Werkloosheidsbesluit: toezichtregels worden aangescherpt

Het werkloosheidsbesluit bepaalt dat het werkloosheidsbureau alle verklaringen en stukken die de werkloze indient, kan nazien. Het kan alle nodige onderzoeken doen en op elk ogenblik nagaan of de werknemer voldoet aan alle vereisten om een uitkering te krijgen.

Een KB van 11 september 2016 vult die regels over toezicht nu aan. Men voert een regeling in voor de gevallen waarin dit 'nazicht' leidt tot de vaststelling van:

een ongewone verhoging van het loon van de werknemer in de loop van het kwartaal waarin de beëindiging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt, of in de loop van het kwartaal dat daaraan voorafgaat, of van de kwartalen die daarop volgen;

een ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren van de deeltijdse werknemer in de loop van het kwartaal waarin de beëindiging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt, of in de loop van het kwartaal dat daaraan voorafgaat, of van de kwartalen die daarop volgen.

Het gaat dan niet om loonsverhogingen door de koppeling aan de index of door de uitoefening van een nieuwe functie. Voor de ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren verwijst men naar uren tijdens dewelke geen werkelijke arbeidsprestaties werden verricht en naar de verhoging die betrekking heeft op de opzeggingsperiode of op de berekening van de opzeggingsvergoeding.

Het recht op werkloosheidsuitkering en het bedrag van de werkloosheidsuitkering zal in dat geval opnieuw worden vastgesteld, abstractie makend van de ongewone loonsverhoging en de ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren. De werkloze kan ook van uitkeringen uitgesloten worden gedurende 4 tot 13 weken.

In het KB op de ontslaguitkering en in het KB op de ontslagcompensatievergoeding noteren we gelijkaardige aanvullingen.

Voor wat betreft de ontslaguitkering gaat het om de ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren van de deeltijdse werknemer, de stopzetting van het halftijds brugpensioen en de voortijdige stopzetting van een landingsbaan.
Ook hier wordt het bedrag van de ontslaguitkering opnieuw vastgesteld, waarbij de wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld, zonder rekening te houden met de ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren of de stopzetting waarvan sprake.

Voor wat betreft de ontslagcompensatievergoeding viseert men de ongewone verhoging van het loon, de ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren van de deeltijdse werknemer, de stopzetting van het halftijds brugpensioen en de voortijdige stopzetting van een landingsbaan.
In die gevallen wordt het bedrag van de ontslagcompensatievergoeding en de periode gedekt door de ontslagcompensatievergoeding opnieuw vastgesteld, waarbij de factor Q en het gemiddeld uurloon worden vastgesteld zonder rekening te houden met de ongewone loonsverhoging, de ongewone verhoging van het aantal arbeidsuren, of de stopzetting waarvan sprake.

Deze aanvullingen treden in werking op 1 oktober 2016.

Bron: Koninklijk besluit van 11 september 2016 tot wijziging van de artikelen 36, 37, 38, 42, 42bis, 48, 118, 130, 133 en 153 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van een artikel 139/1 in hetzelfde besluit, tot invoeging van een artikel 3/1 in het koninklijk besluit van 2 juni 2012 tot uitvoering van Hoofdstuk 6 van de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord en tot invoeging van een artikel 5/1in het koninklijk besluit van 9 januari 2014 betreffende de ontslagcompensatievergoeding, met het oog op besparingen en anti-misbruik bepalingen, BS 20 september 2016