Ruimere vergoeding voor slachtoffers van opzettelijke geweld- en terreurdaden

De financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke geweld- en terreurdaden stijgt. Het plafond voor reguliere hulp wordt opgetrokken van 62.000 naar 125.000 euro, de maximumvergoeding bij dringende hulp wordt verdubbeld tot 30.000 euro. Een vergoeding aanvragen bij de ?Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders? wordt bovendien een pak eenvoudiger. En de bijstand aan familieleden van slachtoffers is aanzienlijk uitgebreid.

Ruimere vergoeding

Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden - en in bepaalde gevallen hun 'occasionele redders' en nabestaanden - kunnen al ruim 30 jaar rekenen op financiële hulp van de overheid. De plafonds van de vergoedingen die 'Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders' toekent, bleven de voorbije 20 jaar echter ongewijzigd en blijken op de dag van vandaag vaak ontoereikend.

De wetgever heeft daarom beslist om de maximumbedragen te verhogen. Van 62.000 naar 125.000 euro voor hoofdhulp (dat is de reguliere vergoeding, waarvan het bedrag 'naar billijkheid' wordt bepaald per opzettelijke gewelddaad en per verzoeker voor schade boven de 500 euro) en van 15.000 naar 30.000 euro voor noodhulp (dat is de vergoeding die wordt toegekend in dringende gevallen, eveneens per opzettelijke gewelddaad en per verzoeker voor schade boven de 500 euro).

Het plafond (van 62.000 euro) voor de aanvullende hulp (dat is een bijkomende vergoeding wanneer het 'nadeel' is toegenomen sinds de initiële hulpverlening) werd geschrapt. Deze vergoeding is voortaan beperkt tot het noodzakelijke bedrag (op de dag van neerlegging van het verzoek tot hulp), verminderd met de reeds toegekende hoofdhulp en eventuele noodhulp.

Eenvoudige aanvraag

Maar de wetgever zorgt niet alleen voor een ruimere tegemoetkoming op financieel vlak, het wordt voor de slachtoffers ook makkelijker om een vergoeding aan te vragen. Het is immers niet meer nodig een strafrechtelijke procedure op te starten alvorens bijstand te kunnen vragen.

Voortaan kunnen slachtoffers hun vraag om financiële hulp, noodhulp of aanvullende hulp rechtstreeks indienen bij de commissie. Dat door het verzoekschrift, waarvan het model later nog bij KB moet worden vastgelegd, neer te leggen bij het secretariaat van de commissie of door het via aangetekend schrijven op te sturen. In een latere fase is het de bedoeling dat slachtoffers het verzoekschrift ook elektronisch kunnen neerleggen, maar daarvoor zijn nog uitvoeringsbepalingen nodig.

Extra aandacht gaat naar slachtoffers van terreur. Zij moeten niet langer zelf aantonen dat de daden waarvan ze slachtoffer zijn ook effectief 'terroristische daden' zijn. De wet bepaalt nu dat het aan de Koning is om over te gaan tot erkenning van bepaalde daden als daden van terrorisme.

Bijstand aan familieleden

Tot slot wordt ook de bijstand aan de familie van het slachtoffer uitgebreid. Nu kunnen ook familieleden van niet overleden slachtoffers een vergoeding aanvragen. Zij vielen tot nog toe uit de boot. Bijstand was alleen mogelijk voor familie van een overleden slachtoffer, van een minderjarig slachtoffer of van een slachtoffer dat al meer dan een jaar vermist was.

Werking commissie

Tot slot wordt nog gesleuteld aan de samenstelling de commissie. In eerste instantie om makkelijker nieuwe leden te vinden. Zo mogen nu bijvoorbeeld ook eremagistraten zitting hebben in de commissie en wordt de leeftijdsgrens met 3 jaar opgetrokken.

Verder verdwijnen de plaatsvervangende secretarissen uit de wettekst (aangezien ze in werkelijkheid niet bestaan), zijn ambtenaren van niveau 1 voortaan ambtenaren van niveau A, bevat de wettekst duidelijke taalvereisten voor de plaatsvervangers van de commissieleden en wordt het personeelsbestand van het secretariaat opgetrokken van 14 tot 18 personeelsleden. Bedoeling is ook om het aantal kamers van de Commissie van 6 op 8 te brengen, voor het afhandelen van terrorismedossiers. Maar daarvoor is nog een KB nodig.

17 juni 2016

De wet van 31 mei 2016 is op 17 juni in werking getreden, de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

De bepalingen zijn ook van toepassing op de verzoeken die hangende zijn bij de commissie op het moment van de inwerkingtreding. Die bepaling is expliciet opgenomen om tegemoet te komen aan de beloftes die werden gedaan aan de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart 2016. Het is immers niet de bedoeling van de wetgever om slachtoffers die reeds een aanvraag hadden ingediend voor 17 juni te benadelen.

Bron: Wet van 31 mei 2016 tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, wat de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden betreft, BS 17 juni 2016.

Zie ook
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, wat de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden betreft, Kamer 2016, nr. 54K0670/001 en nr. 54K0670/004.