Wetgever vervolledigt omzetting richtlijn 2013/50/EU over informatieverplichtingen voor emittenten van effecten

Een KB van 11 september 2016 vervolledigt de omzetting in Belgisch recht van richtlijn 2013/50/EU over de informatieverplichtingen voor emittenten van financiële instrumenten. Het KB wijzigt daarvoor vijf andere KB's. De nieuwe verplichtingen gelden vanaf 1 oktober 2016.

Omzetting richtlijn 2013/50/EU vervolledigd

Richtlijn 2013/50/EU van 22 oktober 2013:

vereenvoudigt de verplichtingen van emittenten om de gereglementeerde markten aantrekkelijker te maken voor kleine en middelgrote emittenten;

verbetert de effectiviteit van de bestaande transparantieregeling, en

verbetert de naleving van de vereisten van de richtlijn door de sanctioneringsbevoegdheden van de toezichthouders te versterken.

Het grootste deel van deze richtlijn werd al eerder omgezet bij KB van 26 maart 2014 en bij wet van 27 juni 2016.

Om de omzetting van richtlijn 2013/50/EU te kunnen vervolledigen, wijzigt het KB van 11 september 2016 volgende KB's:

het ?KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt?;

het ?KB van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen?;

het ?KB van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen?;

het ?KB van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen?, en

het ?KB van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten?.

KB van 14 november 2007

In het 'KB van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt' noteerden we onder meer volgende wijzigingen:

de bestaande definitie van ?emittent? wordt uitgebreid tot natuurlijke personen en de term ?rechtspersoon? in deze definitie wordt vervangen door ?juridische entiteit? omdat richtlijn 2013/50/EU uitdrukkelijk vermeldt dat verwijzingen naar juridische entiteiten ook geregistreerde ondernemingen en trusts omvatten (wijziging art. 2, § 1, 8° en 19°, KB van 14 november 2007);

de definitie van ?gereglementeerde informatie? wordt uitgebreid tot vrijwillig opgestelde kwartaalinformatie. Ook de bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal en de notulen behoren voortaan tot de ?gereglementeerde informatie? (wijziging art. 2, § 1, 9°, KB van 14 november 2007);

voor de toepassing van het KB van 14 november 2007 wordt een natuurlijke persoon of juridische entiteit die financiële instrumenten heeft uitgegeven eveneens als emittent beschouwd indien certificaten die deze financiële instrumenten vertegenwoordigen tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, ongeacht of deze financiële instrumenten al dan niet tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en zelfs indien deze certificaten door een andere natuurlijke persoon of juridische entiteit zijn uitgegeven (wijziging art. 2, § 2, KB van 14 november 2007);

de verplichting tot openbaarmaking van de lidstaat van herkomst wordt opgelegd aan alle emittenten waarvan de effecten voor het eerst tot de verhandeling op een gereglementeerde markt worden toegelaten en waarvoor België de lidstaat van herkomst is. In een overgangsbepaling staat dat emittenten waarvan de effecten reeds tot de verhandeling op een gereglementeerde markt zijn toegelaten op 1 oktober 2016 en waarvoor België de lidstaat van herkomst is, vrijgesteld zijn van deze openbaarmakingsverplichting. Ter herinnering: de lijst van emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, wordt openbaar gemaakt op de website van de FSMA. Richtlijn 2013/50/EU verplicht niet enkel tot openbaarmaking aan de toezichthouder van de lidstaat van herkomst, zijnde de FSMA voor emittenten waarvoor België de lidstaat van herkomst is, maar ook tot een melding aan de toezichthouder(s) van de lidstaat of lidstaten van ontvangst en aan de toezichthouder van de lidstaat van de statutaire zetel, indien die lidstaat noch lidstaat van herkomst, noch lidstaat van ontvangst is. (wijziging art. 4, lid 1 en 2, KB van 14 november 2007 en art. 25, KB van 11 september 2016);

er wordt een nieuwe verplichting ingevoerd voor emittenten van effecten die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen. Deze ondernemingen zijn sinds 1 oktober 2016 verplicht om jaarlijks in een afzonderlijk verslag de betalingen bekend te maken die zijn gedaan aan de overheden van de landen waarin zij actief zijn. Dit verslag wordt uiterlijk zes maanden na het einde van elk boekjaar openbaar gemaakt. Als de emittent een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, stelt hij een geconsolideerd jaarverslag over betalingen aan overheden op (herstelling art. 14, KB van 14 november 2007);

