Gegevens in het telefoonboek

De abonnee in kwestie had zijn verzoek alleen aan Proximus doorgegeven, maar die had Telenet niet op de hoogte gebracht. Telenet had dus haar abonnee opnieuw opgenomen in de lijst die het op haar beurt naar Proximus stuurde. 

De man vroeg opnieuw aan Proximus om gewist te worden, en legde tegelijkertijd een klacht neer bij de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). Die legde Proximus een boete op van 20.000 euro. 

Zo kwam de zaak voor het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat hier ook wat over te zeggen had. 

Het herinnerde namelijk eerst dat elke abonnee een uitdrukkelijke en ondubbelzinnige toestemming moet geven om in de telefoongidsen te verschijnen. Dat kan via een verklaring, of een “ondubbelzinnige actieve handeling”. 

Bovendien moet de intrekking van die toestemming gemakkelijker verlopen. Een abonnee, als die zijn of haar gegevens wil wissen uit de verschillende telefoongidsen, moet dat slechts bij één van de verantwoordelijken kunnen aangeven. Proximus en Telenet moeten dus zelf een systeem hebben waarin zij elkaar op de hoogte brengen van abonnees die niet langer mogen opgenomen worden in de publieke lijsten. 

Ook moet degene bij wie de persoon zich heeft gemeld om verwijderd te worden, al het nodige doen om deze gegevens te laten wissen bij de zoekmachines.