Ouderschapsverlof: als de werkgever niet reageert, is er een akkoord
Een Europese richtlijn stelt nieuwe regels vast voor het evenwicht tussen werk en privéleven van ouders en verzorgers. Dit is wat de regering in het kader van haar bevoegdheden heeft besloten.

Ouders en verzorgers kunnen hun werkgever om ouderschapsverlof vragen om tijd met hun kinderen of afhankelijke personen door te brengen.
Naast de bestaande regeling heeft de federale regering onder impuls van de Europese Unie nieuwe regels toegevoegd.
De werkgever heeft nog steeds het recht ouderschapsverlof te weigeren, maar is verplicht de beslissing, die schriftelijk wordt meegedeeld aan de werknemer, te motiveren.
Bovendien wordt het uitblijven van een beslissing beschouwd als een akkoord van de werkgever.
Binnen een maand na de vraag van de werknemer kan de werkgever het ouderschapsverlof schriftelijk uitstellen als het opnemen ervan in de gevraagde periode de goede werking van het bedrijf ernstig zou verstoren. Ook dit moet de werkgever gedetailleerd schriftelijk laten weten.
Voorts is de werkgever verplicht de werknemer schriftelijk een of meer alternatieven voor het opnemen van ouderschapsverlof voor te stellen, bestaande uit een of meer andere vormen en/of perioden die geheel of gedeeltelijk tussen de door de werknemer gevraagde begin- en einddatum vallen en die overeenkomstig de bepalingen van dit besluit zijn toegestaan.
In dat geval heeft de werknemer het recht om af te zien van het recht om ouderschapsverlof op te nemen voordat dit begint.
Ten slotte kan een werknemer voor hetzelfde kind een voltijds ouderschapsverlof van twee maanden aanvragen, of het equivalent daarvan in een andere vorm.
Deze nieuwe regels treden in werking op 10 november 2022 en zijn van toepassing op aanvragen die vanaf die datum bij de werkgever worden ingediend.