sinds 1 oktober 2016 moeten Belgische emittenten van aandelen: de aan de algemene vergadering voor te leggen stukken uiterlijk op de datum van de bijeenroeping van de algemene vergadering verkrijgbaar te stellen voor het publiek; de bijzondere verslagen die worden opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal zo snel mogelijk en uiterlijk op de dag van de kapitaalverhoging openbaar te maken; de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders binnen 15 dagen na de algemene vergadering openbaar te maken.(wijziging art. 16, KB van 14 november 2007);

emittenten waarvoor België de lidstaat van ontvangst is, moeten de FSMA, als toezichthouder van de lidstaat van ontvangst, elektronisch op de hoogte brengen van welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is (nieuw art. 28/1, KB van 14 november 2007);

ook Belgische emittenten waarvan geen effecten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt zijn toegelaten en waarvoor België niet de lidstaat van herkomst is, moeten nu aan de FSMA als toezichthouder van de lidstaat waar hun statutaire zetel gevestigd is, meedelen welke lidstaat hun lidstaat van herkomst is. Deze emittenten vielen tot nu toe niet onder het KB van 14 november 2007 (nieuw hoofdstuk III, titel II, KB van 14 november 2007);

de notulen van de algemene vergadering van aandeelhouders en de bijzondere verslagen opgesteld in het kader van het gebruik van het toegestane kapitaal moeten niet integraal worden verspreid. Hiervoor geldt dus dezelfde regel als voor de jaarlijkse en de halfjaarlijkse financiële verslagen. Er wordt ook verduidelijkt dat ook vrijwillige kwartaalinformatie van deze soepelere openbaarmakingsregel geniet (wijziging art. 36, KB van 14 november 2007);

sinds 1 oktober 2016 moeten emittenten ervoor zorgen dat hun jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen ten minste 10 jaar op hun website voor het publiek beschikbaar blijven. Deze termijn geldt ook voor de emittenten die actief zijn in de winningsindustrie of de houtkap van oerbossen, voor hun verslagen over betalingen aan overheden. Voor de andere informatie bedoeld in het KB van 14 november 2007 wordt de termijn niet verlengd: daarvoor blijft, overeenkomstig artikel 41, § 1, eerste lid, 5°, de termijn van ten minste 5 jaar gelden (wijziging art. 41, § 1, KB van 14 november 2007).

KB van 14 februari 2008

In het 'KB van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen' noteerden we onder meer volgende wijzigingen:

richtlijn 2013/50/EU bepaalt dat financiële instrumenten waarvan het economisch effect vergelijkbaar is met het houden van aandelen en rechten op het verwerven van aandelen, die uitsluitend een afwikkeling in contanten voorschrijven, moeten berekend worden op een naar delta gecorrigeerde basis door het aantal onderliggende aandelen te vermenigvuldigen met de delta van het instrument. De delta geeft de mate aan waarin de theoretische waarde van een financieel instrument zou veranderen in geval van een variatie in prijs van het onderliggende instrument en verschaft een nauwkeurig beeld van de blootstelling van de houder aan het onderliggende instrument. Deze benadering is gekozen om ervoor te zorgen dat de informatie over het totale aantal stemrechten zo accuraat mogelijk is (wijziging art. 14, § 2, KB van 14 februari 2008);

de Belgische wetgeving voorziet al in informatie per type van gelijkgesteld financieel instrument. Daarbij moet nu ook expliciet worden vermeld of het instrument recht geeft op fysieke afwikkeling dan wel op afwikkeling in contanten (wijziging art. 14, § 2, KB van 14 februari 2008);

wanneer kennis wordt gegeven van de verwerving van gelijkgestelde financiële instrumenten, is het van belang dat bijwerkingen gebeuren op het ogenblik dat deze gelijkgestelde financiële instrumenten worden uitgeoefend, dan wel aflopen zonder uitgeoefend te worden. Het KB van 14 februari 2008 voorzag om die reden reeds in de bijwerking van kennisgevingen. Richtlijn 2013/50/EU voorziet ook in een bijwerking van de kennisgeving in het geval dat gelijkgestelde financiële instrumenten worden uitgeoefend. Voor deze situatie werd artikel 14, § 4, tweede en derde lid van het KB van 14 februari 2008 aangepast. Wanneer gelijkgestelde financiële instrumenten werden uitgeoefend, zal een kennisgeving nodig zijn binnen een termijn van vier handelsdagen, wanneer stemrechtverlenende effecten werden verworven en het totaal aantal stemrechten een drempel bereikt of overschrijdt, ook al verandert er niets aan de totale deelneming en gaat het enkel om een verschuiving van de ene categorie (gelijkgestelde financiële instrumenten) naar de andere (stemrechten);

