De minimumvergoeding rechtspleging

In principe betaalt de verliezende partij de rechtsplegingsvergoeding. Dat is de regel, maar er zijn ook afwijkingen voorzien, waarin slechts een minimumvergoeding moet worden betaald.

De minimumvergoeding rechtspleging

In een recente zaak ging het om een vader die de onderhoudsbijdrage voor zijn zoon wou laten stopzetten. In het vonnis werd vastgesteld dat hij deze niet langer verschuldigd was. 

Toch diende hij hoger beroep in, maar verscheen nooit op de zitting. Zijn ex-vrouw was evenmin aanwezig. De rechter veroordeelde hem bij verstek tot de gerechtskosten: een rechtsplegingsvergoeding van 1.560 euro en het rolrecht van 400 euro. 

Toen hij verzet aantekende, voegde de rechter er nog een boete van 1.000 euro aan toe, wegens onrechtmatige en vertragende procedure. 

Het Hof van Cassatie heeft herinnerd aan de afwijking op de rechtsplegingsvergoeding. Wanneer de partij die in het ongelijk werd gesteld, niet is verschenen, moet de rechter ambtshalve de rechtsplegingsvergoeding herleiden tot het minimumbedrag. 

Ook de boete werd door het Hof van Cassatie vernietigd.