijn er gelijkaardige bepalingen.

Bewijs leveren

Om van de vrijstelling te kunnen genieten, moet het administratief dossier het bewijs bevatten dat de vreemdeling een beurs heeft die werd toegekend door één van de erkende instellingen of organisaties. Dat bewijs kan geleverd worden via

het standaardmodel van attest dat beschikbaar is via de website van de Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken; of

een attest afgegeven door de Algemene Directie Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp van de FOD Buitenlandse Zaken (het zogenaamde DGD-attest).

Gedeeltelijke retributie

De regering maakt van de gelegenheid gebruik om de procedure bij gedeeltelijke betalingen aan te passen. De huidige manier van werken wanneer vreemdelingen slechts een deel van hun retributie betaald blijken te hebben, zorgt immers voor rechtsonzekerheid en extra werk voor de overheden die de aanvragen niet-ontvankelijk moeten verklaren.

Op dit moment hebben vreemdelingen die melding kregen van een gedeeltelijke betaling 30 dagen extra de tijd om het resterende gedeelte te vereffenen. Hun dossier kan echter pas worden afgesloten wanneer ze ook een betalingsbewijs hebben ingediend. Daar staat geen termijn op. Heel wat dossiers blijven dus geruime tijd hangende. Om dit te vermijden, zijn vreemdelingen voortaan ook verplicht om het betalingsbewijs in te leveren binnen de termijn van 30 dagen.

26 juni 2016

Het KB van 8 juni 2016 treedt in werking op 26 juni, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Bron: Koninklijk besluit van 8 juni 2016 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen tot vrijstelling van de beursstudenten en onderzoekers van de retributie, BS 16 juni 2016.

Zie ook
Programmawet van 19 december 2014, BS 29 december 2014. (art. 195-197)
Koninklijk besluit van 16 februari 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, BS 20 februari 2015.
Koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, BS 27 oktober 1981.