het KB van 14 november 2007 legt aan emittenten de verplichting op hun gereglementeerde informatie elektronisch te bezorgen aan de FSMA. Dit om de FSMA toe te laten haar opdracht als OAM (Officially Appointed Mechanism) te kunnen uitoefenen. Dit mechanisme voor centrale opslag bevat alle gereglementeerde informatie die werd openbaar gemaakt door de genoteerde vennootschappen. Vermits de informatie die de emittent moet openbaar maken als gereglementeerde informatie wordt beschouwd, wordt in artikel 22, tweede lid van het KB van 14 februari 2008 nu expliciet ingeschreven dat deze informatie elektronisch aan de FSMA moet worden bezorgd. In de praktijk is dat nu reeds het geval.

KB van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen

Het 'KB van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen' (overnamebesluit) wordt gewijzigd op volgende vlakken:

artikel 43 van het overnamebesluit wordt aangevuld met een lid dat verduidelijkt dat na afloop van een bod tot uitkoop na een vrijwillig bod een ambtshalve schrapping volgt. Het ?KB van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen? wordt op identiek dezelfde manier aangepast;

in artikel 52 van het overnamebesluit wordt een bijkomende afwijking op de biedplicht ingevoerd, nl. in geval van een verwerving die plaatsvindt in het kader van de toepassing van de afwikkelingsinstrumenten, -bevoegdheden en -mechanismen waarin titel IV van richtlijn 2014/59/EU voorziet. Hiermee zorgt het KB van 11 september 2016 voor de omzetting van artikel 119 van richtlijn 2014/59/EU. Deze richtlijn stelt een gemeenschappelijk Europees kader vast voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen.

KB van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen

In het 'KB van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen' wordt de mogelijkheid tot ambtshalve schrapping na een uitkoopbod uitgebreid tot de exploitant van een Belgische multilaterale handelsfaciliteit (wijziging art. 19, tweede lid, KB van 27 april 2007).

KB van 21 augustus 2008

De aanpassingen aan het 'KB van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten' zijn technische wijzigingen.
Vermits dit KB verwijzingen bevat naar teksten die gewijzigd werden door de wet van 27 juni 2016 en door het KB van 11 september 2016, worden deze verwijzingen waar nodig aangepast (wijziging art. 3 en art. 4, § 1, tweede lid, KB van 21 augustus 2008).

In werking

Het KB van 11 september 2016 treedt in werking op 1 oktober 2016.

Ook artikel 6, b) tot r), artikel 20, artikel 23 tot 32 en artikel 36 van de 'wet van 27 juni 2016' treden op 1 oktober 2016 in werking.

Bron: Koninklijk besluit van 11 september 2016 tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van het koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen alsmede tot wijziging van de koninklijke besluiten van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen en op de openbare uitkoopbiedingen en van het koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten, BS 27 september 2016.

Zie ook:
- Wet van 27 juni 2016 tot wijziging, met het oog op de omzetting van richtlijn 2013/50/EU en de tenuitvoerlegging van verordening 596/2014, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, van de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en van de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en houdende diverse bepalingen, en houdende diverse bepalingen, BS 1 juli 2016 (art. 6, b) tot r), art. 20, art. 23 tot 32 en art. 36).
- Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad, Pb.L. 12 juni 2014, afl. 173, p. 190 (art. 119).
- Koninklijk besluit van 26 maart 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 22 april 2014.
- Richtlijn 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2007/14/EG van de Commissie tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG, Pb.L. 294, 6 november 2013;err. Pb.L. 14, 18 januari 2014.
- Koninklijk besluit van 21 augustus 2008 houdende nadere regels voor bepaalde multilaterale handelsfaciliteiten, BS 27 augustus 2008.
- Koninklijk besluit van 14 februari 2008 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen, BS 4 maart 2008.
- Koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, BS 3 december 2007.
- Koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, BS 23 mei 2007 (overnamebesluit).
- Koninklijk besluit van 27 april 2007 op de openbare uitkoopbiedingen, BS 23 mei 2007.